Traject microdegree zorgkundige
De Vlaamse hogescholen organiseren in de toekomst een mini-opleiding tot zorgkundige. Daarvoor maakten ze afspraken met Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits (CD&V). Zo’n mini-opleiding moet helpen het tekort aan zorgkundigen weg te werken.
Studenten hoger onderwijs zullen binnen of aanvullend aan hun gekozen bacheloropleiding een mini-opleiding (microdegree) tot zorgkundige kunnen volgen via een kort leertraject. In de eerste instantie wordt gemikt op zorgverwante opleidingen zoals ergotherapie, podologie, audiologie, gezinswetenschappen en logopedie. Studenten verwerven tijdens hun opleiding al een erkend certificaat. Daardoor kunnen ze direct actief als jobstudent worden ingezet. Bovendien kunnen ze na het al dan niet behalen van hun gekozen bacheloropleiding ook nog aan de slag als zorgkundige. Zo gaan geen waardevolle talenten verloren voor de zorg- en welzijnssector. Het is de bedoeling om in de loop van volgend academiejaar te starten met de opleiding.
Ellen De Wandeler, coördinator van NETWERK VERPLEEGKUNDE, vindt dit een goede zaak. “In 2021 stelden we al een advies op aan de bevoegde minister voor onderwijs en de VHLORA om meer studenten dan enkel de studenten verpleegkunde toegang te geven tot de titel van zorgkundige. Op deze manier wenst men een vangnet te creëren voor een bescheiden groep studenten die vroegtijdig hun studies beëindigen, alsook de mogelijkheid te bieden aan deze studenten om na de schoolactiviteiten als zorgkundige aan de slag te gaan.”
Bron: www.zorg-en-gezondheid.be/hogescholen-werken-traject-microdegree-zorgkundige-uit
Lees het advies van NETWERK VERPLEEGKUNDE: www.netwerkverpleegkunde.be/file?fle=1308821&ssn=7f2bc75baac8254b1b9f141c84aa298927fb7ae9
Apothekers kunnen vanaf nu attest voor positieve COVID-19-sneltest afleveren
Sinds vrijdag 21 oktober kunnen apothekers die COVID-19-sneltesten afnemen hiervoor een attest afleveren. Een attest met een positief resultaat kan dan worden gebruikt als afwezigheidsattest voor een schoolgaand kind vanaf zes jaar oud. Of een apothekersattest ook geldig is voor een afwezigheid op het werk, wordt op het moment van druk nog besproken.
In België kunnen mensen bij ruim 2.500 apothekers terecht voor de afname van een snelle antigeentest (RAT-test). Wie zo’n test wil laten afnemen, maakt het best gebruik van de zelfevaluatietool van de FOD Volksgezondheid. Er wordt dan een testcode aangemaakt, waarmee mensen een afspraak maken bij de apotheker. Ook zonder testcode is een afspraak mogelijk. Wie symptomen heeft, krijgt het bedrag van de RAT-test terugbetaald.
Sinds oktober mogen apothekers ook een attest afleveren bij een positief resultaat. Dat kan dan worden gebruikt als afwezigheidsattest voor kinderen vanaf zes jaar. Niet alle deelstaten vereisen een attest van de apotheker voor de afwezigheid van een kind met COVID-19 op school. Zo gelden in Vlaanderen de normale regels bij afwezigheid door ziekte: een school mag naast een afwezigheidsattest van een (huis)arts, ook het resultaat van de positieve coronatest aanvaarden of een briefje van de ouders. Ouders checken daarom het best zelf welk attest of briefje vereist is bij ziekte.
Bron: Belga
Jongere verpleegkundigen verlaten de NHS
Twee derde van de verpleegkundigen die in het afgelopen jaar de National Health Service (NHS) in Engeland hebben verlaten waren jonger dan 45 jaar, zo blijkt uit een nieuwe studie.
Uit recent onderzoek van de denktank voor gezondheidsbeleid The King’s Fund blijkt dat de toename in verpleegkundigen die het beroep verlaten, niet wordt veroorzaakt door mensen die met pensioen gaan, maar door jongere verpleegkundigen die hun baan opzeggen. De denktank zei dat de afgelopen twaalf maanden meer dan 34.000 verpleegkundigen de NHS in Engeland hebben verlaten – een stijging van 25 procent ten opzichte van het voorgaande jaar.
