Juridische vragen en antwoorden #6 – 2023
Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridisch.advies@netwerkverpleegkunde.be en de juridische adviesgroep NETWERK VERPLEEGKUNDE gaat voor jou op zoek naar het antwoord.
Is er een juridisch kader voor gedwongen inspuitingen in een gevangenis?
“Een verpleegkundige werkzaam in een gevangenis vraagt hoe gedwongen inspuitingen moeten worden voorgeschreven en onder welke voorwaarden ze mogen worden uitgevoerd?”
Antwoord:
De Wet Patiëntenrechten stelt dat de patiënt toestemming moet geven voor elk onderzoek en elke behandeling. Gevangenisstraf en opname in een justitiële instelling heffen deze wet niet op. Als de patiënt om fysieke en/of psychische redenen niet zelf kan beslissen, wordt een vertegenwoordiger gezocht die mag beslissen. In dringende gevallen mag de zorgverlener een noodzakelijke tussenkomst doen zonder de toestemming van de wilsonbekwame patiënt.
Als er toestemming is van de patiënt, gelden de algemene voorwaarden voor toediening van medicatie door inspuiting: medisch voorschrift (mondeling, schriftelijk of staand order), noteren in patiëntendossier, nodige bekwaamheid van de verpleegkundige. In de instelling moet een procedure zijn die beschrijft hoe alle verpleegkundigen de handeling op eenzelfde wijze correct en veilig uitvoeren. Voor een B2-handeling (medicatie) moet deze procedure afgesproken worden met de arts(en).
De verpleegkundige mag een opdracht weigeren die tegen de wet of het geweten ingaat. Wanneer een verpleegkundige dit niet kan uitvoeren op basis van
- onvoldoende bekwaamheid en /of ervaring,
- ernstige twijfel over de juistheid van het medisch voorschrift,
- morele en ethische bezwaren,
- overtreding van de wettelijke voorschriften,
dan dient hij zijn hiërarchische overste en de voorschrijvende arts onmiddellijk in te lichten (zie Ministeriële Omzendbrief 01/07/2007).
Zijn er wettelijke bepalingen of adviezen over nachtelijk toezicht in de geestelijke gezondheidszorg?
“Wat wordt verwacht qua aanbevolen minimale frequentie en methode bij nachtelijk toezicht in de GGZ (observatie door het raam of aan bed)?
Antwoord:
De algemene regelgeving voor de psychiatrische instellingen wordt beschreven in het Referentiekader voor psychiatrische ziekenhuizen van het Agentschap Zorg en gezondheid. Per dertig zieken moet permanent één verpleegkundige aanwezig zijn. Een onmiddellijk inzetbare ploeg moet crisissituaties kunnen opvangen. Een supervisor moet 24 op 24 beschikbaar zijn, maar in kleinere ziekenhuizen mag dit één van de permanentieverpleegkundigen zijn.
Het Referentiekader vrijheidsbeperkende en -berovende maatregelen geeft meer specifieke richtlijnen voor het toezicht. Bij afzondering en mechanische fixatie moet minstens om de dertig minuten verhoogd toezicht gebeuren en een bezoek om het uur, waarvoor twee personeelsleden beschikbaar moeten zijn (de tweede moet meegaan of vlak bij de afzonderingskamer zijn). Elke afwijking van deze frequentie wordt genoteerd in het dossier. Meer specifieke richtlijnen zijn er niet. De instelling werkt die zelf uit op basis van relevante en vergelijkbare gegevens in de literatuur.
https://www.zorg-en-gezondheid.be/sites/default/files/2022-04/referentiekader%20PZ_module%20VBM%20%28maart%202019%29.pdf
“Ik ben geen doorsneedirecteur”
Zorgresidentie Het Dorp in Houthalen-Helchteren is allesbehalve doorsnee. Het 38-koppige team zet zich dag en nacht in om voor de residenten een unieke thuis te maken. Ook directeur Kristof Berings steekt graag zelf de handen uit de mouwen. Het team waardeert zijn inzet duidelijk, want Berings won in 2022 de prijs voor ‘Parel van een Verpleegkundige’.
