Zorg in beweging: wat mogen we van nieuwe verpleegkundige profielen verwachten?
06-01-2025
Het zorglandschap is voortdurend in beweging en de rol van zorgverleners moet daarin mee evolueren. Alleen zo kunnen we in de toekomst beginnen met een antwoord te formuleren op de uitdagingen die op de zorg afkomen. Dat betekent omgaan met technologische innovaties, maatschappelijke bewegingen, maar ook met de invulling van nieuwe functies in de zorg. Wat mogen we van de nieuwe profielen verwachten? Worden ze opgenomen in de verpleegkundige normen? Samen met Zorgnet-Icuro gaan we op zoek naar antwoorden.
De voorbije jaren werden enkele nieuwe profielen in wetgeving verankerd. Denk maar aan de basisverpleegkundige, praktijkassistenten, logistieke medewerkers, verpleegkundig specialist, … Deze profielen zijn noodzakelijk om de hoge werkdruk en de grote personeelstekorten aan te kunnen. Al vraagt hun intrede binnenkort in het werkveld ook de nodige aanpassingen. Ze hebben een impact op hoe we zorg organiseren, maar ook op hoe we deze personen verlonen. Dat roept op zijn beurt dan weer heel wat vragen op. Bij de studenten die momenteel de opleiding voor deze nieuwe profielen volgen, maar ook in het werkveld. Niet in het minst over de basisverpleegkundige, die vanaf 2026 aan de slag gaat in de Vlaamse zorginstellingen. In welke IFIC-schaal zullen zij zitten en wat betekent dit profiel voor de huidige HBO5-verpleegkundigen?
HBO5 over de taalgrenzen heen
“HBO5-verpleegkundigen zullen in Vlaanderen niet gelijkgesteld worden aan bachelorverpleegkundigen, ook niet wat verloning betreft”, zegt Klaartje Theunis, directeur Personeel en Organisatie bij Zorgnet-Icuro. “HBO5 zal niet plots veranderen in IFIC. Daar zijn verpleegkundigen ingedeeld in twee categorieën: 14A en 14B. Die verdeling is gelinkt aan de kennis en kunde die iemand doorheen zijn opleidingen verworven heeft alsook aan het diploma. Hoe de basisverpleegkundige in 2026 zal ingeschaald worden, weten we nog niet. IFIC beschrijft namelijk functies op het terrein, weegt ze en kent zo een verloningsklasse toe. Dat betekent dat zolang de functie niet tewerkgesteld is, we nog geen definitieve uitspraken kunnen doen op basis van het functieclassificatiesysteem. Toch willen we de mensen in de opleiding een perspectief bieden. Daarom gebruiken de sociale partners deze tijd om te bekijken en bespreken wat er moet gebeuren tijdens de overgangsfase. Hetzelfde geldt bovendien voor de praktijkassistent. Dat is een graduaatsopleiding van 1,5 jaar die in 2025 van start zal gaan. Pas wanneer deze functies actief worden in het werkveld, kan IFIC dit beschrijven en een loonklasse toekennen.”
Niet IFIC is aan zet, wel de sociale partners. IFIC vzw is een technische partner die de functies op het terrein omschrijft. De overheid financiert die functies. Waar de voorbije jaren hard gewerkt is aan de Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorg (WUG), moeten daar nu de nodige budgetten tegenover gezet worden. Bob Van Santbergen, adviseur zorgpersoneel bij Zorgnet-Icuro: “Met alle nieuwe profielen is het nodig een bredere denkoefening over de volledige leerladder te maken. IFIC moet ook rekening houden met deze evoluties en dit afzetten op het bestaande loonmodel/functietapijt. Zo werken we ook het onderscheid tussen Vlaanderen en Wallonië weg, want die dualiteit baart ons zorgen. Er is één WUG, dus moeten alle neuzen in dezelfde richting staan. De visie verschilt vandaag en de basisverpleegkundige is daar slechts een voorbeeld van. De Waalse HBO5-opleiding duurt 3,5 jaar en zal dus gelijkgesteld worden aan een verpleegkundige verantwoordelijk voor de algemene zorg (VVAZ). Waar zit dan hun basisverpleegkundige of assistant en soins infirmiers? Evolueer je dan naar drie verpleegkundige opleidingen en profielen? Het zijn andere realiteiten die de gespreksbasis moeilijk maken.”
Hogere loonschaal voor zorgkundigen
Zorgkundigen gaan normaal gezien een trap omhoog in IFIC. Dat heeft niet enkel met de vijf extra handelingen te maken die ze na een opleiding mogen uitvoeren. “De beschrijving kon pas aangepast worden wanneer voldoende zorgkundigen op de werkvloer deze vijf handelingen onder de knie hadden. Het duurt dan ongeveer een jaar voor een specifieke werkgroep de nodige interviews en rondetafelgesprekken kan voeren en tot een voorstel met aanpassingen van de functiebeschrijving kan afgetoetst worden bij de sociale partners”, licht Klaartje toe. “Dat maakt dat die vijf extra handelingen niet automatisch tot een verhoging in IFIC leidden, wel de verantwoordelijkheden die zorgkundigen nemen en hoe ze ingezet worden.” Het evaluatieproces waar de functie van zorgkundigen doorging, maakt deel uit van een jaarlijks onderhoud dat de sociale partners binnen IFIC houden voor een aantal functies. Daarbij worden prioriteiten gesteld. “Vervolgens moeten de federale, Vlaamse en Waalse overheid met de nodige financiële middelen over de brug komen. Tijdens het onderhoud van de functie zorgkundige landde IFIC op cat12. Toch is de CAO nog niet aangepast omdat de Vlaamse en federale overheid nog geen centen vrijmaakten. “Wallonië deed dit wel al gedeeltelijk en dat veroorzaakt verwarring op de werkvloer”, vertelt Bob. “We moeten over onze taalgrens heen durven werken.”
