Juridische vragen en antwoorden #3 – 2024

Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridisch.advies@netwerkverpleegkunde.be en de juridische adviesgroep NETWERK VERPLEEGKUNDE gaat voor jou op zoek naar het antwoord.

Mag een zorgkundige assisteren bij proctologische onderzoeken?

“De consultatieafdeling gastro-enterologie vraagt zich af of een zorgkundige mee mag assisteren bij proctologische onderzoeken? Daarbij wordt geen steriel materiaal of medicatie gebruikt. Het gaat louter om het aangeven van materiaal aan de arts en het meehelpen om de patiënt op de onderzoekstafel te leggen.”

Antwoord:

Het assisteren bij een proctologisch onderzoek valt onder de verpleegkundige handeling ‘voorbereiding van en assistentie bij invasieve ingrepen tot diagnosestelling’ of ‘voorbereiding, assistentie en instrumenteren bij medische en chirurgische ingrepen’ (KB 18.06.1990). Bij de definitie van assistentie wordt bovendien vermeld ‘dat arts en verpleegkundige samen handelingen verrichten bij een patiënt (…)’.

Dit zijn B2-handelingen en niet delegeerbaar aan een zorgkundige gezien ze niet vermeld staan op de lijst van zorgkundige handelingen (KB 12.01.2006). Of hierbij al dan niet steriel materiaal en/of medicatie gebruikt wordt, is niet relevant.

Mag een verpleegkundige zijn observaties delegeren naar een administratieve ondersteuner, die deze info invult in een dossier?

“Administratieve medewerkers (health care management assistenten) helpen op ziekenhuisafdelingen om de werkbelasting van verpleegkundigen te verlichten. De verpleegkundige spreekt na zijn verzorging een gestructureerd verslag in (SBAR) dat naar een administratief assistent verstuurd wordt. Die geeft het dan in het elektronisch patiëntendossier in. De verpleegkundige leest na en vult aan. Hij blijft identificeerbaar. Mag dit wettelijk?”

Antwoord:

Art.3 van het KB 1990 stelt ‘Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en aangevuld, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan.’

De inhoud van het dossier is de verantwoordelijkheid van de verpleegkundige. Dit sluit niet uit dat iemand anders gegevens intikt of inbrengt. De verpleegkundige leest de tekst na, vult aan en valideert deze (manueel of elektronisch) om de inhoud te bevestigen. Hierbij moet rekening gehouden worden met de Wet op Patiëntenrechten en de privacywetgeving. De patiënt moet akkoord gaan met het doorgeven van de gegevens aan de nodige medewerkers.


Uitleenbare technologie voor meer kwaliteit van leven, wonen en werken

Welzijnsvereniging Mintus zette de technologiebibliotheek TOBI op waar zorgprofessionals eenvoudig technologie kunnen ontlenen voor hun eigen dienst. “We willen technologie laagdrempelig maken door alle medewerkers een nieuwe tool of techniek lang genoeg te laten uitproberen op de werkvloer, vooraleer ze die zelf aanschaffen”, legt zorginnovator Jakob Decavel uit.

Samen met Stad Brugge en het Brugse OCMW voorziet welzijnsvereniging Mintus seniorenzorg voor alle inwoners met een beginnende of gevorderde zorgnood. Zowel in een residentiële context via woonzorgcentra als in een thuisomgeving met ondersteuning van thuiszorgdiensten en buurtcentra. “Onze naam Mintus is het Brugse dialect voor ‘mijn thuis’ en omvat de kern van waar we voor staan: mensen een thuis geven door hen ofwel zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen of hen een warme woonst te bieden in een van onze residenties”, legt Jakob Decavel uit. Als zorginnovator is hij verantwoordelijk voor het aanbrengen van innovatie en technologie zodat Mintus de zorg kan aanbieden die het nastreeft. “Zo willen we de kwaliteit van wonen, leven en werken verbeteren voor onze zorgvragers en ons zorgpersoneel.”

