Nieuwseditie juni 2020
08-06-2020
Voor de generaties studenten na ons
Joffrey en Dries stellen de nieuwe werkgroep Studenten van het NVKVV voor.
In december 2019 startte de werkgroep Studenten van het NVKVV: een jonge, dynamische werkgroep met geëngageerde leden die vast besloten zijn om voor verandering te zorgen. De werkgroep heeft ondertussen zijn eerste vergaderingen achter de rug.
We blikken terug en vooruit met voorzitter Joffrey Vermunicht en werkgroeplid Dries Suetens. Ze volgen beide de bacheloropleiding verpleegkunde aan Thomas More Mechelen en zitten in het derde jaar.
Hoe is jullie werkgroep ontstaan?
Joffrey en Dries: Eind 2019 trokken we aan de alarmbel. Verschillende hogescholen hadden een vergoeding beloofd in het vierde jaar van de opleiding verpleegkunde. Hierdoor hebben veel studenten gekozen voor die opleiding in het huidig vierjarig traject. Maar die belofte werd ingetrokken door een beslissing van de regering. We merkten hoe sommige bachelorstudenten twijfelden aan hun studiekeuze omdat ze het moeilijk hadden de opleiding af te ronden omwille van financiële moeilijkheden. Als studenten staan we immers zelf in voor de onkosten van de stage, zoals de vervoersonkosten. Bovendien gaat het om een aanzienlijk aantal uren stage (2300 uur door Europa opgelegd) en kunnen die onkosten flink oplopen. We besloten dat we actie moesten ondernemen. Al snel kregen we steun van het NVKVV dat onze stem hoorde en kracht bijzette. Het NVKVV stelde voor om een werkgroep op te richten om onze vragen aan het beleid verder vorm te geven.
Via sociale media en via het NVKVV hebben we dan een oproep verspreid om leden voor onze werkgroep aan te trekken. Daarop hebben heel wat studenten gereageerd. Ondertussen zijn we met negen leden, maar onze achterban is uiteraard veel groter.
We zijn erg blij dat we steun krijgen van het NVKVV. We kunnen gebruik maken van hun expertise en zij zorgen er bovendien voor dat we op de hoogte blijven van alle nieuwe ontwikkelingen.
Wat zijn de belangrijkste thema’s die de werkgroep behandelt?
Joffrey en Dries: Een eerste thema waar we rond werken is de verdiepende stage in het vierde jaar. We zijn bezorgd over twee belangrijke elementen: de inhoudelijke uitwerking en de vergoeding. Voor de inhoudelijke uitwerking, is het de bedoeling dat we als studenten tijdens deze stage vaardigheden leren die specifiek zijn voor onze bacheloropleiding zoals bijvoorbeeld klinisch redeneren of leiderschap. In de praktijk worden studenten van het vierde jaar soms ingeschakeld om personeelstekorten op te lossen en zijn er te weinig leerkansen.
Daarnaast willen we ook ijveren voor een vergoeding van de stage tijdens het vierde jaar. Dat is geen gemakkelijke kwestie. Wanneer werkgevers bijvoorbeeld een onkostenvergoeding zouden betalen aan vierdejaars zullen zij in ruil daarvoor bepaalde eisen stellen, hoewel dat niet zou mogen. We blijven zoeken naar een goede oplossing. Studenten werken in hun vierde jaar zelfstandiger en met weinig begeleiding tijdens de stage. Zij kunnen zelfstandig taken opnemen zoals in de thuisverpleging waar ze nu zelfstandig op ronde mogen gaan. Dat opent deuren: de stagevergoeding zou aan geleverde prestaties gekoppeld kunnen worden en studenten zouden alsnog enkele belangrijke competenties kunnen ontwikkelen die eigen zijn aan een vierde jaar, denk maar aan leiderschap, verantwoordelijkheidszin en zorgcoördinatie.
Welke andere thema’s behandelen jullie binnen de werkgroep?