“Mijn deur staat altijd open”, steekt Kristof Berings van wal. “Ik wil er echt zijn voor mijn personeel, niet alleen hier op kantoor, maar ook op de werkvloer. Zo spring ik geregeld bij waar nodig. Tijdens de pandemie stond ik zelf in de kookpotten te roeren, toen de kok even buiten strijd was, en draaide ik mee tijdens een nachtshift die door ziekte van enkele medewerkers onderbemand was.” De directeur vindt het niet meer dan normaal. Door als leidinggevende af en toe zelf de mouwen op te stroppen, voelt hij wat er leeft in zijn woonzorgcentrum. Het brengt hem dichter bij het personeel en de bewoners. Zo houdt hij vinger aan de pols en kan hij snel en efficiënt inspelen op hun noden. Bovendien brengt het alle betrokkenen dichter bij elkaar: van zorgpersoneel tot bewoners en hun naasten. Dat is waar woonzorgcentrum Het Dorp naar streeft.
Regie over eigen zorg
In zorgresidentie Het Dorp bepalen de bewoners zelf hoe hun dag eruitziet. In overleg met hen en hun families bekijkt het team welke zorg iemand verkiest. Die kan steeds bijgestuurd en aangepast worden. “We zorgen samen voor elkaar en dat loont. Je merkt dat onze bewoners tevreden zijn en hun families ook. Die dankbaarheid en dat positieve stralen ook af op het personeel. Iedereen komt met plezier werken. Er heerst een ongelooflijk gemoedelijke sfeer en daar maak ik dus heel graag een deel van uit”, besluit Kristof. “Ik ben dan ook vereerd dat mijn collega’s mij nomineerden als ‘Parel van een Verpleegkundige’. Het was een zeer aangename verrassing. Hierdoor ben ik nog meer gedreven om onze manier van werken samen met hen verder te zetten.”
Vanuit valpreventie naar bewegingsstimulatie
Beweging is belangrijk, ook en vooral bij ouderen. Vanuit doelstellingen rond valpreventie nam het Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen deel aan het proefproject Fallsify op om ouderen meer te laten bewegen in hun thuisomgeving. Veronique De Maerteleire begeleidde via de DigiRehab-tool haar patiënten met een verhoogd valrisico en licht nu de resultaten en de werking toe.
Met het Fallsify-project testte het Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen, samen met andere Vlaamse partners de DigiRehab-tool uit. Het principe is eenvoudig: mensen aanzetten tot meer bewegen vermindert het valrisico en verhoogt bijgevolg de zelfredzaamheid van die persoon. Het idee is overgewaaid vanuit de Scandinavische landen en wordt het reablement zorgconcept genoemd. “Met behulp van de digitale ondersteuningstool DigiRehab, die ontwikkeld werd door fysiotherapeuten, worden oefeningen voorgesteld waarbij gefocust wordt op de onderste ledematen”, zegt thuisverpleegkundige Veronique De Maerteleire. “Die zijn zeer toegankelijk en kunnen door mantelzorgers, verpleegkundigen, ergotherapeuten, … begeleid worden.”
Binnen het Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen gingen vijf thuisverpleegkundigen twaalf weken lang met vier patiënten met een verhoogd valrisico aan de slag. “Het eerste bezoek was een screening van de zorgbehoefte, zoals we altijd doen. We testten op dat moment ook de fysieke capaciteit met enkele eenvoudige opdrachten en aan het einde van die screening rolde een gepersonaliseerd oefenschema uit het programma”, vertelt Veronique. “Dat zijn zes oefeningen, waarvan de oudere er tweemaal per week minstens drie moest uitvoeren. Elke vier weken was er dan een nieuwe screening en werden de oefeningen aangepast.”
In functie van zorgbehoefte
De oefeningen zijn zeer toegankelijk. Het gaat om bijvoorbeeld 30 seconden lang van zit naar recht zonder hulp, of hun bekken heffen wanneer ze op bed liggen, van hun rug naar hun zij draaien met een glas water in de hand, …. De oefening werd voorgedaan in een video en kon twee niveaus moeilijker of makkelijker gemaakt worden. “Zo werden de oefeningen afgestemd op maat van de fysieke capaciteiten en de zorgbehoeften van die patiënt”, zegt Veronique. “Ik merkte vooral dat ze zich betrokken voelden en dat hun autonomie en zelfredzaamheid terug kwam. We moeten er ons als verpleegkundige bewust van zijn dat mensen best nog veel zelf kunnen. Wanneer we ter plaatse gaan voor hygiënische zorgen, kunnen we gerust het bad al laten vollopen terwijl de patiënt aanmoedigen om zelf naar de badkamer te stappen. Bij Veronique de ‘turnjuf’ waren ze veel vitaler, dan wanneer ik als verpleegkundige binnenstapte. De werden plots veel afhankelijker.”
