Afdeling in de kijker: Mucocentrum UZ Gent
“Een klein, maar hecht team”
Tijdens een shift in het Mucoviscidosecentrum van UZ Gent kreeg Marleen Vanderkerken een verrassend telefoontje. Ze was verkozen als ‘Parel van 2020’. De kers op de taart na een mooie, lange loopbaan. Begin 2021 ging Marleen namelijk met pensioen. Ze werkte bijna 20 jaar in het Centrum voor Mucoviscidose, zowat de helft van haar carrière. “Als verpleegkundige probeer je je werk zo goed mogelijk te doen. Dat spreekt voor zich. Die appreciatie, zeker ook van de jongere collega’s, doet deugd”, zegt Marleen.
Het team verpleegkundigen in het Mucoviscidosecentrum is klein, maar hecht. “Het is een intensieve job, die we met heel ons hart doen”, zegt Marleen. Dat beamen ook haar collega’s Ann Raman en Gina Van Damme: “We zijn met twee voltijdse verpleegkundigen en één halftijdse. Fien Vanden Neucker vervangt Marleen. Zij was een echt la mamma van het team en de patiënten. Omdat we een vaste patiëntengroep hebben en weinig met overlijden te maken hebben, is dat haalbaar. Al werken we wel met chronisch zieke patiënten, die het mentaal ook al eens zwaar hebben. Dan spreken wij hen, de familie en elkaar nieuwe moed in. We kunnen een beroep doen op heel wat wetenschappelijke vooruitgangen en op een echt muco-vangnet. Zowel patiënten als zorgverleners worden goed omkaderd door de mutualiteiten, de mucocentra en de patiëntenvereniging.”
Afdeling in de kijker: “Hier staat hoop altijd centraal”
Op de dienst Pediatrie van het UZ Antwerpen werken vijftig verpleegkundigen voor 57 bedden. Het team bestaat uit welgeteld twee mannen en 48 vrouwen. “Maar die staan hun mannetje wel, hoor”, zegt hoofdverpleegkundige Katrien Vandevelde. “Al geef ik toe dat wat meer testosteron wel welkom zou zijn (lacht).” Haar verpleegkundigen vormen een leuk, jong team dat altijd voor elkaar klaar staat. Bij de positieve en bij de droevige verhalen.
Werken met kinderen zorgt ervoor dat er altijd leven in de brouwerij is. Toch kijken kinderverpleegkundigen er ook naar uit om even stoom af te blazen na corona. “Emotioneel is het vaak zwaar om dragen. Daarom zetten we hoop altijd centraal. We praten veel samen en tonen onze appreciatie voor elkaar”, zegt Katrien. “Ik bewonder de enorme doorzetting en het enthousiasme van mijn team. Ze vangen elkaar op wanneer het moeilijk gaat en zijn altijd positief. Een attitude die ik zelf ook hanteer. Het is belangrijk het goede voorbeeld te geven.”
Column: Eergevoel
Liesbeth Moortgat is verpleegkundige en projectcoördinator van Samen is Beter (SIBE), een federaal pilootproject rond geïntegreerde zorg in de regio Torhout-Oostende-Veurne. Elke maand deelt ze wat haar bezighoudt, in haar job en daarbuiten.
Neen, ik ben er nog altijd niet uit bij de eerste alinea’s van deze column. Moeten we op onze strepen staan als het gaat over de Dag van de Verpleegkundige? Of laten we oogluikend toe dat deze dag stilaan vervangen wordt door de dag van de zorgmedewerker?
Het is gekend, als verpleegkundige zijn we niet gewoon om eigen belang boven algemeen belang te plaatsen. Zorgen voor is belangrijker dan zelfzorg. Toch zijn ook trots en eergevoel ons niet vreemd. Een spreidstand dus, tussen laten begaan of onze stem laten horen.
Jaren werd geijverd voor meer erkenning van verpleegkundigen. Nadat een eerste voorstel door de Amerikaanse president Eisenhower verworpen werd in 1953, werd op 12 mei 1964 voor het eerst wereldwijd hulde gebracht aan verpleegkundigen. Pas in 1974 kreeg de dag officieel de benaming Internationale Dag van de Verpleegkundige (#IND).