Joffrey en Dries: Een ander belangrijk thema dat we met onze werkgroep willen aanpakken, is de functiedifferentiatie tussen HBO5-studenten en bachelorstudenten. We pleiten voor deze differentiatie om de bacheloropleiding weer aantrekkelijker te maken. Nu lijken er weinig redenen te zijn om nog voor een bacheloropleiding verpleegkunde te kiezen in plaats van voor de HBO5 opleiding, de voortgezette beroepsopleiding: beide opleidingen leveren dezelfde titel ‘verpleegkundige’ op en er is momenteel amper een loonverschil. Op de werkvloer wordt er ook weinig onderscheid gemaakt. Waarom zouden studenten dan nog kiezen voor een bacheloropleiding die een jaar langer duurt? Het klopt volgens ons niet dat er twee opleidingsniveaus bestaan met een verschillende invulling van de cursussen en een verschillende opleidingsduur, en die beiden leiden tot dezelfde beroepstitel of het visum ‘verpleegkundige’. Het is ook niet correct dat heel wat HBO5-scholen niet transparant zijn over het aantal stage-uren om te voldoen aan de Europese norm. Als de ene opleiding opgetrokken wordt met 1 jaar om aan zowel het competentieprofiel als de Europese opgelegde stage-uren te voldoen, hoe bekomt een andere opleiding dat dan zonder enige verlening van de studieduur?
We willen graag een duidelijke functiedifferentiatie én opleidingsdifferentiatie. HBO5- en bachelorverpleegkundigen hebben immers elk hun eigenheid en waarde. De Federale Raad Verpleegkunde, waar het NVKVV in vertegenwoordigd is, stelde al een hele tijd geleden duidelijke functieprofielen op. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘zorgspecialisten’ (HBO5) en ‘verpleegkundigen’ (bachelor). We vinden dat een prima voorstel dat voor duidelijkheid zorgt in de opleiding en op de werkvloer. De onderhandelingen over deze profielen lopen echter moeizaam, omdat er gestruikeld wordt over het feit dat de HBO5-opleiding dan niet langer tot de titel ‘verpleegkundige’ leidt. Het voorstel ligt al lange tijd op verschillende tafels, maar het lokt felle discussies uit en het is geen eenvoudige materie. Nochtans, als men vooruit wil met de aantrekkelijkheid van de opleiding verpleegkunde en de opleiding op HBO5-niveau, dan ligt hier de sleutel tot succes.
De huidige stelsels zijn ook voor HBO5-studenten nadelig. Ze krijgen een meer praktische opleiding die een jaar korter is, maar op de werkvloer wordt uiteindelijk wel verwacht dat ze hetzelfde kunnen als een bachelorverpleegkundige wanneer ze dezelfde titel dragen, dezelfde functie invullen en dezelfde verloning krijgen.
Maken deze moeizame onderhandelingen jullie soms moedeloos?
Joffrey en Dries: We zouden moedeloos kunnen worden, maar daar geven we niet aan toe. We wisten vooraf dat veranderingen veel tijd zouden vragen. We weten dat de kans groot is dat we een functiedifferentiatie niet meer mee zullen meemaken voor we afstuderen. We doen dit dan ook niet voor onszelf, maar voor de generaties studenten die na ons komen. We willen blijven ijveren voor deze functiedifferentiatie en willen graag met de steun van NVKVV met een advies naar de overheid of naar het adviescomité verdiepende stage stappen.
Hoe combineren jullie je werk voor de werkgroep met jullie studies?
Joffrey en Dries: We hebben een drukke agenda, maar door goed te plannen lukt het ons wel. De werkgroep zelf vergadert in normale omstandigheden om de twee maanden, maar we nemen daarnaast ook deel aan adviesraden. Soms vallen vergaderingen midden in de examenperiode, dat is dan even hectisch, maar we houden daar rekening mee in onze studieplanning.
Zoeken jullie nog extra leden voor de werkgroep?
Joffrey en Dries: Ja, nieuwe leden zijn altijd welkom. Momenteel hebben we negen leden uit verschillende hogescholen. Onze droom is dat we van elke onderwijsinstelling een student in onze werkgroep hebben. We merken wel dat het voor studenten in het begin een zekere investering vraagt om zich in te werken in de materie van de werkgroep maar we helpen hen graag op weg.