Het project wordt intussen geëvalueerd en de partners bespreken een eventuele verdere samenwerking. “Als verpleegkundige ben je een coördinator die een open blik op zorg moet bewaren. Je staat als het ware op een rondpunt van zorgen en daarbij kijk je steeds naar de mogelijke afslagen voor kwalitatieve zorg en om een persoon zolang mogelijk kwaliteitsvol thuis te laten wonen. Een van die afslagen kan bijvoorbeeld een samenwerking met andere eerstelijnsactoren of vrijwilligersorganisaties zijn.”
“Studenten brengen de evidence binnen op je afdeling”
We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Wim Moerman was achttien jaar lang begeleidingsverpleegkunde in AZ Sint-Lucas in Gent en engageerde zich voor de werkgroep Begeleidingsverpleegkundigen van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Vandaag is hij voltijds vroedvrouw in hetzelfde ziekenhuis. Al laat het mentorschap voor studenten en beginnende vroedvrouwen hem niet los.
Waarom ben je verpleegkundige geworden?
Toen ik studeerde moest je eerst verpleegkundige worden vooraleer je de studie van vroedvrouw kon aanvatten. Sinds de zomer van 2022 ben ik voltijds vroedvrouw. Daarvoor was ik afwisselend drie maanden voltijds bezig met de begeleiding van studenten en nieuwe verpleegkundigen en de volgende drie maanden stond ik op het verloskwartier. Zo kon ik het contact met het werkveld behouden.
Wat boeit je in je job?
Als begeleidingsverpleegkundige kwam ik met zeer veel mensen in contact. Zowel in het ziekenhuis als in scholen en in de beroepsorganisatie. Die contacten brachten veel expertise met zich mee. Ik vind het ook zeer belangrijk om studenten en startende verpleegkundigen goed te begeleiden. Jaarlijks doen in Sint-Lucas 700 studenten hun stage. Dat is je marketingcampagne om nieuwe verpleegkundigen aan te werven. Geef hen kansen, neem hen mee op in je team. Studenten brengen de evidence binnen op je afdeling.
Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?
Als vroedvrouw is dat geduld hebben. Je moet de natuur zijn gang laten gaan en observeren, informeren en geruststellen. Als het moet, kunnen we een kast met techniek opentrekken, maar dat is enkel wanneer de ouders goed geïnformeerd zijn. Je hebt ook een grote medische verantwoordelijkheid, voor de moeder en het kind. Er is geen arts permanent op de afdeling aanwezig. Kunnen rekenen op je team is dan ook zeer belangrijk. Voor verpleegkundigen loopt dat wat gelijk. Geduld met patiënten en mensenkennis zijn daar ook belangrijk, maar in plaats van te observeren moet je handelingen stellen. Een verpleegkundige die twee uur observeert, dat heb ik nog niet vaak gehoord.
Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?
Een gezonde moeder en een gezond kind, natuurlijk. De weg er naartoe is voor iedereen anders. Een baby krijgen is geen deadline halen. Als vroedvrouw ondersteun je mensen op een zeer intens moment. Je ziet emoties in hun uiterste vorm. Ik vind het een voorrecht om daar bij te zijn. Je impact als zorgverlener is van onschatbare waarde. Ze vergeten je nooit, of toch zelden. Onlangs werd ik bedankt door een vrouw, achttien jaar na de geboorte van haar kind.
Zijn er ook minder fijne momenten?
De natuur zit vernuft in elkaar, maar kan soms uit een klein hoekje komen. Er worden jaarlijks 2.200 kinderen geboren in ons ziekenhuis, dan weet je dat stilgeboortes of maternale overlijdens gebeuren. Dat zijn littekens op de ziel. Daarnaast is het als man in bepaalde culturen ook moeilijk om vertrouwen te winnen. Verpleegkundigen en vroedvrouwen zien naakte lichamen als een werkinstrument, maar de intimiteit en geborgenheid op een verloskwartier is anders dan op een spoeddienst.
Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?