26 technologieën binnen handbereik

Vanuit Mintus’ filosofie ‘Zorg met een plus’ ontstond TOBI: een technologiebibliotheek waar zorgprofessionals technologie kunnen ontlenen om zelf uit te testen in het werkveld. “De laatste jaren evolueerde technologie enorm en we zijn overtuigd van de meerwaarde die ze biedt. Toch blijft de drempel soms te hoog door het kostenplaatje en het gebrek aan kennis. Met TOBI maken we die stap kleiner”, aldus Jakob. “De bibliotheek bevat 26 technologieën die in een thuisomgeving of woonzorgcentrum inzetbaar zijn, zoals een heupairbag voor extra veiligheid bij het wandelen, een slimme drinkfles om vochtinname te monitoren, een nachtlamp met bewegingssensor, een robotkat of -hond als gezelschap, een seniorentablet of een slim fotokader om de band met de familie aan te halen. Recent voegden we Moofie toe. Dat is een kleurrijke beweegstok met sensoren die gesproken opdrachten geeft. De stick nodigt uit om bewegingsactiviteiten te doen.”

Betere digitale vaardigheden

Iedereen binnen Mintus mag items uitlenen uit TOBI en ze gedurende drie weken in de praktijk uittesten. “Waar ik de verschillende diensten coach om innovaties te implementeren, gaat onze zorgtechnoloog Margot met de betrokken medewerkers aan de slag zodat de tool ook effectief wordt uitgeprobeerd”, gaat Jakob verder. “Ze vormt de brug tussen technologie en bewoners en personeel, waardoor mensen meer vertrouwen krijgen. Wil een medewerker of dienst na de uitleenperiode de technologie permanent toepassen, dan moeten ze die aankopen. Al bekijken we ook of een deelsysteem mogelijk is, bijvoorbeeld wanneer een bepaald hulpmiddel een hoge aankoopprijs heeft.”

De technologiebibliotheek is binnenkort online beschikbaar zodat medewerkers nog makkelijker zien welke items er zijn, inclusief een korte omschrijving, handleiding en richtprijs. Verder laat een handig boekingssysteem toe het item voor jouw dienst te reserveren. “TOBI verbetert niet alleen de kwaliteit van zorg en leven, maar verhoogt ook de digitale vaardigheden van medewerkers. We streven steeds naar een goede match tussen technologie en praktijk om zo concrete uitdagingen uit het werkveld het hoofd te bieden. Zo is er een mooi voorbeeld van een oudere dame die het Louvre wou zien. Dat was niet realistisch, maar een medewerker gaf haar een VR-bril met beelden van het museum. Fantastisch hoe technologie de droom van iemand kan waarmaken.”

Foto: copyright Bart Lasuy


“Je kan zoveel doen met je twee handen, of door een babbeltje te slaan”

We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Peter van Rosendaal (50 jaar) is coördinator van de mobiele en nacht-equipe bij het Wit-Gele Kruis in Antwerpen en lid van  het Regionaal Netwerk Antwerpen.

Waarom ben je verpleegkundige geworden?

Eigenlijk per toeval: als achttienjarige wist ik niet welke richting ik uit wou en ik bezocht na een jobbeurs in Antwerpen de campus van Sint-Berlindis. Daar was zo’n aangename sfeer dat ik me meteen inschreef. In het begin was het zoeken, maar tijdens mijn stages is mijn passie gegroeid. Het is de beste beslissing ooit geweest en ik heb nog geen seconde getwijfeld.

Wat boeit je in je job?

Mijn job geeft me zuurstof: mensen mogen helpen en zorg voor hen dragen. In de thuisverpleging is er altijd veel te leren en ik ben gepassioneerd door de technische handelingen in mijn job. Ik schuim de vormingen af, want verpleegkunde is een job in evolutie. Er verandert altijd iets. Ik vind het leuk om mijn collega’s hier ook in te ondersteunen en begeleiden. Daarnaast mogen we bij de mensen thuis komen en ontvangen ze ons met open armen. Er is zoveel dat je kan doen met je twee handen, of zelfs gewoon door een babbeltje te slaan. Mensen voelen zich gehoord en hebben vertrouwen.

Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?

Openheid naar mensen. Flexibiliteit: het heeft soms een negatieve bijklank, maar kan ook erg verrijkend zijn. En empathie natuurlijk.

Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?

Heb je een paar dagen? (Lacht) Het leukste vind ik om met weinig inspanning veel te bereiken. Die kleine dingen die het mooi maken, al is het vaak met een lach en een traan.

Zijn er ook minder fijne momenten?

