Voorzitter Federale Raad voor Verpleegkunde: “Enorme evolutie in beroep van verpleegkundige”
21-03-2021
Eind 2013 startte Edgard Peters als voorzitter van de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV). Onder zijn leiding kwam er een nieuwe aanpak om het werk beter te stroomlijnen, de adviezen correct te kunnen voorbereiden en te streven naar consensus in de groep. Gedurende zijn legislatuur passeerden verschillende ministers de revue, wat hem het werk niet altijd vergemakkelijkte. Zijn mandaat zou uiteindelijk langer duren dan initieel gepland. Begin 2021 werd de nieuwe raad aangesteld. Een terugblik.
Dag Edgard, je bestuursopdracht liep normaal ten einde in oktober 2019. Waarom is dit verlengd?
Edgard Peters: “Oorspronkelijk waren we als FRV aangesteld voor een periode van zes jaar. Eind 2019 vroeg Pedro Facon, de toenmalige directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid, of we als raad wilden aanblijven tot de nominatie van de nieuwe leden. En zo leidde ik de FRV meer dan zeven jaar. Begin 2021 werd de nieuwe raad aangesteld, maar het is wachten op groen licht van de federale overheid voor deze op actief wordt gezet.”
Dat is niet niks. Hoe was het om indertijd de rol van voorzitter over te nemen van uw voorganger?
“Voor mijn aanstelling was er nog sprake van de Nationale Raad voor Verpleegkunde. Die Raad bestond uit 25 leden. Met de komst van de Federale Raad werd het aantal verhoogd naar 37. Dat kan op termijn zelfs oplopen tot 60, afhankelijk van de toekenning van de beroepstitels. Dat vergt natuurlijk een totaal andere aanpak. Niet alleen qua aansturing, maar ook qua methode om adviezen uit te werken en goed te keuren. Dit was meteen mijn eerste uitdaging. Je komt niet snel tot een akkoord met een groep van meer dan 30 personen. Bovendien merkte ik bij de start dat over een groot aantal zaken weinig tot geen consensus te bespeuren was. Met nog communautaire verschillen er bovenop. Het was dus zaak om mensen samen te brengen rond bepaalde thema’s.”
“Als voorzitter heb je een verbindende rol. Zo zijn alle verstrekte adviezen ofwel unaniem ofwel met een 95% meerderheid goedgekeurd.”
Geen sinecure dus. Hoe pakte je dit aan?
“Eerst bepaalden we onze werkmethode. We werken enerzijds met een bureau en anderzijds met werkgroepen. Het bureau telt onder andere vertegenwoordigers van de grote Belgische beroepsverenigingen zoals NVKVV, en ook syndicale vertegenwoordigers. Zo worden de dossiers binnen het bureau correct voorbereid alvorens ze naar de plenaire vergadering gaan. Daar zit de voltallige FRV in. Een werkgroep bestaat uit leden van de FRV, externe experts en waar nodig onderwijsvertegenwoordigers van elke gemeenschap. Ze is steeds opgericht rond een specifiek onderwerp. De groep bereidt de adviezen voor, overlegt en brengt een ontwerpadvies voor discussie en validatie naar de plenaire. Het bureau ziet erop toe dat de werkgroepen binnen de missie van de FRV handelen.”
Eens de werkmethode vast lag, kon het echte werk beginnen?
“Daarna hebben we de prioriteiten voor onze legislatuur vastgelegd. Geen eenvoudige oefening. Je moet afwegen wat je kan verwezenlijken binnen de verantwoordelijkheden van de FRV, zonder in te boeten aan kwaliteit. Naast de eigen initiatieven behandelen we natuurlijk ook vragen van de ministers van Volksgezondheid en Onderwijs. En de actualiteit stuurt mee de agenda.”
Je bedoelt COVID-19?
“Niet alleen covid. Neem nu ons advies over de protocolakkoorden over zorgverlening door mensen die niet professioneel onderlegd zijn. Ik denk aan een leerkracht die de glycemie meet van een kind met diabetes of een verzorgster in een kinderdagverblijf die medicatie toedient aan een baby. Wettelijk gezien is dit een illegale handeling en dus strafbaar. Ons advies stelt een legale omkadering voor. Dat was absoluut noodzakelijk.”
Wat zijn andere belangrijke verwezenlijkingen voor jou?