Als mentor en begeleider van studenten merk ik dat zelfstandigheid en klinisch inzicht bijbrengen een uitdaging is. We moeten studenten leren verantwoordelijkheid te nemen. Ik geef hen veel vrijheid tijdens hun stage en grijp in wanneer iets niet goed is. Als ze me een vraag stellen, laat ik hen eerst naar het antwoord zoeken. Ze moeten weten waar ze mee bezig zijn en goed voorbereid zijn op de realiteit van de job.
Wat doe je in je vrije tijd?
Ik ben iemand die graag leest, in de tuin werkt en met mijn kleinkind bezig is. En het voordeel van in shiften te werken is dat je vrije bent wanneer iemand anders aan het werk is. Ik sta zelden in de file naar zee en heb altijd plaats op een zonnig terras.
Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van NETWERK VERPLEEGKUNDE? Schrijf je in met een mailtje naar info@netwerkverpleegkunde.be.
Slimme app laat je toe huidkanker tijdig op te sporen
Huidkanker is aan een opmars bezig en zit bij zowel mannen als vrouwen in de top tien van de meest voorkomende kankers in België. Mensen wachten vaak te lang voor ze bij een arts langsgaan met een veranderende pigmentvlek of een andersoortig plekje. SkinVision wil hierop een antwoord bieden met hun slimme app, die vroegdetectie van huidkanker mogelijk maakt.
De Stichting tegen Kanker geeft aan dat elke verschijning of verandering van een pigmentvlek de alarmbel moet doen rinkelen. Naast preventie is vroegdetectie een belangrijke schakel om het aantal gevallen van ernstige huidkanker terug te dringen. Toch wijst niet elke vreemde vlek op huidkanker. Hoe weet je dan als leek wanneer je nu wel of niet naar de huisarts moet? “Om een pigmentvlek of andersoortig plekje correct te interpreteren is expertise nodig. Die vind je bij de huisarts en dermatoloog, maar artificiële intelligentie of AI biedt absoluut een meerwaarde”, vertelt Roosmarijn Rodenburg, Head of Marketing and Growth bij SkinVision. “Onze app is vanuit dat idee ontstaan, namelijk een tool aanbieden die de gewone mens ondersteunt en adviseert, en tegelijk het aantal onnodige doktersbezoeken naar beneden haalt.”
Grote specificiteit en accuraatheid
De SkinVision-app bestaat sinds 2011 en is ontwikkeld met ondersteuning van het Erasmus MC in Rotterdam. Vandaag telt de app zo’n drie miljoen gebruikers wereldwijd en bevat de database ongeveer vijf miljoen foto’s. Roosmarijn: “Deze zeer uitgebreide dataset laat ons toe beelden van gebruikers te screenen en te vergelijken met bevestigde gevallen van huidkanker. Op basis daarvan geeft de app een risico-inschatting en deelt mee of en wanneer een doktersbezoek noodzakelijk is. Zodra een laag of hoog risico gedetecteerd is, bekijken drie dermatologen de beelden en formuleren binnen 48 uren een bijkomend advies. Bijvoorbeeld om toch sneller een arts te contacteren. Ze stellen geen diagnose.” Elk beeld dat aan de database wordt toegevoegd, voedt het algoritme waardoor het constant wordt getraind om nog accuratere inschattingen te maken.
SkinVision richt zich specifiek op de b2c-markt. Als gebruiker kan je een abonnement nemen en een onbeperkt aantal beelden opladen of je doet een losse huidcheck en betaalt per keer. “In België sloten we intussen overeenkomsten af met de ziekenfondsen CM en Helan. Hierdoor kunnen hun leden de app gratis gebruiken. Bij andere ziekenfondsen kan je een terugbetaling krijgen door een declaratie van je kosten te doen.”
Menselijke expertise en AI verrijken elkaar
Is AI betrouwbaarder dan een menselijke interpretatie? Het is een vaak gestelde vraag. SkinVision ziet het anders. “Mens en algoritme vullen elkaar aan. De tool is bijzonder krachtig en laat een heel snelle en betrouwbare screening toe”, legt Roosmarijn uit. “Tegelijk schakelen we de menselijke factor niet uit. Zo leren beide van elkaar en verhogen we de kwaliteit van onze analyses. Gebruikers met een voor hen verdachte plek stellen we gerust en zo verlagen we een onnodige belasting van het zorgsysteem. Toch is het systeem niet feilloos, maar dat zijn huisartsen en dermatologen ook niet. Ongeacht of de screening door een app of een individu verloopt, er is altijd een kleine kans dat een vlek verkeerd geïnterpreteerd wordt. Net door beide in te zetten verlagen we die kans.”