Het blijft een job die beklijvend is. Wanneer mensen er slecht aan toe zijn of overlijden, dan kruipt dat onder je vel. Als jonge man was dat voor mij heel evident, maar nu ik zelf ouder ben, besef ik dat het leven eindig is. Voor mij ook. Je staat er meer bij stil.

Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?

Ik kijk reikhalzend uit naar de verdere digitalisering. Toen ik startte als thuisverpleegkundige belde ik elke ochtend naar mijn afdelingshoofd om te horen wat mijn ronde was. Tijdens die briefing van een halfuur schreef ik alles op een papier. Vandaag gaan we op stap met een elektronisch verpleegdossier. Binnenkort introduceren we nieuwe software die ons werk nog eenvoudiger gaat maken. Wat gaat artificiële intelligentie betekenen voor ons werk als verpleegkundige? Ik vraag het me af en kijk er nu al naar uit. Ook het gebruik van technische middelen zie ik heel positief in.

Wat doe je in je vrije tijd?

Mijn vrouw en ik zijn van de stad Antwerpen verhuisd naar de Kempen en zijn volop in ontdekkingsfase, dus we fietsen heel veel. Daarnaast probeer ik me ook te engageren voor de zwakkeren in onze maatschappij. Ik heb me graag als vrijwilliger ingezet voor de daklozenwerking in Antwerpen. Nu bekijk ik hoe ik dat kan verder zetten in de Kempen, om een steentje bij te dragen met de kennis en kunde die ik heb.

 

Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van NETWERK VERPLEEGKUNDE? Schrijf je in met een mailtje naar info@netwerkverpleegkunde.be.


Essentiële radar in ons woonzorgcentrum

Algemeen directeur Mieke Van Acker van woonzorgcentrum De Zonnewende in Meulebeke twijfelde niet over welke afdeling ze in de kijker wou zetten. Ze stelde resoluut haar twintigkoppige onderhoudsteam voor. Zij verzetten zowel voor als achter de schermen heel waardevol werk. “Hun wendbaarheid is hun grootste troef. Zonder hen kan ons woonzorgcentrum niet draaien”, vertelt Mieke trots.

Het onderhoudsteam van woonzorgcentrum De Zonnewende in Meulebeke staat dagelijks in voor onder andere de schoonmaak van de instelling, het op- en afdienen van de maaltijden en de was en de plas. Dat doen ze steeds met een glimlach en vanuit de behoefte van de zorgvragers. “Sinds enkele jaren hebben we in De Zonnewende een vraaggestuurde werking”, legt algemeen directeur van De Zonnewende Mieke Van Acker uit. “Zeker voor het onderhoudsteam betekende dat een grote verandering in hun schema’s. Vaak brengt verandering weerstand, maar dit team omarmde de situatie met de glimlach.”

De vraaggestuurde werking vereist heel wat flexibiliteit van het personeel. Bewoners krijgen inspraak over wat en waar ze willen eten of wanneer de kamer schoongemaakt wordt. Mieke: “Ik bewonder de dynamiek van het onderhoudsteam elke dag. Het principe van ‘survival of the fittest’ gaat bij ons niet op. Hier werken we samen aan de meest optimale zorg voor en met onze bewoners. Wendbaarheid is hierbij de grootste troef.”

Waardegevoel vergroten

Hoewel een onderhoudsteam eerder een ondersteunende rol heeft, maken deze twintig mensen net voor de schermen het verschil. Ze betrekken de ouderen zelfs bij de uitvoering van huishoudelijke taken. “Dit team zette mee de vraaggestuurde werking in beweging. Ze hebben veel contact met de bewoners en daardoor een goed zicht op de noden. Sommige bewoners leven helemaal op als ze mogen helpen afwassen of de planten verzorgen. Het vergroot hun waardegevoel en versterkt het welbevinden. Dat is een mooie verdienste van deze ploeg”, benadrukt Mieke. “Ze zijn vriendelijk, professioneel en hebben een goede attitude. Ik ben trots dat ze deel uitmaken van ons woonzorgcentrum.”


Nood aan actieplan dat de zorg verbindt

Dr. Yannis Léon Bakhouche is huisarts en schrijft regelmatig opiniestukken en columns voor magazines in de gezondheidszorg. Voor Netwerk Verpleegkunde geeft hij zijn visie op het verpleegkundig beroep.