Twee derde daarvan (bijna 23.000) was jonger dan 45 jaar – een stijging van 26 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.
In de studie wordt verder verwezen naar de bevindingen van de jaarlijkse enquête onder het NHS-personeel waaruit blijkt dat 34 procent van de verpleegkundigen vaak denkt aan weggaan, 52 procent zich onwel voelt door werkgerelateerde stress en 40 procent zich opgebrand voelt door hun werk. De denktank concludeert dat een meerjarig, volledig gefinancierd personeelsplan nodig is om verdere tekorten aan verpleegkundigen en een verergering van de personeelscrisis te voorkomen.
Bron: www.nursingtimes.net/news/workforce/younger-nurses-leaving-the-nhs-in-greatest-numbers-10-10-2022/
Greet Croenen wordt algemeen directeur van het Medisch Centrum St.-Jozef
Vanaf 1 december 2022 gaat Greet Coenen aan de slag als algemeen directeur van het Medisch Centrum St.-Jozef. Greet is lid van de werkgroep Directies van NETWERK VERPLEEGKUNDE.
Greet Coenen is sinds augustus 2017 werkzaam in het Medisch Centrum St.-Jozef als directeur patiëntenzorg. Ze staat gekend om haar sterke betrokkenheid, haar grondige kennis van de sector geestelijke gezondheidszorg en haar opgebouwde ervaring in leiderschap.
Samen met haar collega’s directie, de artsen en de medewerkers bouwt ze als algemeen directeur verder aan een expertisecentrum waar kwaliteitsvolle zorg aangeboden wordt en waar het goed is om te werken.
De voorbije jaren werd er vanuit het Medisch Centrum St.-Jozef sterk ingezet op samenwerking met partners zowel binnen als buiten de sector van de geestelijke gezondheidszorg. Verbindend en participatief werken zal ook in de toekomst de centrale leidraad zijn in het beleid.
Bron: www.mc-st-jozef.be/news/189/89/Greet-Croenen-wordt-nieuwe-algemeen-directeur-vanaf-1-december
Vergoeding voor vroegtijdige zorgplanning bij palliatieve ziekte
Sinds 1 november 2022 maakt het RIZIV 6.480.000 euro per jaar vrij om gesprekken met de huisarts in het kader van vroegtijdige zorgplanning of Advance Care Planning (ACP) te vergoeden.
Een goede begeleiding bij een ongeneeslijke ziekte is onontbeerlijk, zoals adequate ondersteuning op elk vlak, inclusief palliatieve zorg. Een van de instrumenten die kwalitatieve palliatieve zorg zo vroeg mogelijk waarborgen, is vroegtijdige zorgplanning of Advance Care Planning (ACP). Hierbij legt de patiënt samen met de huisarts vast wat de verwachtingen en wensen zijn over toekomstige zorg. Het zijn essentiële gesprekken in de palliatieve fase van een ongeneeslijke ziekte, die heel wat kopzorgen kunnen vermijden bij de patiënt en zijn omgeving.
De planning kan evolueren: de patiënt kan zijn keuzes en plannen op elk moment aanpassen. De zorgplanning gebeurt eerst en vooral in overleg tussen patiënt en huisarts en daarna met de zorgverleners en andere betrokkenen: verpleegkundigen, kinesitherapeuten, andere artsen, mantelzorgers, enz. De patiënt betaalt hiervoor niets: het RIZIV vergoedt de kosten van deze gesprekken en planning volledig. De arts kan het honorarium rechtstreeks aan het ziekenfonds van de patiënt factureren (derdebetalerssyteem).
Terugbetaling eerstelijnszorg bij long covid
Sinds 1 juli 2022 krijgen patiënten met langdurige symptomen na een covid-besmetting zorg terugbetaald.
Naar schatting leven zo’n 13.000 Belgen met long covid. Dat zijn mensen die tot zes maanden na hun besmetting nog steeds symptomen ervaren zoals vermoeidheid, uitputting en hoofdpijn. Sinds 1 juli kunnen patiënten samen met hun huisarts en andere zorgverleners een behandelplan opstellen van zes maanden. Na die termijn kan de zorg één keer verlengd worden of kan een doorverwijzing volgen naar meer gespecialiseerde zorg.
