Een toekomst voor het zorgpersoneel
06-05-2024
Hoe kan je zorgpersoneel aantrekken, ondersteunen en behouden? Dat is de vraag die het rapport ‘Toekomstagenda voor werken in de zorg’ probeert te beantwoorden. Het is het resultaat van een participatief traject met de sociale partners en beroepsorganisaties, in navolging van een uitnodiging van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Naast vaststellingen op het terrein en de al genomen maatregelen gaat het rapport ook in op mogelijke oplossingen. De denkoefening is een vertrekpunt voor verdere discussie, geen onderhandeld akkoord.
Dat de zorg wordt geconfronteerd met grote uitdagingen hoeven we jou niet uit te leggen. Zowel op het vlak van organisatie, leiderschap, innovatie als digitalisering verandert er heel wat. De investeringen van de voorbije jaren waren een inhaalbeweging die nog niet is voltooid. Verdere investeringen en hervormingen zijn noodzakelijk om de zorg niet alleen toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief te houden voor de patiënt, maar ook werkbaar en kwaliteitsvol voor de zorgverlener.
De vinger op de wonde
Het rapport vertrekt van de problemen en vaststellingen vanuit de individuele beleving van het zorgpersoneel. Zij geven aan hun werk niet te kunnen doen zoals nodig is voor kwaliteitsvolle zorg. Er is niet alleen te weinig personeel, verpleegkundigen geven eveneens aan taken uit te voeren waarvoor hun expertise niet vereist is. Ook de tijd die aan niet-verpleegkundige taken besteed wordt, vermindert de tijd aan het bed van de patiënt. Niet-performante registratiesystemen, dubbele registraties en registraties zonder doelstelling knabbelen verder aan hun tijdsbesteding.
Innovatie als oplossing? Er blijkt te weinig tijd voor de implementatie ervan, net als voor een reflectieve praktijk en toetsing van de beroepspraktijk. Die laatste zijn nochtans essentieel voor kwaliteitsvolle zorg. Overleg met collega’s en andere zorgprofessionals zijn belangrijk voor de werking, aantrekkelijkheid en kwaliteit van de zorg. De gebruikte technologieën worden niet altijd als gebruiksvriendelijk en ondersteunend ervaren, wat soms leidt tot extra taken. Bovendien voelt niet iedereen zich voldoende bekwaam om ermee om te gaan.
De zorg is geïntensifieerd, complexer geworden en kwantitatief toegenomen. Hierdoor heeft het zorgpersoneel niet langer het gevoel kwaliteitsvolle zorg te kunnen garanderen. Het resultaat is een toename in psychosociale druk en een gevoel van uitputting, waardoor zorgpersoneel uitvalt of de sector verlaat. Ook een gebrek aan erkenning en valorisatie speelt hierin mee. Het beroep van verpleegkundigen heeft een enorme evolutie doorgemaakt. Vandaag zijn verpleeg- en zorgkundigen volwaardige zorgprofessionals, met kennis van geavanceerde technieken, complexe behandelingen en klinisch inzicht. Maatschappelijk leeft het idee helaas nog dat ze er enkel zijn om te verzorgen.
Het belang van omkadering
Management en leiderschapsstijl hebben eveneens een grote impact op het welbevinden van het personeel en de werking van de diensten. Problemen met interne organisatie en planning komen op meerdere plaatsen terug. Ook wordt er niet altijd voldoende ingezet op de cohesie binnen het team, simpelweg omdat de hoofdverpleegkundige hier geen marge voor heeft. Die tijd wordt grotendeels ingenomen door uurroosters inplannen of bijspringen op de werkvloer. Dat er steeds vaker met tijdelijke en flexibele medewerkers gewerkt wordt, heeft zeker ook impact op de onderlinge verbondenheid.
Daarnaast valt de rol van onderwijs niet te onderschatten in de aantrekkelijkheid van het zorgberoep. Er is nood aan een brede opleiding in zowel medische, als in sociale en psychologische leerinhouden, leiderschap en management. Bovendien zou er meer werk gemaakt moeten worden van interdisciplinaire onderwijsvormen en moeten de leerinhouden nadien op het werk ook hun plaats krijgen. Een extra aandachtspunt zijn de stages die niet altijd een voldoende realistisch en globaal beeld geven van het werken in de zorg. Er wordt een beleid gevraagd op de langere termijn, voor alle gezondheidszorgberoepen, met een duidelijke visie voor de sectoren.
De bestaande maatregelen doorgelicht
De maatregelen die sinds begin jaren 2000 tot stand kwamen in het kader van sociale akkoorden en het parlementair initiatief van het Zorgpersoneelfonds, zijn moeilijk individueel te evalueren. De algemene conclusie is dat de maatregelen zo efficiënt als mogelijk zijn toegepast, rekening houdend met de context. De nood aan voldoende transparante rapportering, monitoring en controle blijft.
Mogelijke nieuwe oplossingen
Het rapport formuleert vier mogelijke pistes om werken in de zorg op middellange en langere termijn aantrekkelijk te maken. De eerste is ‘beter meten om beter te weten’. Er is namelijk nood aan een doordacht beleid rond registratie en monitoring. De registratielast moet haalbaar zijn, in verhouding tot het doel, er moet iets wezenlijks mee gebeuren en het moet een verrijking zijn. Een tweede piste is ‘meer personeel aantrekken’. Een structurele en volledige financiering is hierbij essentieel, net als de beeldvorming over de sector. Werken in de zorg is waardevol, al kent het heel wat uitdagingen. De sterktes en bijzondere kracht van ons beroep moeten uitgesproken worden door de media, zorgprofessionals en het onderwijs. De financiering van de opleidingsprojecten door de sector zelf moet gegarandeerd en structureel verankerd worden. De begeleiding van stagiairs en startende verpleegkundigen krijgt ook extra aandacht in het rapport, want begeleiding op de werkvloer is een must. Om meer retentie te creëren zijn doorgroeimogelijkheden en perspectief belangrijk. Incentives om herintreders te verwelkomen in de zorg zijn ook een mogelijke piste, net als het aantrekken van buitenlandse zorgverleners. Een kanttekening bij die laatste is het vermijden van een brain drain en care drain in het buitenland, evenals het indijken van misbruiken.
De derde piste die aangereikt wordt, is ‘zorgen voor het bestaande personeel’ door:
- het verpleegkundig beroep slim te hervormen en organiseren,
- opnieuw ademruimte te creëren,
- een werkbare, gevaloriseerde en flexibele invulling doorheen de hele carrière te garanderen,
- een evolutief loonmodel en flankerende maatregelen,
- het fysiek en mentaal welzijn te versterken en meer re-integratie na een langdurige afwezigheid mogelijk te maken.
Het rapport vraagt ten vierde ook om ‘een breder perspectief’. Onze maatschappij verandert en het zorgbeleid lijkt niet op alle vlakken mee te zijn. Onderzoek moet nagaan of de normering nog aangepast is aan de zorgrealiteit van vandaag. Daarmee is het een vertrekpunt voor verder overleg en een springplank naar een mooie toekomst voor wie werkt in de zorg.
Raadpleeg hier het volledige rapport.
Foto: copyright Foto Kurt