De Belgische gezondheidszorg staat voor grote uitdagingen, en het beroep van verpleegkundige is geen uitzondering. Er zijn enkele cruciale kwesties rond de evolutie van het beroep, zoals de personeelstekorten, arbeidsomstandigheden, de erkenning van zwaar werk en voorstellen om het beroep te hervormen en nieuw leven in te blazen. Wat zijn de uitdagingen voor de toekomst en lijdt het beroep echt onder een gebrek aan aantrekkingskracht? Spelen managementnormen en de toenemende specialisatie van vaardigheden een rol in het tekort aan verpleegkundigen?

Voor mij schuilt de grootste uitdaging voor de verpleegkundige van de toekomst om zich te herscholen en te richten op optimale patiëntenzorg. Daarvoor moeten ze hun plaats duidelijk opnemen in de organisatie van zorg. Het beroep lijdt historisch gezien onder een verdeeld opleidingssysteem met een gebrek aan erkenning van de initiële verpleegkundige taken. De nood om die taken te verduidelijken ten opzichte van andere zorgverleners en de verschillende verpleegkundige profielen werd beantwoord door de laatste hervorming van de wet. Toch was ik liever vertrokken vanuit een geharmoniseerde opleiding voordat elk profiel gedetailleerd en gespecifieerd werd. Want om de zorgkwaliteit in ons land te organiseren, moeten we de verpleegkundige middelen in ziekenhuizen herschikken, de opleidingen versterken en een systematisch informatiebeleid invoeren.

Zijn opleidingen de sleutel tot de toekomst van het beroep? Absoluut. Zeker wanneer een regelmatige actualisering, versterking van de inhoud en een verdieping van het niveau en de begeleiding tijdens stages plaatsvindt. Zo leiden we verpleegkundigen op die kunnen omgaan met de toekomstige uitdagingen in de zorg. Daarnaast moet ook het statuut van verpleegkundigen verbeterd worden. We moeten hen toekomstperspectieven bieden. Ik pleit voor aanvullende specialisaties van een voldoende hoog niveau, zoals een klinische master in elke discipline. De gespecialiseerde verpleegkundige is zo een cruciale schakel in elk patiëntentraject.

Toch moeten we verder kijken, want het personeelstekort in de zorg heeft tastbare gevolgen. Wat kunnen we doen om het tij te keren en nieuwe mensen aan te trekken? Wat zijn de gevolgen van de concrete voorstellen om de sector aantrekkelijker te maken en in te zetten op retentie? De werkdruk neemt toe en ook administratieve en logistieke taken worden bij het zorgpersoneel neergelegd. Dit ontmoedigt en creëert een negatieve spiraal waardoor zorgverleners ermee stoppen.

We moeten verpleegkunde opnieuw zin geven, verpleegkundigen ondersteunen en hun belonen voor het werk. Daarvoor is een actieplan nodig. Niet enkel voor verpleegkunde, maar voor de hele sector. Een plan dat zorg en zorgverleners verbindt en dat gekoppeld wordt aan campagnes die de zorgopleidingen promoten, dat de banden aanhaalt tussen scholen, dat stagiairs en mentoren ondersteunt. Maar ook een plan dat het evenwicht tussen werk en privé integreert in hoe we vandaag naar de organisatie van werk in het algemeen kijken. Pas de sociale wetgeving en cao’s aan zodat verpleegkundigen hun dagen kunnen invullen op basis van hun behoeften en levensfasen. Alleen zo creëren we een aangename werkomgeving waarin alle zorgactoren gehoord en gezien worden.


Juridische vragen en antwoorden #2 – 2024

Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridisch.advies@netwerkverpleegkunde.be en de juridische adviesgroep NETWERK VERPLEEGKUNDE gaat voor jou op zoek naar het antwoord.

Mag een zorgkundige BelRAI© scoren en evalueren?

“BelRAI© is een hulpmiddel voor zorgverleners en zorgorganisaties om de noden en het functioneren van kwetsbare personen of personen in een complexe zorgsituatie op te volgen. Aan zorgkundigen wordt gevraagd opleidingen te volgen om BelRai© te scoren en evalueren. Mogen zij dit doen?”