Hoewel de app ontwikkeld is voor de eindgebruiker, werkt SkinVision ook samen met zorgprofessionals en -instellingen om de tool nog breder in te zetten. “We denken hierbij niet alleen aan gespecialiseerde ziekenhuizen of artsen, maar ook aan zorg- en verpleegkundigen. Zij zijn staan vaak dichter bij patiënten en kunnen de drempel voor hen verlagen. Dat biedt niet alleen voordelen in zorginstellingen maar ook in de thuiszorg, waar toch een grote risicogroep zit.”
Mijn weg naar student verpleegkunde
Zoë Strobbe (18) is eerstejaarsstudent in de bachelor verpleegkunde aan de Arteveldehogeschool. Naar aanleiding van de internationale dag van de verpleegkunde vertelt ze waarom zij met hart en ziel voor deze studie kiest.
29 maart 2004 de dag waarop een lief, klein, teder meisje geboren werd. De dag waarop ik direct al twee hartjes veroverde. De twee hartjes van mijn lieftallige ouders. Deze twee personen spelen een belangrijke rol in het verhaal waarom ik verpleegkunde ben gaan studeren. Beide ouders werken namelijk in de zorg. Mijn papa is al heel zijn carrière psychiatrisch verpleegkunde en mama werkte als animator in een rusthuis.
Vanaf kleins af aan kan ik me herinneren dat ik enthousiast zat te luisteren aan de ontbijttafel naar de verhalen die mijn papa te vertellen had over de nacht die hij er net had opzitten. Ik was altijd fier als een gieter op mijn ouders. Op woensdagmiddag gingen mijn broer, papa en ik wel eens helpen op het werk van mama. We deden mee met een activiteit of hielpen mama en papa een rolstoel voort te duwen tijdens een wandeling. Als er feestjes waren op het werk van mijn ouders vond ik het fascinerend en leuk om met hun collega’s te babbelen over mijn ouders.
Mijn ouders hebben beide altijd goed zorg gedragen voor mij en mijn broer en voor vele anderen. Het zorgen voor zit dus zeker in de familie. Op school en door vrienden werd ik ook steeds bestempeld als een zorgzaam persoon. Met veel liefde sta ik steeds voor iedereen klaar. Op de Chiro en het speelplein neem ik ook met veel plezier de EHBO-taken voor mijn rekening. Wat bloed schrikt me niet af. Is het wat sadistisch als ik zeg dat ik wel hou van dit soort actie op een Chiro namiddag? “Pijn is fijn”, hoor je ons op de Chiro soms eens zeggen. Voor de kinderen natuurlijk niet, maar ik haal er voldoening uit om hen goed te verzorgen.
Dit zijn tot nu toe al hele mooie redenen waarom ik verpleegkunde ben gaan studeren. Maar er is ook een iets mindere reden. Vier jaar geleden ben ik gevallen met de fiets. Het was een pijnlijk ongeval waarbij ik mijn meniscus en kruisband had gescheurd. Hiervoor moest ik geopereerd worden. De operatie was goed verlopen. Al ben ik heel slecht wakker geworden door de verdoving. Ik sukkelde met een lage bloeddruk en geraakte niet goed wakker. Ik kreeg vocht bij en moest een nachtje blijven in het ziekenhuis om mij te monitoren. In de ochtend was mijn bloeddruk veel te laag. Ze moesten een nieuwe zak vocht aanhangen en mijn infuus zat niet meer goed. De verpleegkundige in de nacht was niet vriendelijk en maakte me heel bruusk wakker. Ik als 14-jarige was natuurlijk erg geschrokken en wist niet goed wat ik moest denken van deze situatie.
Na deze nacht in het ziekenhuis wist ik het zeker. Ik word verpleegkundige. Ik vertelde iedereen dat ik mijn droom ging najagen. Want ik zal het beter proberen doen als de verpleegkundige die toen de nacht had. En dit werd vanaf toen mijn missie. Er altijd staan met een lach en vriendelijk zijn voor de patiënten en collega’s. 19 september 2022. Dat is de dag waarop ik startte aan mijn grote droom op de Arteveldehogeschool. Na een half jaar in deze opleiding te zitten, merk ik dat deze opleiding op mijn lijf geschreven is. Blij dat dit mijn job wordt.