In Westminster Abbey (Londen) vindt jaarlijks op 12 mei een Florence Nightingale herdenkingsdienst plaats waarbij de symbolische lamp uit de verplegingskapel van de abdij doorgegeven wordt van de ene verpleegkundige naar de andere. De overhandiging van de lamp reflecteert het wederzijds respect van verpleegkundigen en staat symbool voor het doorgeven van kennis. Ook leerling-verpleegkundigen nemen een prominente plaats in tijdens deze ceremonie met aandacht voor de overdracht van kennis naar toekomstige generaties.
De Dag van de Verpleegkundige is dus niet zomaar een dag. Naast een belangrijke geschiedkundige achtergrond, is de Dag van de Verpleegkundige ook gericht op de toekomst van ons vak. Zo wordt vanuit de International Council of Nurses (ICN) jaarlijks een specifiek thema aangekaart met betrekking tot de verpleegkundige zorg. Dit jaar focust #IND2021 op de stem van de verpleegkundigen binnen het beleid. Met het subthema: een visie op de toekomst van de gezondheidszorg en de impact van COVID-19 op het gezondheidssysteem en het verpleegkundig beroep.
Het is me intussen duidelijk, de geschiedkundige en toekomstgerichte betekenis van de Dag van de Verpleegkundige, is in Vlaanderen in de vergeethoek geraakt. Is het daarom dat we oogluikend toelaten dat de Dag van de Verpleegkundige meer en meer omgezet wordt naar Dag van de Zorg(medewerker)?
Interdisciplinair samenwerken is cruciaal om op een duurzame manier geïntegreerde zorg te bieden. Maar voldoende inzicht over onze eigen rol binnen deze samenwerking is essentieel. Laat ons op 12 mei dan ook reflecteren over eigen kunnen, tijd nemen om terug te kijken en een blik te werpen op de toekomst van onze rol in de steeds complexere gezondheidszorg.
Van die benaming maak ik echt geen erezaak. Maar beloof mij één iets, de #trotsoponzezorg hashtag strooien we royaal rond op sociale media. Laat het de start zijn van iets nieuws. Ik kijk nu al uit om al jullie verhalen te lezen!
Juridische vragen en antwoorden #2
Aansprakelijk voor infectie bij COVID-19-vaccins?
“Heel wat verpleegkundigen zijn wat ongerust. In de vaccinatieprocedure voor de COVID-19-vaccins is geen ontsmetting voorzien. Zijn verpleegkundigen aansprakelijk wanneer zich bij de patiënt nadien een lokale reactie of infectie voordoet?”
Antwoord:
Voor elke verpleegkundige handeling moet een procedure opgesteld worden zodat iedere verpleegkundige, ongeacht de instelling, dienst of praktijk, de zorg op een eenvormige, correcte en veilige manier kan uitvoeren. Verpleegkundigen die een procedure volgen die door verantwoordelijken is opgesteld, zijn niet aansprakelijk wanneer ze deze procedure correct volgen.
Algemeen geldt dat ontsmetten voor een vaccinatie niet nodig is, benadrukt de taskforce vaccinatie. Meer nog: het kan zelfs nadelig zijn door de mogelijke interactie van de ontsmetting met het vaccin. Wetenschappelijk is het niet bewezen dat ontsmetting voor een intramusculaire inspuiting een infectie voorkomt. Enkel een duidelijk bevuilde huid moet ontsmet worden.
Mag ik patiënten op PAAZ-dienst ’s nachts alleen laten?
“Op de PAAZ-dienst zijn door een herschikking ’s nachts minder verpleegkundigen beschikbaar. Daardoor moet, ondanks verplichte observatie voor gefixeerde patiënten, de eigen dienst in sommige gevallen alleen gelaten worden. Dit is in strijd met de normen en vraagt een risico-inschatting van de verpleegkundige. Is de verpleegkundige aansprakelijk wanneer er zich tijdens het helpen van een patiënt op de dienst een incident met eventuele schade voordoet?”