“Wat betreft onze initiatieven zijn er voor mij drie belangrijke punten. Ten eerste het advies omtrent het functiemodel voor de verpleegkundige zorg van de toekomst. We hebben hier ontzettend veel werk verzet om tot een aanbeveling te komen. Voor 2013 was er geen akkoord over welke richting men uit wou. In juli 2017 brachten wij ons advies uit over de nodige studies en opleidingen per functie. Dat werd onderverdeeld in drie categorieën: de algemene zorgen, de gespecialiseerde zorgen en de advanced practice nursing. Aan die drie categorieën koppelden we bepaalde kwalificaties en vaardigheden. Jammer genoeg is er vanuit het kabinet De Block weinig feedback gekomen. Je moet weten dat onze adviezen niet bindend zijn. De minister beslist uiteindelijk wat ermee gebeurt.”
Je had het over drie belangrijke adviezen?
“Als tweede is er het advies over de thuisverzorging van chronische patiënten. Onze verpleegkundigen en het wettelijk kader errond is indertijd opgevat rond het concept van de ‘acute’ patiënt in het ziekenhuis. Vandaag de dag zien we veel meer thuiszorg. Het aandoen van steunkousen bijvoorbeeld is een verpleegkundige daad die alleen een gekwalificeerde verpleegkundige mag uitvoeren. Dus als familiehulp een oudere persoon hiermee wil helpen omdat hij of zij dit niet meer alleen kan, mag dat niet. Ons advies maakt zulke situaties wel mogelijk, mits een regelmatige controle en evaluatie van de patiënt door een bevoegde verpleegkundige.”
Een frustratie?
“De ene minister is de andere niet. Met minister Onkelinx werkten we goed samen, zowel qua vragen vanuit haar kabinet als feedback op onze initiatieven. Ik hoop dat er met Frank Vandenbroucke weer meer mogelijkheid tot samenwerking is. Al zal dat over enkele maanden voor mijn opvolger zijn.”
En het derde?
“Het derde advies dat me na aan het hart ligt, is dat van regulering van de deontologie van verpleegkundigen. Deze laat toe de deontologie te beheren en reguleren tussen de verschillende beoefenaars van de verpleegkunde. Er is geen orde voor verpleegkundigen met een legale waarde, zoals de orde van artsen of apothekers. Ons systeem van regulering biedt de verpleegkundige een houvast over wat al dan niet mag volgens de deontologische code. Met als doel de kwaliteit en de coöperatie met andere zorgverleners te verbeteren.”
Wat zijn volgens jou de prioriteiten voor de volgende raad?
”Het is belangrijk dat er duidelijkheid komt over de vereiste studies en opleidingen voor de verschillende types verpleegkundigen, zoals in ons advies over het functiemodel. Verder treedt dit jaar een nieuwe interdisciplinaire wet over de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg in werking. Die zegt onder meer dat een zorgverlener via een portfolio moet aantonen dat hij/zij over de nodige kwalificaties beschikt. Hierover moet de FRV een advies geven. Tot slot willen we ook onze visie meegeven aan minister Vandenbroucke over wat de elementen zijn om het beroep van verpleegkundige opnieuw aantrekkelijk te maken. Zoals meer erkenning voor het werk. Helaas hebben we die twee punten nog niet kunnen behandelen.”
Nog een laatste tip aan jouw opvolger?
“Mijn stokpaardjes waren kwaliteit en onderbouwde adviezen, gedragen door Belgische en internationale aanbevelingen. Verder is het cruciaal om mensen samen te brengen en te werken naar een consensus. Er is echt een wil binnen de FRV om vooruit te geraken en antwoord te bieden op de uitdagingen van morgen. Tot slot, als voorzitter kan je niet overal zijn, maar ik ondersteunde mijn team door net consensus te zoeken, door naar alle standpunten te luisteren en begrip te tonen voor twijfels of angsten. Als voorzitter heb je een verbindende rol.”
Wie vertegenwoordigt jou binnen het NVKVV in de FRV?
De Federale Raad voor Verpleegkunde
De Federale Raad van Verpleegkunde (FRV) geeft niet-bindende adviezen aan de minister van Volksgezondheid of aan de minister(s) van Onderwijs over de uitoefening van de verpleegkunde en de kwalificaties, studies en opleidingen die hiervoor nodig zijn. De missie van de FRV is bepaald bij wet en de leden worden benoemd door de minister van Volksgezondheid in een koninklijk besluit. De leden van de Federale Raad vertegenwoordigen zorgkundigen en alle verpleegkundige functies uit de verschillende landsdelen. Tijdens de vergaderingen wordt er gebruikt gemaakt van simultane vertaling in de drie landstalen opdat iedereen het debat kan volgen en actief kan deelnemen.
De aangereikte adviezen ontstaan ofwel als antwoord op een vraag van de minister, ofwel op eigen initiatief van de FRV of vanuit een actuele situatie, zoals de coronacrisis. Een nieuwe raad legt aan het begin van zijn legislatuur de prioriteiten vast. Deze vormen de basis voor de adviezen op eigen initiatief.