“Na al die jaren ligt mijn hart nog altijd bij de directe patiëntenzorg”
We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Els Steeman (53 jaar) is verpleegkundig specialist geriatrie in Vitaz en lid van de werkgroep Ouderenzorg.
Waarom ben je verpleegkundige geworden?
Zorgen voor mensen zit in mijn bloed. Als tiener ging ik babysitten, zat ik in de jeugdbeweging voor jongeren met een beperking en was ik van plan om later geneeskunde te studeren. Tot mijn overgrootmoeder werd opgenomen en ik volledig gefascineerd raakte door geriatrie. Dat was voor mij het kantelpunt om de studies verpleegkunde aan te vatten.
Wat boeit je in je job?
Ik ben leergierig en hou van de variatie in mijn werk. Ik ga creatief en innovatief aan de slag om elke patiënt persoonlijk te benaderen. De combinatie van het ziektebeeld, de mensenkennis en het menselijke contact is zeer interessant. Het laat me ook toe blijvend te leren, dagelijks problemen te analyseren en te zoeken naar verbeteringen. Tegelijk is het multidisciplinaire aspect een troef, want het is nodig om uit te reiken naar andere disciplines door de complexiteit van de zorg. Tot slot geeft het netwerken over de verschillende afdelingen en met diverse diensten en beroepsorganisaties me veel energie.
Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?
Verpleegkundige ben je met hoofd en hart. Je hebt veel kennis en ervaring nodig om te begrijpen wat ziekte met iemand doet en wat de impact op het gedrag is. Daarom raad ik iedereen aan een open mindset te behouden en te blijven leren. Deskundigheid is echt belangrijk in onze job. Daarnaast moet je een hart hebben voor de patiënt, de familie en het team waar je mee samenwerkt. Je draagt zorg voor het lichaam en de identiteit van je patiënt. Daarbij moet je de verschillen omarmen en er creatief mee omgaan.
Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?
Momenteel zit ik in een consulentenrol en word ik vaak gevraagd problemen op te lossen rond het verzachten van lijden. Hierbij luister ik goed naar de verlangens van patiënten en probeer ik tegelijk hun veiligheid te garanderen. Soms gaat dat over zeer acute gevallen met agressie. Dat is zoeken naar een balans die werkt voor alle betrokkenen. Als zo’n patiënten dan naar me luisteren, kalmeren en me achteraf bedanken omdat ik voldoende aandacht had voor hun verhaal, geeft dat veel voldoening.
Zijn er ook minder fijne momenten?
De werkdruk ligt overal hoog en dat vertaalt zich in te weinig tijd om gepaste zorg te geven. Moeten kiezen waar je dan op inzet, vind ik niet fijn. Of wanneer je een probleem ziet en geen gehoor krijgt om het op te lossen, ligt dat heel moeilijk voor me. Zeker als het resulteert in lijden.
Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?
Het grote tekort aan verpleegkundigen baart me zorgen. Hierdoor moeten we creatiever omgaan met onze taken, meer delegeren en superviseren. We moeten onze competenties behouden en verhogen, want de complexiteit van zorg neemt alleen maar toe. Bovendien moeten we meer buiten de muren van het ziekenhuis samenwerken om de continuïteit van zorg te garanderen. Dat is een interessante uitdaging.
Wat doe je in je vrije tijd?
Mijn vier kinderen zijn nog relatief jong, dus daar gaat veel tijd naartoe. Daarnaast werk ik als vrijwillige wetenschappelijke medewerker aan de KU Leuven. Ik doe heel graag yoga, lees en kook graag en vind het leuk om met vrienden en familie af te spreken.
Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van NETWERK VERPLEEGKUNDE? Schrijf je in met een mailtje naar info@netwerkverpleegkunde.be.
Juridische vragen en antwoorden #5 – 2023
Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridisch.advies@netwerkverpleegkunde.be en de juridische adviesgroep NETWERK VERPLEEGKUNDE gaat voor jou op zoek naar het antwoord.