Antwoord:
Een verpleegkundige werkt zo zorgvuldig mogelijk in de situatie en met de middelen die ter beschikking worden gesteld door de zorginstelling. Zijn deze middelen niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen of laten die niet toe om als verpleegkundige op een veilige manier te werken, dan moet de verpleegkundige dit schriftelijk melden aan de directie. Dit kan met een verslag van de dienstvergadering, een e-mail, enzovoort. In dat bericht moet duidelijk staan dat verpleegkundigen in deze omstandigheden de veiligheid van de patiënten en de kwaliteit van de zorgen niet langer kunnen waarborgen. Gaat de directie hier niet op in, dan is de verpleegkundige niet langer aansprakelijk voor de gevolgen van onderbemanning en eventuele inschattingsfouten die in eer en geweten zouden gemaakt worden.
Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NVKVV. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridischadvies@nvkvv.be en de juridische adviesgroep NVKVV gaat voor jou op zoek naar het antwoord.
Netwerk aan het woord: “Elke patiënt verdient de juist zorg”
We zetten graag de mensen in de kijker. Wie is de verpleegkundige achter het uniform en waar komt hun passie voor het beroep vandaan? Bart Rens (46) is hoofdverpleegkundige Spoedgevallen in het AZ Sint-Maarten in Mechelen. Hij is ook voorzitter van de werkgroep Kritieke Diensten.
Waarom ben je verpleegkundige geworden?
Mijn ouders waren sociaal bewogen en hebben mij ook zo opgevoed. Ik groeide op in Olen en tegenover ons woonde een boerengezin. Toen het koppel hulpbehoevend werd, ging ik daar helpen. En dat beviel me erg. Later kwam ik via de jeugdbeweging in contact met mensen met een beperking. Ik wilde toen orthopedagogie gaan studeren, maar koos uiteindelijk voor verpleegkunde omdat het een polyvalente opleiding is waarmee je alle kanten uit kunt.
Wat boeit je in je job?
Als hoofdverpleegkundige bots ik elke dag op nieuwe uitdagingen en nieuwe situaties die om een oplossing vragen. Ik vind het boeiend om er telkens voor te zorgen dat mijn team alle nodige middelen heeft om goede zorgen te kunnen bieden.
Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?
Hoofdverpleegkundigen moeten in staat zijn om telkens het overzicht te bewaren. We zijn een soort go-between tussen de verschillende disciplines in een team. Tegelijk zijn we ook de pleitbezorgers voor de patiënten.
Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?
Het doet me altijd ontzettend deugd wanneer onze patiënten ons laten weten dat ze tevreden zijn over onze afdeling. We willen hen meer betrekken in de zorg. Daarom starten we met een onderzoek naar patiëntenbeleving. Ook de dankbaarheid van onze patiënten en hun familie omdat we tijdens de coronacrisis toch één bezoeker per patiënt toelieten op onze afdeling, zal ik niet snel vergeten. Dat heeft voor onze patiënten vaak het verschil gemaakt.
Zijn er ook minder fijne momenten?
Af en toe hebben we patiënten die agressief of veeleisend zijn. De laatste jaren merk ik ook vaker dat er soms een juridische strijd volgt. Voor de hulpverleners die het beste van zichzelf gegeven hebben, is zo’n rechtszaak altijd pijnlijk. Ik maak me ook zorgen om de meest kwetsbaren onder ons. Op de spoeddienst komen mensen uit alle lagen van de bevolking binnen. Ik merk dat mensen die economisch zwakker staan, vaak niet de toegang hebben tot de juiste zorg. Terwijl elke patiënt dat net verdient.
Wat zijn de uitdagingen van vandaag en morgen voor verpleegkundigen?
Het zal een uitdaging zijn om een balans te blijven vinden tussen het verhogen van efficiëntie in ons werk en tegelijk kwalitatieve, menselijke zorg blijven bieden. Gelukkig merk ik dat er meer en meer wordt ingezet op kwaliteit op maat. Heel wat ziekenhuizen stappen uit uniforme kwaliteitssystemen en kiezen voor systemen waarbij de patiënt centraal staat en niet het aantal checklists dat wordt ingevuld.
Wat doe je in je vrije tijd?
Tijdens het weekend ga ik met twee vrienden mountainbiken. Dat is voor mij de perfecte manier om mijn hoofd vrij te maken. We trekken dan de bossen in en genieten van de natuur en van de fysieke inspanning.
Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van het NVKVV? Schrijf je in met een mailtje naar info@nvkvv.be.