Antwoord:

In Vlaanderen startte het Departement Zorg in juli 2023 met het invoeren van het registratiesysteem BelRai©. Dat is een score voor de globale beoordeling van de fysieke, cognitieve, psychische en sociale zorgnoden van een persoon. BelRai© is een globale schaal waarmee alle gezondheidszorgberoepen toegang krijgen tot de gegevens die ze nodig hebben in hun therapeutische relatie met de zorgvrager. Een matrix bepaalt welke beroepen toegang hebben tot welke delen (observaties). Vlaanderen wil dit uitbreiden en alle gegevens openstellen voor iedereen.

In de beroepswetgeving mogen zorgkundigen enerzijds de observaties en handelingen binnen hun eigen bevoegdheid noteren in het verpleegdossier. Anderzijds is de evaluatie van de gezondheidstoestand van de patiënt de bevoegdheid van de verpleegkundige. Het opmaken van een evaluatieschaal gebeurt dus door de verpleegkundige.

Mag een zorgkundige een bloedstaal analyseren in een bloedgasanalyser?

“Een afdeling dialyse vraagt zich af of een zorgkundige een bloedstaal mag analyseren in een POC-bloedgasanalyser. Het bloedstaal wordt tijdens de dialyse door de verpleegkundige uit de leidingen afgenomen. De zorgkundige zou dan het staal inbrengen in de bloedgasanalyser. De bepaling van glycemie is met een point-of-care test toegelaten. Mag een zorgkundige dan ook een bloedgasanalyse uitvoeren?”

Antwoord:

De glycemiemeting door capillaire bloedname is in de wet de enige uitzondering op de meting van waarden met een toestel. De point-of-care testen zijn “analysen, die tot de klinische biologie behoren, op lichaamsvochten, excreties, urine en vol bloed door eenvoudige technieken in de nabijheid van de patiënt uitgevoerd, onder de verantwoordelijkheid van een erkend klinisch laboratorium, met uitzondering van de meting van de glycemie door capillaire bloedname”. Bij deze C-handeling gaat het om metingen met eenvoudige toestelletjes of sticks.

Voor bloedgasanalyse wordt een vast toestel gebruikt. Dit valt onder de bepaling “het gebruik van apparaten voor observatie en behandeling van de verschillende functiestelsels”. Dit staat zowel op de lijst van de verpleegkundigen (B2-handeling, K.B. 18.06.1990), als op die van de medisch laboratorium technologen (K.B. 17.01.2019). Omdat het niet op de lijst van de zorgkundigen staat, is het voorbehouden aan die twee beroepen en aan artsen.


Opleidingen en app zetten mensen in hun kracht

In de zorg- en welzijnssector laat het tekort aan geschikte profielen zich al langer voelen. Niet alleen het aantrekken van mensen is een uitdaging, uitstroom en uitval vormen eveneens een probleem. Het behoud van goede zorgverleners is dus een must. Daarom ontwikkelt het onderzoeksproject Samen aan Z verschillende initiatieven om de retentie van het personeel te bevorderen. Zowel voor Vlaanderen als voor Nederland.

Samen aan Z ontstond uit het eerdere onderzoeksproject Blijf aan Z. Dat bracht in kaart wat de voorspellers van uitstroom in de zorgberoepen zijn, met als doel de uitstroom of uitval te voorkomen. Beide initiatieven vallen onder het programma Interreg Vlaanderen-Nederland, dat de samenwerking tussen Vlamingen en Nederlanders stimuleert. Het project Samen aan Z wil een antwoord bieden op de uitdagingen die zorginstellingen ondervinden bij het behouden van gekwalificeerd personeel.

“Dat doen we door een combinatie van opleidingstrajecten, een app, een dashboard en samenwerkingsmodellen”, verduidelijkt Wendy de Vaal, onderzoeker en docent aan de Thomas Morehogeschool. “We weten uit onder meer het project Blijf aan Z dat zorg- en welzijnsmedewerkers belang hechten aan effectief leiderschap, een veilig sociaal klimaat op de werkvloer en voldoende doorgroei- en ontwikkelingskansen. Vanuit Samen aan Z richten we ons daarom op werkbaar werk en meer veerkracht in de sector. Dat laatste is ook belangrijk bij startende medewerkers.”