Bestaat de BBT nog en wordt die automatisch toegekend aan een bachelor-verpleegkundige met getuigschrift?
“Op een afdeling pediatrie werken twee vroedvrouwen gediplomeerd voor 2018, gelijkgeschakeld en met een arbeidscontract als verpleegkundige. Ze zijn ingeschaald in IFIC categorie 14 en volgden een postgraduaat. Voor verpleegkundigen met postgraduaat/banaba wordt een premie voorzien. Als vroedvrouw hebben ze geen BBT en komen ze dus niet in aanmerking voor de premie. Is het mogelijk dit recht te zetten? Wie kan een BBT behalen? Krijgen bachelor-verpleegkundigen met getuigschrift automatisch een BBT (ook als hun dossier vroeger werd afgekeurd)?”
Antwoord:
De bijzondere beroepstitel is steeds blijven bestaan. De voorwaarden voor behalen van een BBT staan in de (federale) wetgeving. De vorm van de opleiding is een Vlaamse bevoegdheid, maar zowel banaba als postgraduaat voldoen aan de voorwaarden voor behalen van de BBT.
Een BBT wordt nooit automatisch gegeven. De verpleegkundige die een BBT wil, doet zijn/haar aanvraag aan de erkenningscommissie met een bewijs van de gevolgde opleiding (banaba of postgraduaat). De erkenningscommissie controleert of de opleiding en andere voorwaarden vervuld zijn en kent dan de BBT toe. Indien een verpleegkundige voorheen werd afgewezen en intussen wel voldoet aan de criteria, moet hij/zij een nieuwe aanvraag doen bij de erkenningscommissie.
Volgens de wetgeving kunnen vroedvrouwen inderdaad wel de opleiding volgen, maar krijgen zij geen BBT. Daardoor hebben ze in de huidige regeling van IFIC geen recht op het specialisatiecomplement. De enige mogelijkheid van reactie is dit aan te kaarten bij IFIC en vragen deze anomalie recht te zetten. Voor sommige gevallen heeft IFIC andere afwijkingen in het systeem met min of meer resultaat aangepast.
Klopt het dat stagebegeleiding gedekt is door de beroepsaansprakelijkheids-verzekering?
“Ik ben van opleiding verpleegkundige en werk als leerkracht en stagebegeleidster in de studierichting verzorging van een secundaire school. Op regelmatige basis verzorg ik samen met de leerlingen een aantal bewoners in woonzorgcentra, als onderdeel van de stage. Ik ben lid van NETWERK VERLPEEGKUNDE en heb een BA-verzekering om mij te verzekeren tegen fouten die ik of de leerlingen onder mijn toezicht zouden maken. Klopt het dat stagebegeleiding gedekt is door de polis?”
Antwoord:
In de bijzondere voorwaarden van onze NETWERK VERPLEEGKUNDE-polis staat wel degelijk dat de aansprakelijkheid van stagebegeiders gedekt is. In geval van problemen met stageairs die onder jouw toezicht werken zal je zeker kunnen rekenen op deze polis.
Als lid van NETWERK VERPLEEGKUNDE krijg je een voordeeltarief voor de beroepsaansprakelijkheidsverzekering met rechtsbijstand, die specifiek voor en door verpleegkundigen uitgewerkt is. De verzekeringspolis bevat geen onduidelijke en dubbelzinnige begrippen en is qua premie kostenvoordelig door het groot aantal leden. Bovendien blijft hetgeen niet verzekerd is zeer beperkt en aanvaardbaar (bijvoorbeeld opzet, dronkenschap).
“Ons sterrenteam voelt als een tweede familie”
Tinne Michiels is hoofdverpleegkundige op afdeling De Ster van WZC Sint-Barbara in Herselt. Ze werd in oktober in het geheim door haar collega’s genomineerd als Parel van een Verpleegkundige en tot haar eigen grote verrassing sleepte Tinne die titel in de wacht. Ze omschrijft haar afdeling als thuiskomen bij een tweede familie.
De Ster is de kleinste open afdeling in woonzorgcentrum Sint-Barbara, met een compact maar zeer gedreven team. Dat heeft als voordeel dat iedereen elkaar op de werkvloer door en door kent. “Het team zou alles voor elkaar en voor de bewoners doen. Dat mes snijdt aan twee kanten. We horen vaak van familieleden dat het hier zo’n warme omgeving is. Dat doet enorm veel deugd”, vertelt Tinne.