Digitaal dagboek als hulpmiddel in GGZ
In de geestelijke gezondheidszorg vertelt de zorgvrager zijn/haar verhaal op een retrospectieve manier, een verhaal dat kan gekleurd worden door het geheugen of emoties die op het moment spelen. Om een accurater beeld te krijgen werd in 1977 de Experience Sampling Methode (ESM)[1] ontwikkeld. Een intensieve techniek waarbij iemand gevraagd wordt meermaals per dag een korte vragenlijst in te vullen over emoties, gedrag, en context. Een tijdrovend werkje, dat het Centrum voor Contextuele Psychiatrie (KU Leuven) in samenwerking met m-Path (KU Leuven) nu omzet naar een handige app.
Zorgverleners in de GGZ beseffen dat de mentale gezondheidsklachten van hun zorgvragers vaak momentopnames zijn, gebonden aan een context. Als zorgvrager in de GZZ ben je beïnvloed door je geheugen en je emoties. Om als zorgverlener een accuraat beeld te schetsen en de verbanden tussen gebeurtenissen en emoties in kaart te brengen, ontwikkelde de Amerikaans-Hongaarse psycholoog Mihalyi Csikszentmihalyi de Experience Sampling Methode (ESM). Toen was het een dagboekje met vragen waarvoor de zorgvrager tien keer per dag een herinnering kreeg via een horloge. Daaruit werd een grafiek gemaakt om de reactiviteit van emoties in kaart te brengen.
In de klinische realiteit was deze methode van in kaart brengen bijzonder tijdrovend, alles wat in het boekje werd ingevuld moest eerst handmatig in een computer worden gezet. Dat kan eenvoudiger, vonden ze bij KU Leuven. De afdeling Contextuele Psychiatrie ging samen met m-Path aan de slag en ontwikkelde op basis van ESM een app die toelaat klinisch relevante data te verzamelen en die meteen in kaart te brengen. “En die tool willen we klinisch implementeren. UPC Kortenberg en enkele zelfstandige praktijken testen die momenteel volop uit”, zegt Jeroen Weermeijer, onderzoeker Contextuele Psychiatrie aan de KU Leuven.
Emoties in realtime
Als zorgvrager installeer je de app op je smartphone. Daarna krijg je tienmaal per dag, een week lang, een melding om enkele vragen te beantwoorden. Dit duurt slechts één of twee minuten. “We peilen naar positieve stemmingen zoals tevredenheid, enthousiasme en ontspanning, maar evengoed naar negatieve emoties zoals eenzaamheid, angst, stress, onzekerheid of droefheid”, legt Jeroen uit. “Dat wordt gekoppeld aan de situatie waarin die persoon zich op dat moment bevindt: is hij/zij alleen, bij vrienden of familie, op het werk, enzovoort.”
Een dagboek in realtime dus. “Dit werkt heel eenvoudig voor alle betrokken partijen. Als zorgvrager ben je bewuster met je emoties bezig en als zorgverlener kan je er de behandeling op af stemmen. Zo kan de zorgvrager één week de app gebruiken, therapie volgen en dan ter evaluatie nog een week de vragenlijsten invullen”, zegt Jeroen. “Je kan die beide weken vergelijken en concluderen of de behandeling al dan niet aanslaat. Dit is overigens niet enkel interessant voor de behandelende arts of psycholoog, maar ook voor verpleegkundigen en andere leden van het zorgteam. Tijdens briefings kan duidelijk aangegeven worden of de betrokken zorgvrager al dan niet vooruitgang boekt, gekoppeld aan zijn/haar gedrag.”
Momenteel peilt de app standaard naar zorgvragers hun emoties en context, maar zorgverleners kunnen ook eigen vragenlijsten opstellen of vragen toevoegen die speciaal zijn ontwikkeld voor dwangstoornissen, psychoses of niet-suïcidale verwondingen of suïcidale gedachten. Op termijn zal de tool ook de mogelijkheid bieden om vragen toe te voegen over bijvoorbeeld depressie of burn-out. “De zorgverleners die de app vandaag gebruiken zijn in het algemeen positief. Al hebben ze terecht ook bezorgdheden over privacy en anonimiteit. De app die we gebruiken voldoet aan alle GDPR-richtlijnen en is volkomen veilig”, zegt Jeroen nog. “We willen hiermee onderzoek en de klinische realiteit samenbrengen. Bruggen bouwen, zeg maar.”