Gratis leertrajecten

Concreet biedt Samen aan Z gratis trajecten aan voor zorg- en welzijnsmedewerkers op alle niveaus binnen hun organisatie. Met als doel een positief werkklimaat te creëren en medewerkers te ondersteunen bij de uitdagingen op de arbeidsmarkt. De thema’s lopen uiteen van innovatie tot welzijn in de zorg en zijn er voor startende medewerkers tot leidinggevenden. Wendy: “Care2Adapt focust zich op sleutelfiguren in de zorg die een brugfunctie vervullen tussen innovatie en de werkvloer. Leiden om te boeien en te binden richt zich tot leidinggevenden die met hun team een aangename werkomgeving willen creëren. Veerkrachtig starten is er voor startende zorg- en welzijnsmedewerkers die in een veilige omgeving werken aan meer zelfvertrouwen en veerkracht. Tot slot gaat het er bij Team Champions Welzijn om dat één persoon in een team de rol opneemt om zich in te zetten voor welzijn op het werk.” De duur van de trajecten verschilt per thema en varieert van enkele weken tot maanden. In maart 2024 starten nieuwe trajecten waarop geïnteresseerden zich nog steeds kunnen inschrijven.

Evoluties in welzijn

Tijdens Blijf aan Z is een dashboard ontwikkeld rond welzijn op het werk en jobtevredenheid. Ook hier bouwt Samen aan Z op verder. “Door middel van vragenlijsten en het gebruik van activity trackers, zoals een Fitbit, meten we de tevredenheid en het welzijn van de medewerkers”, legt collega-onderzoeker Nele De Witte uit. “Via de app en het dashboard koppelen we die informatie terug naar het individu. Op groepsniveau kan de leidinggevende geanonimiseerde data krijgen over het welzijn van het team, om zo te bepalen welke aandachtspunten er zijn. Het dashboard is bijzonder handig om trends en evoluties op te volgen, zowel individueel of als team.”

Naast de opleidingen en de app wil Samen aan Z ook het samenwerken en netwerken van deelnemers uit verschillende organisaties bevorderen. “We willen van elkaar leren door onderling good practices te delen”, zegt Wendy. “De trajecten zijn heel interactief opgezet en we kiezen bewust voor beperkte groepen. Dat laat ons toe in te spelen op specifieke vragen en situaties. Deelnemers kunnen tips omzetten in de praktijk en de resultaten terugkoppelen naar de groep. Zo trachten we de verbinding tussen organisaties te bevorderen en de impact en draagkracht te vergroten.”

Wil je deelnemen aan een van de trajecten of aan de slag met de app? Op interregvlaned.eu/samen-aan-z/over-ons vind je alle nuttige informatie en de links om je in te schrijven.


“Verpleegkundigen zijn meer dan cijfers en koppen”

We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Suzanne De Paepe (67 jaar) is intussen met pensioen, maar was jarenlang hoofdverpleegkundige in GZA Ziekenhuizen campus Sint-Augustinus en lid van het regionale netwerk Antwerpen.

Waarom ben je verpleegkundige geworden?

De mens heeft me altijd geboeid. Hoe dan ook was ik in de wieg gelegd voor een job met sociaal contact en een sterke menselijke factor. Ik wilde eerst gaan lesgeven. Toen ik op mijn vijftiende een blindedarmoperatie onderging, veranderde mijn blik. De ingreep was een warme, positieve ervaring, als verpleegkundige wou ik zo het verschil maken.

Wat boeit je in je job?

De snel veranderende sector. Ik stond 25 jaar op de dienst urologie. Mensen vroegen me soms of ik het nooit beu werd. Integendeel. Door zo betrokken te zijn bij de afdeling, zag ik een enorme evolutie in de behandelingen en organisatie. Je groeit mee, leert bij en bouwt een enorme expertise op. Die deelde ik graag met nieuwe medewerkers en studenten die hun kennis op hun beurt zullen uitbreiden en doorgeven.

Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?

Voor mij is empathie een van de belangrijkste eigenschappen. Als verpleegkundige moet je patiënten begrijpen en hen in al hun miserie toch zo goed mogelijk laten voelen. Verantwoordelijkheidszin is ook essentieel. Je werkt met mensen, elke handeling heeft een impact.

Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?

In de heelkunde zag ik voornamelijk patiënten die vlot herstelden van een ingreep. Toch zijn het vooral de intensievere trajecten die bleven hangen. We werden als team geconfronteerd met onmacht en frustratie en waren op elkaar aangewezen. Die krachtige, vertrouwde samenwerking straalde af op de patiënten en hun naasten. Wanneer een langer herstelproces tot een goed einde werd gebracht, genoten we des te meer van het samen delen van dit succes.