Begeleiding werkt
Waar NETWERK VERPLEEGKUNDE inzet op het profiel van de begeleidingsverpleegkundige, maakt Zorgnet-Icuro een oefening over de mentorenwerking. Dat vraagt in beide gevallen tijd en ruimte voor het personeel, en dus ook geld. “Wij zien dit eerder als een rol die door meerdere profielen kan opgenomen worden, niet enkel en alleen toegespitst op de functie verpleegkundige. De juiste competenties liggen aan de basis, eerder dan diploma. ”, zegt Bob. “Het is overduidelijk en bewezen dat begeleiding van nieuwe medewerkers en stagiairs een meerwaarde heeft. Het heeft een positief effect op de instroom en retentie van medewerkers, samen met andere initiatieven zoals een onboardingsbeleid, teamwerk, het inzetten van technologie, … Momenteel gaat het om één voltijdse equivalent in ziekenhuizen en dat mag wat ons betreft opgetrokken worden.”
Klaartje: “Na het afschaffen van de mentorenkorting, zien we dat bijvoorbeeld het initiatief van leerplekondersteuning zeer succesvol is en werkgevers hier gretig op intekenen. Dat toont nog eens aan hoe belangrijk de begeleiding van medewerkers is. Duaal leren neemt ook toe, maar vandaag is het voor veel zorgverleners een en-enverhaal. Het komt bovenop hun normale takenpakket. We mogen er niet zomaar van uitgaan dat begeleidingscompetenties eigen zijn aan een zorgprofiel.”
Een ander positief element uit de hervorming dat zorgverleners kan ondersteunen, zijn de Activiteiten behorende tot het Dagelijkse Leven (ADL). Zo merkt Zorgnet-Icuro dat woonzorgcentra en ziekenhuizen ermee aan de slag gaan. “Elk op hun eigen manier en in functie van de context en populatie”, zegt Klaartje. “Medicatie laten rondbrengen is bijvoorbeeld niet overal een goed idee. Eten rondbrengen wel, maar dan gekoppeld aan mensen helpen bij het eten als die geen slikproblemen hebben. We moeten er bedachtzaam mee omgaan en in elke situatie kijken wat wel en niet kan.”
Specialiseren blijven aanmoedigen
Cijfers tonen aan dat de keuze om te specialiseren via een bijzondere beroepstitel (BBT) daalt. Sinds 2019 ontvangt het Nederlandstalige onderwijs geen subsidies meer voor deze opleidingen, in tegenstelling tot het Franstalige onderwijs. In Vlaamse en federale zorginstellingen was de premie voor wie een BBT of BBK (bijzondere beroepskwalificatie) had ook een tijd lang afgeschaft.
“Jaren geleden maakte IFIC de oefening om alle verpleegkundige specialisaties op basis van de beschrijvingen van personen met een BBT of BBK te beschrijven en te wegen”, zegt Klaartje. “Enkele profielen bleven in klasse 14, andere stegen naar 15 in functie van hun invulling in het werkveld. We kunnen mensen met een BBT of BBK niet belonen voor hun extra diploma via IFIC. Dat kan eventueel wel via een premie, al beperk je zo de intermobiliteit van je personeel.” Bob voegt toe: “Wat de gespecialiseerde verpleegkundigen betreft, zal de wetgeving eerst duidelijk moeten maken wat de criteria voor deze functie zijn en wat men definieert als een specialisatie. De term specialisatie gaat vandaag alle kanten uit omdat er geen duidelijk kader is. Nochtans zijn gespecialiseerde profielen zeer waardevol in diverse zorgsettings. Vanuit Zorgnet-Icuro zijn we geen voorstander van te veel specialisaties, maar het is een black box waarvan de inhoud onbekend is en waar de overheid nu werk van moet maken. wanneer er meer duidelijkheid bestaat over de definiëring en criteria van een specialisatie, kunnen wij aan de slag op het terrein, onder meer met IFIC.”
Voor NETWERK VERPLEEGKUNDE is het duidelijk dat nieuwe functies dringend ingeschaald moeten worden in IFIC. Voor de al bestaande gespecialiseerde verpleegkundige functies dient op korte termijn een herevaluatie binnen IFIC te gebeuren naar gelang competenties en verantwoordelijkheden. Al is er nog een heel voortraject dat moet plaatsvinden. “Los van die gesprekken en de sociale akkoorden moet de overheid zich engageren om het budget van de loonkost te dekken voor functies die in evaluatie zijn”, besluit Klaartje. “Dat biedt perspectief en laat toe dat we in stapjes vooruit kunnen. Nu blijven we ter plaatse trappelen.”