[1] Csikszentmihalyi, M, Larson, R., & Prescott, S. (1977). Flow experience in the daily lives of older adults: An analysis of the interaction between flow, individual differences, serious leisure, location, and social context. Journal of Youth and Adolescence, 6, 281–294.
Afdeling in de kijker: CR1 Zorggroep Sint-Kamillus
“Je hart luchten bij de collega’s is goud waard”
Op dienst CR1 van Zorggroep Sint-Kamillus zet een gemotiveerd team zich dagelijks in voor patiënten met een niet-aangeboren hersenletsel. Het is een afdeling waar verpleegkundigen hun job intens beleven. In de oriënterende en behandelende taken, maar ook wat de verhalen van hun patiënten betreft. Het delen van die beleving en hun gevoelens erbij maakt dat het team erg hecht is. Misschien schuilt daarin wel de reden dat verpleegkundige Kimberly Jammaers verkozen werd tot Parel van 2020. Een erkenning die ze meteen ook graag opdraagt aan al haar collega’s. “We kunnen alles delen met elkaar op de werkvloer, ook als we eens een lastig moment hebben, zodat we het niet mee naar huis nemen. Dat is goud waard.”
Afdelingshoofd Karel Claessens bevestigt: “Op CR1 zijn mensen opgenomen wanneer verwardheid en desoriëntatie op de voorgrond staan. Het lukt hen vaak niet om zelf onder woorden te brengen wat belangrijk is voor hen of waar ze nood aan hebben. Dit maakt dat ze onrust kunnen ervaren. Het enerzijds kunnen omgaan met dit gevoel van onmacht en het zich anderzijds kunnen verplaatsen in de belevingswereld van de patiënt vraagt veel moed, expertise en creativiteit van het team. Een goede interdisciplinaire samenwerking en communicatie zijn hiervoor cruciaal. Ik ben er alvast van overtuigd: enkel parels kunnen dit werk aan.”
Column: Zielenroerselen
Liesbeth Moortgat is verpleegkundige en projectcoördinator van Samen is Beter (SIBE), een federaal pilootproject rond geïntegreerde zorg in de regio Torhout-Oostende-Veurne. Elke maand deelt ze wat haar bezighoudt, in haar job en daarbuiten.
Een onverwachte vraag met een antwoord waar ik geen seconde over moest twijfelen. Ja, ik wil als columnist deel uitmaken van Netwerk Verpleegkunde!
Het is niet nieuw, een vaktijdschrift voor verpleegkundigen in Vlaanderen. Vanaf de prille ontstaansjaren van de verpleegkundige vakvereniging in Vlaanderen verscheen een tijdschrift. Oerdegelijk maar saai, zoals actief NVKVV-lid Michel Foulon het in zijn afscheidsinterview verwoordde. In 1996 startte de samenwerking met Nursing, een jong en fris blad waar Foulon wel perspectief in zag. Nursing is een vakblad om u tegen te zeggen. Toch weet ik zeker dat we ons allemaal wel eens geërgerd hebben aan de typische Nederlandse terminologie zoals bejegening, handreiking, zuster en het visite lopen. Termen die alleszins geen deel uitmaken van mijn dagelijks professioneel taalgebruik. Ook het verschil in benaming van de verpleegkundige opleiding in de beide landen is en blijft verwarrend.
Mijn eerste Nursing dateert van oktober 2010, de start van mijn jaren in het onderwijs. De stempel op het tijdschrift, herinnert me aan het feit dat ik dit exemplaar nooit teruggaf aan de rechtmatige eigenaar. Excuses, Hilde, mocht je al jaren op zoek zijn naar dat ene ontbrekende nummer. Al snel werd ik zelf lid van het NVKVV en werd mijn stapel aangevuld met vele stempelvrije exemplaren. Ontelbare artikels, quizvragen, PICO’s en andere werden gebruikt tijdens mijn lessen in het verpleegkundig onderwijs. Op zoek naar begrijpbare en toegankelijke vakliteratuur vond ik altijd wel mijn gading. De vele onderzoeksvragen lagen mee aan de basis van de opstart van een journal club en de jaarlijkse uitstappen met de studenten naar de Week van de Verpleegkunde in Oostende zijn om diverse redenen memorabel.