Zijn er ook minder fijne momenten?

Helaas wel. Het personeelstekort werkt die in de hand. Een team dat je dienst door en door kent en als een geoliede machine samenwerkt is een utopie geworden. Meer en meer zag ik langdurige afwezigheden die vaak nog verlengd werden. Het team vangt dat wel even op, maar de situatie wordt uitzichtloos. De draagkracht van de collega’s zien afnemen is ondraaglijk. Af en toe sprong een interimverpleegkundige bij, maar dat is niet hetzelfde. Verpleegkundigen zijn meer dan cijfers en koppen.

Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?

Ik denk dat op het vlak van functiedifferentiatie nog veel moet gebeuren. Alle nieuwe profielen in de sector vereisen samenwerking. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. Alleen volgen de veranderingen elkaar zo snel op dat het moeilijk wordt om ze bij te houden. Soms wordt iets gelanceerd, maar nog voordat iedereen ermee aan de slag kan is het alweer veranderd. Er moet voldoende aandacht zijn voor de haalbaarheid van nieuwe regels.

Wat doe je in je vrije tijd?

Ik wandel heel graag. Vroeger stapte ik gemakkelijk 20 tot 25 kilometer. Mijn leeftijd en een knieoperatie laten dat niet meer toe, maar ik blijf de wereld intrekken. Ik verken regelmatig ongerepte plekjes rond Antwerpen, zowel met een wandelclub als met een groepje van vroegere collega’s. Zo ontdek ik zelfs dicht bij huis plaatsen waar ik anders nooit terecht zou komen.

 

Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van NETWERK VERPLEEGKUNDE? Schrijf je in met een mailtje naar info@netwerkverpleegkunde.be.


Intensieve zorgen leiden tot een intense band

Als interimverpleegkundige bij Randstad wordt Christel Segaert flexibel ingezet op verschillende afdelingen in diverse ziekenhuizen. Al vijftien jaar lang geeft ze elke keer het beste van zichzelf, zonder compromissen. Ze werd daarom door Randstad genomineerd als Parel van een Verpleegkundige. Op het moment van dit interview was Christel voltijds tewerkgesteld op de dienst intensieve zorg pediatrie in het UZ Gent.

“Het is een groot team maar we hangen heel sterk aan elkaar”, steekt Christel van wal. “Op een dienst intensieve zorg is de nauwe band onder collega’s echt belangrijk. Het is allesbehalve rozengeur en maneschijn. Er zijn veel emoties en we gunnen elkaar de tijd om te ventileren. Bovendien rekenen we op een fantastische psychologe die het team ondersteunt.” Volgens Christel spelen de goede richtlijnen op de afdeling een grote rol. Die helpen bij het communiceren onderling en met patiënten en bezoekers. Door die duidelijke, transparante aanpak is er meer respect en begrip voor elkaar.

Wisselwerking tussen alle partijen

Als verpleegkundige gespecialiseerd in intensieve zorg en pediatrie wordt Christel voornamelijk ingezet op deze afdelingen. Hoewel het vaak zware shiften zijn, haalt ze enorm veel voldoening uit haar werk. “Het is een moeilijke maar dankbare job. Een goede samenwerking tussen alle partijen is essentieel. De verslagen worden na elke shift ter harte genomen zodat we steeds in staat zijn de artsen en naasten zo goed mogelijk te informeren. Zeker op pediatrie is het ook een beetje zorgen voor de ouders. Dat wordt zichtbaar gewaardeerd. Heel regelmatig ontvangen we attenties waaruit hun dankbaarheid blijkt, handwerkcreaties van tijdens het wachten bijvoorbeeld.”

Attenties voor elkaar

Op de dienst waar Christel werkt, wordt goed voor elkaar gezorgd zowel tijdens moeilijke momenten als op doordeweekse dagen. “Het is bijvoorbeeld een traditie dat de artsen elke zondag taart meebrengen voor alle medewerkers. Ook naast het werk zien we elkaar af en toe. We carpoolen met een paar en gingen al eens naar een toneelvoorstelling. De intensieve, vaak langdurige zorgtrajecten scheppen een heel mooie, intense band.”