Author: Ellen Van Pelt
Student-zijn in coronatijden
Studenten getuigen
De werkgroep Studenten van het NVKVV verzamelde tijdens de eerste weken van de coronacrisis getuigenissen om te horen wat er leefde bij studenten. Die reacties koppelden ze terug naar de studenten, de hogescholen en de partners in de zorg. Zo toonden ze hun meerwaarde als werkgroep.
In die communicatie pleitte de werkgroep in de eerste plaats voor de veiligheid van de studenten. Studenten-stagiairs zijn voor de arbeidsreglementering volledig gelijkgesteld met gediplomeerden. Ze moeten dus voor dezelfde patiënten, dezelfde beschermingsmiddelen krijgen als de verpleegkundigen op de afdeling waar ze stage lopen.
Daarnaast verzekerde de werkgroep de studenten dat ze, ondanks de crisis, recht hebben op verdiepende stage-uren en aansluitende stagebegeleiding, aangepast aan de verwachte leercompetenties. En dat, indien er geen aangepaste stageplaatsen zijn, de stage uitgesteld moet worden.
Succes!
De getuigenissen hierbij werden verzameld in het begin van de coronacrisis. We hopen dat nu, in de maand juni, het coronavirus zijn kracht verloren heeft en studenten zonder zorgen hun jaar en hun studies kunnen afronden. We wensen hen veel succes!
Getuigenissen
Onzekerheid: kan ik stage-uren inhalen, afstuderen?
Tweedejaarsstudent Karel de Grote Hogeschool: Ik heb besloten om mijn stage te stoppen omdat ik teveel risicopatiënten in mijn omgeving heb en er zelf 1 ben. Ik heb geen idee of ik een opdracht krijg of de stage ergens verder moet zetten of in de zomer kan inhalen. Op school zitten ze zelf met veel onzekerheid.
Vierdejaarsstudent AP Hogeschool: Ik zit in quarantaine omdat ik meermaals in contact gekomen ben met coronapositieve patiënten en vervolgens ook een symptoom vertoonde. Ik kan mijn stage-uren niet meer inhalen. Kan ik afstuderen in juni?
Angst: Geef ik een besmetting door, raak ik zelf besmet?
Derdejaarsstudent Thomas More: Drie van mijn gezinsleden behoren tot de risicogroep. Ik ben niet bang voor mezelf maar wel voor hen. Er is een vermoeden van corona op mijn afdeling maar geen goede bescherming. In ben van stage gehaald, uiteraard in te halen. Maar ik word wel gehoord.
Vragen: Wie begeleidt me? Evalueert me?
Vierdejaarsstudent AP Hogeschool: Is het nuttig om zonder begeleiding van school uit stage te lopen? En stagebegeleiding vanuit de instelling wordt gegarandeerd? Met veel spijt vertel ik u graag dat dit niet het geval is. Het is namelijk zo druk dat niemand je kan begeleiden.
Kracht: dit is een leermoment!
Derdejaarsstudent Thomas More: Ze hebben mijn hulp heel erg nodig en ik ben heel blij dat ik kan helpen, ook al is het zwaar.
Vierdejaarsstudent UCLL: We zijn allemaal bang, we willen niemand besmetten of zelf bezwijken. Maar wij maken nu het verschil voor patiënten in hun donkerste uren en voor alle verpleging die nu aan het ploeteren is. [….] Dit is ons moment, onze tijd en ons beroep.
Verzekering gewaarborgd inkomen
Een aanbod voor zelfstandig verpleegkundigen
Ben je zelfstandig verpleegkundige en wil je graag extra zekerheid wanneer je ziek wordt of een ongeval hebt? Dan biedt het NVKVV je een collectieve verzekering gewaarborgd inkomen met ruime verzekerde waarborgen tegen een gunstige premie.