Nog meer herinneringen komen boven bij het doorbladeren van de vele tijdschriften die zichtbaar variëren in lay-out doorheen de jaren en waarin NVKVV jaar na jaar toch een meer aanwezige rol krijgt aangemeten. Het was hard werken om Nursing een vleugje Vlaanderen mee te geven, liet Foulon verder optekenen. Balanceren op een dunne lijn van samen denken en samen werken en de angst om onze ziel weg te geven. “Ik kreeg dikwijls kritiek vanuit de organisatie: Ge geeft uw ziel weg aan de Nederlanders”, zei hij toen. Evenwicht zoeken in samenwerkingsverbanden, het is en blijft een herkenbaar gegeven. De lijn tussen echt samenwerken met een zelfde doel voor ogen en in de valkuil van het opportunisme trappen is flinterdun.
Het getuigt van lef en durf dat NVKVV kiest voor het verbindende Netwerk Verpleegkunde. Verpleegkunde anno 2021 staat namelijk meer dan ooit voor transdisciplinair samenwerken met artsen, zorgkundigen, apothekers, thuiszorg, maatschappelijk werkers, … en bovenal een nauwe samenwerking met onze patiënten en dit alles binnen een breed netwerk. In dit oerdegelijk, maar alles behalve saai vaktijdschrift, lees je de komende tijd meer over mijn zielenroerselen als mens en verpleegkundige. En vergeet intussen niet: netwerken in alle mogelijke facetten – online en offline – is net als werken, later meer hierover, beloofd!
Liesbeth
Juridische vragen en antwoorden #1
Mag een niet-verpleegkundige glycemiewaarden bepalen?
“Mijn echtgenoot is opvoeder in een instelling voor gehandicapten. Niet-verpleegkundigen bepalen er na een bijscholing de glycemie van bewoners. Ze stellen ook de insuline in en dienen die toe, soms met fouten.
Mag dit? Hoe kunnen we de werkgever hierover op een goede, geïnformeerde manier benaderen?”
Antwoord:
Het bepalen van glycemiewaarden en het instellen en toedienen van insuline zijn verpleegkundige handelingen die zonder een diploma verpleegkunde niet mogen worden uitgevoerd. Gebeurt dit toch, dan is deze persoon strafbaar. Maar ook de leidinggevende die een niet-bevoegd persoon de opdracht geeft, is strafbaar. Een arts, verpleegkundige of directielid is dus evengoed in fout. Bij het vergoeden van eventuele schade, kan de leidinggevende ook mee aansprakelijk gesteld worden.
Er is een uitzondering: een mantelzorger mag deze handelingen wel uitvoeren, maar dan enkel buiten zijn of haar beroep.
Mag ik als vrijwilliger werken?
“Mogen gepensioneerde verpleegkundigen ingeschakeld worden voor een vaccinatie. Kan dit dan als vrijwilliger? Waar moet dan op gelet worden?”
Antwoord:
Dit kan zeker. Een verpleegkundige mag vaccineren zonder de aanwezigheid van een arts. Dat is vastgelegd in het koninklijk besluit van 18 juni 1990. Daarnaast moet je een diploma verpleegkunde op zak hebben als je de activiteiten van een verpleegkundige wil uitoefenen. Daar is geen statuut of arbeidscontract aan verbonden. Je mag dus verpleegkundige handelingen uitvoeren, bezoldigd of als vrijwilliger.
Enkele aandachtspunten:
- Voor elke handeling moet je als verpleegkundige de nodige competentie, opleiding en ervaring hebben. Anders moet je de handeling weigeren.
- Voor elke verpleegkundige handeling moet de zorginstelling verplicht een procedure hebben. De handeling moet genoteerd worden in het verpleegdossier.
- Werk je als vrijwilliger, zorg dan dat de instelling of de organisatie waar je helpt een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid afsluit.
Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NVKVV. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridischadvies@nvkvv.be en de juridische adviesgroep NVKVV gaat voor jou op zoek naar het antwoord.
Collega’s versterken met taalapp
Dat er een tekort aan zorgpersoneel is, hoeven we niet meer te schrijven. Nochtans is er een grote groep mensen die wel over de nodige kwalificaties beschikt, maar die het Nederlands of Frans nog niet helemaal machtig is. Taalapps zijn daarin een partner voor de zorginstellingen.