Tinne geeft aan dat de sfeer elke dag goed zit en dat iedereen met plezier komt werken. Regelmatig organiseert het team speciale activiteiten om de onderlinge band nog te versterken. “Afgelopen zomer deden we een wandeling met allerlei opdrachten op tablets. Iedereen gaf het beste van zichzelf. We hebben er zo van genoten. Ook het kerstfeestje in december is een vaste traditie. Dan zitten we samen voor een heerlijk diner en verrassen we elkaar met geschenkjes. Het zijn misschien kleine dingen, maar voor ons team zijn het net die zaken die ertoe leiden dat we zo graag komen werken.”
Ook samen huilen hoort erbij
Dat het team zorg draagt voor elkaar, kon Tinne aan de lijve ondervinden. “Er werd borstkanker bij mij vastgesteld. Van bij het ontdekken van mijn knobbeltje tot nu krijg ik dagelijks berichten van mijn collega’s om te vragen hoe het gaat. Als het fysiek lukt, vind ik het heerlijk om even terug naar mijn tweede thuis te gaan. Zo repeteerden we kort na mijn operatie in december samen voor het lied dat we met onze afdeling brengen op het feest voor 100 jaar Sint-Barbara. We hebben al ontzettend veel samen gelachen, maar ook geweend. Dat hoort erbij.”
Juridische vragen en antwoorden #4 – 2023
Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridisch.advies@netwerkverpleegkunde.be en de juridische adviesgroep NETWERK VERPLEEGKUNDE gaat voor jou op zoek naar het antwoord.
Mag een (bachelor)verpleegkundige op basis van bestaande procedures in een huisartsenpost een specifiek beleid opstellen?
“In een huisartsenpost stelt een verantwoordelijke zich vragen over de verpleegkundige taken van hun (bachelor)verpleegkundigen. Zij krijgen een opleiding voor onder andere het aanleren van klinisch onderzoek en volgen daarna raadplegingen van volwassenen en kinderen. De post beschikt over procedures. Mag de (bachelor)verpleegkundige op basis van die procedures een beleid opstellen voor bijvoorbeeld griepaal syndroom, oor- en keelpijn, acute buikklachten, plasklachten en een onderzoek doen voor sportattesten?”
Antwoord:
De wet bepaalt wat verpleegkundigen mogen doen (K.B. 18.06.1990, lijst van verpleegkundige handelingen). Verpleegkundigen mogen bijvoorbeekd een onderzoek doen van de patiënt, parameters meten en op voorschrift van de arts bloednamen en staalnamen uitvoeren.
Ze mogen geen diagnose stellen. Ze mogen geen medicatie voorschrijven of een andere therapie instellen. Dat blijft wettelijk voorbehouden aan de arts. Ze mogen wel, mits voorschrift/staande orders en procedures, medicatie toedienen aan de door de arts aangeduide patiënten.
De enige uitzonderingen zijn de handelingen die de verpleegkundigen zelfstandig mogen uitvoeren (B1-handeling), zoals wondzorg. Daar mag de verpleegkundige de zorg zelf starten, evalueren en bijsturen.
Voor een sportattest mag de verpleegkundige een aantal onderzoeken uitvoeren bij de patiënt op eigen initiatief (parameters) of met medisch voorschrift (bv. ECG, bloedname). Het attest moet wettelijk getekend worden door de arts.
Mag een kinesist tijdens cardiorevalidatie bepaalde parameters meten?
“Mogen kinesisten in een ziekenhuis tijdens cardiorevalidatie ook bepaalde parameters, zoals de bloeddruk, meten of zijn dit uitsluitend verpleegkundige handelingen?”
Antwoord:
Verpleegkundigen bepalen niet de handelingen van kinesisten, maar moeten wel beletten dat anderen onwettig de verpleegkunde uitoefenen. De bevoegdheid van kinesisten staat beschreven in de Wet Uitoefening Gezondheidszorg-beroepen (10 mei 2015), art. 43. Ze mogen therapie uitvoeren voor onder andere cardiovasculaire problemen (art. 43 §4, 1°). Daarvoor mogen ze ook onderzoeken verrichten en balansen opstellen (§4, 2°). Kinesisten mogen dus in dit kader de nodige parameters meten en opvolgen.