Wanneer je arbeidsongeschikt wordt, ontvang je een bedrag van ongeveer 1.000 euro vanuit onze sociale zekerheid. Dat bedrag kan je aanvullen met de uitkering van de verzekering gewaarborgd inkomen: daarin heb je de keuze of je 40, 50, 60 of 75 euro bruto per werkdag dat je ziek bent, wilt ontvangen na een carensperiode van 30 dagen.
Om aan te sluiten bij deze collectieve verzekering mag je op het moment van aansluiting niet arbeidsongeschikt of ouder dan 50 jaar zijn.
Voor meer informatie ga je naar de website van het NVKVV: www.nvkvv.be > NVKVV > Lid worden > Verzekeringen, of je mailt naar info@cpsverzekeringen.be.
MVG
Minimale verpleegkundige gesprekken
Wat drijft je als verpleegkundige? Wat boeit je, wat maakt je dag? En welk engagement neem je op? Lia Huysmans vertelt over haar carrière als verpleegkundige op het scharniermoment van haar pensionering.
‘De verpleegkundige heeft een stem gekregen’
Nooit gezien zijn de inspanningen die verpleegkundigen geleverd hebben tijdens de coronacrisis. Ongelofelijk hoe positief iedereen ingesteld is en flexibel meegewerkt heeft om afdelingen om te vormen en om te helpen waar de nood het hoogst was. Wel spijtig dat we hen, zeker in de beginperiode op de niet-Covid diensten, naar die oorlog moesten sturen met een minimum aan ‘wapens’, aan persoonlijke beschermingsmiddelen. Maar we hebben veel geleerd van deze pandemie.
Geen dag ben ik tegen mijn zin gaan werken. Tijdens mijn loopbaan heb ik kansen gekregen en die steeds met twee handen gegrepen. Bij mijn afscheid nu, bij het op pensioen gaan, kan ik terugkijken op een mooie carrière.
Mijn keuze voor verpleegkunde? Ik wou met mensen bezig zijn, professioneel iets kunnen betekenen voor anderen en niet achter een bureau terechtkomen. Deze laatste jaren is het toch zo gelopen als verpleegkundig diensthoofd Zorgzone Geriatrie & Revalidatie in GZA Antwerpen maar ik ben wel altijd voeling blijven houden met de werkvloer.
Tijdens mijn studentenjaren al startte mijn engagement bij het NVKVV en was ik lid van de jeugdraad. Later werd ik ook lid van werkgroep hoofdverpleegkundigen, van de Raad van Bestuur en het Dagelijks Bureau en was ik voorzitter van de werkgroep Stuurkracht van de Regionale Netwerken van het NVKVV.
Meewerken aan het KB over de functie van de hoofdverpleegkundigen, is één van die kansen die ik in mijn loopbaan gehad heb. Ik zweefde toen Michel Foulon, toenmalig algemeen coördinator van het NVKVV, me vroeg om deel uit te maken van de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV – toen nog Nationale Raad voor Verpleegkunde of NRV) en heb het meteen rondverteld. Wat een eer!
Nu heb je als verpleegkundige in je werkdomein een stem naast die van de arts en de andere zorgverleners vanuit je eigen deskundigheid. Bij de start van mijn job was dat niet zo: je was als verpleegkundige ondergeschikt aan de arts. Die evolutie naar een eigen identiteit was goed en nodig. En dat bewustzijn als verpleegkundige mag nog groeien, we mogen nog duidelijker onze rol opnemen.
Het gevoel iets te kunnen betekenen, een meerwaarde voor mensen te kunnen zijn, zowel in mijn familie als in mijn werk, maakt me gelukkig.
En ongelukkig? We pleiten al jaren voor betere arbeidsvoorwaarden voor verpleegkundigen om voldoende ‘handen aan het bed’ te kunnen houden. De eerste Witte Woede-actie leek een nieuwe start maar werd helaas afgezwakt, een gemiste kans. Verpleegkundigen hadden toen wat meer faciliteiten mogen krijgen zodat meer jonge mensen de keuze voor verpleegkunde zouden maken. Er is toen ook niets gebeurd in het verhogen van het aantal verpleegkundigen op de afdeling, aan de budgetten. Spijtig!
Author: Els Put