Studenten van vandaag zijn de collega’s van morgen

Robbe Van Leemput studeerde in juni 2023 af als bachelor in de verpleegkunde. Daarna startte hij de master Management en Beleid van de Gezondheidszorg aan de UGent. Hij is bestuurder bij de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS).

Van tijd tot tijd reis ik wel eens naar Brussel met de trein om te overleggen met beleidsmakers, werkgeversorganisaties, directeurs, onderwijspersoneel, … over onder meer de inzet en kansen van studenten tijdens een stage in de zorgsector. Kwalitatieve stagebegeleiding is namelijk van onschatbare waarde voor het succes van iedere student, vooral voor eerstejaarsstudenten die een eerste praktijkervaring opdoen. Het is helaas een groeiend fenomeen dat een negatieve stage-ervaring studenten ontmoedigt en hen zelfs tot vroegtijdig afhaken leidt. Dit vormt niet alleen een verlies voor de student, maar ook voor de bredere zorgsector.

 

Studenten enkel motiveren om te kiezen voor een zorgopleiding of voor een job in de zorg is spijtig genoeg niet meer voldoende. Het is cruciaal om aandacht te besteden aan het behoud van deze studenten in de sector. De studenten die nu op de schoolbanken zitten en stage lopen, zijn de bouwstenen voor de toekomst van onze gezondheidszorg.

 

In april 2023 doken in de media verontrustende signalen en getuigenissen op van studenten waarbij sprake was van misbruik en uitbuiting tijdens stages. Zo zouden twee eerstejaarsstudenten alleen zijn achtergelaten op een afdeling, zonder stagementor en met de verantwoordelijkheid voor maar liefst dertig bewoners. Ook getuigden studenten dat ze geen degelijke leerkansen kregen en werden opgezadeld met allerlei ‘rotklusjes’.

 

Vlaanderen ondernam onmiddellijk actie. Onder leiding van Candice De Windt, Vlaams Zorg- en Welzijnsambassadeur, is een werkgroep opgericht met alle partners binnen zorg en welzijn. Deze werkgroep waarborgt een kwaliteitsvolle stagebegeleiding en creëert effectieve mechanismen voor studenten om negatieve stage-ervaringen te melden. Als studentenkoepel werden we uitgenodigd om deel te nemen aan deze overlegmomenten en om onze inzichten te delen. Tijdens deze vergaderingen merk je de meerwaarde van personen die in de dagelijkse realiteit staan en concrete voorbeelden aanbrengen. Dat neemt de (terechte) twijfels bij beleidsmakers en werkgeversorganisaties weg.

 

Zo ontstaat wel eens de misvatting dat alles binnen een onderwijs- of zorginstelling goed verloopt, simpelweg omdat 95 procent van de studenten aangeeft tevreden te zijn over hun stage. Wanneer ik zo’n bewering hoor, roept dat altijd vragen bij me op. Hoeveel studenten hebben daadwerkelijk de bevraging ingevuld? Is er voldoende tijd geweest om de vragen zorgvuldig te beantwoorden? Werd er rekening gehouden met mogelijke drempelangst om situaties te melden? Weten studenten nog wat als problematisch en wat als normaal wordt ervaren tijdens stages? Vaak is het antwoord op deze vragen neen en spoort dat betrokkenen aan tot dieper nadenken.

 

Tot slot, wie heeft na een intensieve stageperiode nog de energie om negatieve stage-ervaringen op te schrijven en opnieuw geconfronteerd te worden met de gebeurtenissen tijdens de stage? Ikzelf had in elk geval die tijd en energie niet meer. Hoewel het misschien pessimistisch klinkt, is het belangrijk om niet alleen de goede praktijken te benadrukken. Te vaak wordt gedacht dat het probleem zich slechts bij enkelingen voordoet. Daarom daag ik je graag uit om eens een rondvraag te doen bij studenten die momenteel een stage volgen in de zorg. Luister na de eindevaluatie even naar hun ervaringen. Want elke student die wordt geconfronteerd met negatieve stage-ervaringen kan een verlies betekenen voor de gezondheidszorg. Hoe gaan we dan het personeelstekort oplossen?

 

Bij de Vlaamse Vereniging van Studenten hechten we grote waarde aan kwaliteitsvolle stages en stagebegeleidingen. Om die reden brachten we in het najaar van 2023 een standpunt uit over stages in de zorgsector. Deze 32 voorstellen raadpleeg je via vvs.ac/onze-standpunten.