In de zorg is communicatie een belangrijke vaardigheid. Praten met je zorgvrager, je collega’s en leidinggevenden is essentieel bij het uitvoeren van je job. Er zijn heel wat mensen gekwalificeerd om te werken in de zorg, maar sommigen van hen beheersen het Nederlands niet voldoende. Een probleem waar taalapps raad mee weten.
Momenteel lopen er twee proefprojecten met taalapps in de zorgsector. Eén in Kliniek Sint-Jan in Brussel, een ander in een woonzorgcentrum van vzw Zorg-saam ZKJ. De taalsituaties die de gebruikers voorgeschoteld krijgen, zijn niet willekeurig gekozen. Samen met de zorginstelling wordt gekeken wat de communicatieve situaties zijn tussen de medewerkers en de patiënten of bewoners. Wat moeten ze zeker weten en waar kunnen eventueel misverstanden ontstaan? Die communicatieve noden verschillen bij iedere zorginstelling en dus is personalisatie van de app zeer belangrijk. Daarnaast is ook implementatie op de werkvloer belangrijk. vzw Zorg-saam ZKJ geeft haar medewerkers tien minuten per werkdag de tijd om met de app bezig te zijn, in Kliniek Sint-Jan gebeurt dat op zelfstandige basis.
“De taalapp met specifieke medische situaties is een grote meerwaarde, in combinatie met lessenreeksen.”
Zorggerichte situaties
Doke van Well is taalcoach in Kliniek Sint-Jan in Brussel. Een omgeving waar tweetaligheid een grote troef is. Van augustus tot oktober 2020 verzamelde ze een dertigtal medewerkers om de taalapp te testen. “Het was een zeer divers team van artsen, verpleegkundigen, psychologen, zorgkundigen en andere medewerkers. Allen beheersten ze het Frans zeer goed en wilden ze Nederlands leren”, zegt Doke. “Voor ons was dit een positief verhaal. We kregen veel praktische oefeningen aangereikt voor de medische sector. Een grote meerwaarde, in combinatie met de lessenreeksen die we aanbieden.”
Vooral de interactieve omgeving en de variatie aan oefeningen zijn voor Kliniek Sint-Jan grote pluspunten. Je leert woordenschat en verbetert je luister- en spreekvaardigheid. “Toch dook hier en daar ook wat frustratie op. We werkten met mensen van verschillende achtergronden die vaak met een ander accent praten. Wanneer ze een oefening moesten inspreken, kregen ze vaak een foutmelding. Dat was niet meteen motiverend”, licht Doke toe. “Maar algemeen was de feedback positief. Via het dashboard kon ik alles opvolgen en de deelnemers vlot feedback geven. Voor hen was dat zeer zinvol, net zoals het themagericht werken. Dat is heel concreet en meteen toepasbaar. Ze leren de taalspecifieke noden die komen kijken bij de dosering van medicatie, het contact met de collega’s, een administratieve taak, enzovoort.”
Filip Vandaele, voorzitter van de werkgroep innovatie bij vzw Zorg-saam ZKJ, beaamt het verhaal van Doke. “De app moest nog verder ontwikkeld worden richting ouderenzorg. We verzamelden initieel een groep anderstalige medewerkers om de gebruiksvriendelijkheid van de algemene app te testen vooraleer we gingen personaliseren en nieuwe contexten creëren”, vertelt Filip. “Sinds december testen twaalf mensen in WZC Sint-Elisabeth in Eeklo de app. Dat zijn zowel verpleegkundigen en zorgkundigen als keuken- en onderhoudspersoneel. Ze krijgen elk een mix van oefeningen voorgeschoteld, toegespitst op hun specifieke job. Tachtig procent van hen volgt dat zeer nauwkeurig op. Ze vertrekken vanuit het Pools, Portugees of Hindi en verbeteren zo hun Nederlands. De Nederlandstalige verpleegkundigen zijn in bepaalde regio’s schaars. De anderstalige medewerkers en hun collega’s waarderen deze aanpak enorm. De eerste reacties zijn zeer enthousiast, een officiële evaluatie volgt later.”
Onze werkgroep ICT4care zet zich in om dergelijke projecten in de schijnwerpers te zetten.