De behandeling hangt af van de zorgnood en het zorgtraject van de patiënt. Ofwel gaat het om een zorgtraject met één zorgverstrekker (logopedist/kinesist/psycholoog), ofwel gaat het om een multidisciplinair traject (begeleiding door meerdere zorgverstrekkers). De nieuwe zorgtrajecten voor COVID-19 zijn gratis. Je betaalt dus geen remgeld of supplement. De trajecten zijn er enkel voor patiënten die twaalf weken na een acute infectie met COVID-19 of na een positieve test nog steeds symptomen vertonen.
Bron: Helan magazine oktober 2022
85 jaar het Wit-Gele Kruis
In 1937 was het Wit-Gele Kruis de eerste georganiseerde dienst voor thuisverpleging. Sindsdien is de organisatie uitgegroeid tot de grootste van België. Op 13 november blies ze 85 kaarsjes uit. Ter gelegenheid van het jubileum publiceert het Wit-Gele Kruis het boek ’85 jaar thuisverpleging’.
In de beginjaren van het Wit-Gele Kruis was de taakomschrijving van de zorgverleners simpel: zieken verzorgen. Anno 2022 is het takenpakket heel wat uitgebreider, technischer en ook meer leidinggevend. De verpleegster is geëvolueerd naar een verpleegkundige, een expert in zijn of haar vakgebied. Het boek ’85 jaar thuisverpleging’ gaat dieper in op de geschiedenis van het Wit-Gele Kruis van 2007 tot 2022 en is het vervolg op ’70 jaar thuis in verpleging aan huis’.
In het boek komen enkele belangrijke hoofdrolspelers van de voorbije vijftien jaar aan het woord over hun ervaring en beleving. Je leest hoe de zorg is geëvolueerd, welke rol het Wit-Gele Kruis speelde bij structurele hervormingen in het zorglandschap en hoe de organisatie kwaliteitsvolle zorg blijft optimaliseren. Het Wit-Gele Kruis kijkt ook vooruit en ziet dat de rol van de zorgvrager en de participatie in zijn of haar zorg, steeds belangrijker wordt. Als grootste organisatie in de thuisverpleging erkent het Wit-Gele Kruis het belang van innovatie en digitalisering, steeds met sociale rechtvaardigheid en inclusie als centraal doel.
Het boek bestel je hier: www.witgelekruis.be/publicatie/85-jaar-thuisverpleging
NETWERK VERPLEEGKUNDE neemt afscheid van Marc Dupon
Lieve mensen, net voor de 48ste Week van de Verpleegkundigen van start ging, moest NETWERK VERPLEEGKUNDE afscheid nemen van een van de drijvende krachten achter deze congresweek en achter onze beroepsorganisatie. Marc Dupon overleed op 3 september 2022, omringd door de personen die hij het liefste zag. Jarenlang was hij de logistiek manager van de Week van de Verpleegkundigen en zette hij zich met hart en ziel in voor alle aanwezigen. Samen met de voormalig algemeen coördinator Michel Foulon halen we herinneringen op aan de warme persoon die Marc was.
Een hartelijke lach, een goed glas wijn, een levensgenieter en een trouw, plichtsbewust persoon. Het zijn slechts enkele woorden die Marc Dupon omschrijven. Hij wordt geboren op 14 juli 1949 in Roeselare en trekt na het middelbaar onderwijs naar de Guislainschool in Gent. Daar studeert hij af als psychiatrisch verpleegkundige en gaat van 1970 tot aan zijn pensioen in 2007 aan de slag in de Kliniek Sint-Jozef, centrum voor Psychiatrie en Psychotherapie in Pittem. In 1971 start zijn inzet voor onze beroepsorganisatie, een bewuste keuze en toewijding die hij nooit losgelaten heeft. Marc en Michel leerden elkaar twee jaar later kennen toen ze beide een opleiding volgden bij het NVKVV. “We hadden toen niet zoveel contact. Marc volgde een tweejarige opleiding tot hoofdverpleegkundige aan de kaderschool van het NVKVV. Ik deed toen de tweejarige pedagogische cursus. We hadden drie dagen per maand op hetzelfde tijdstip les. Ik herinner mij dat ik zijn inzet bewonderde”, vertelt Michel Foulon.
Inzet voor de Week
Marc was een van de grondleggers van de allereerste Week van de Verpleegkundigen in 1975. Hij begreep de nood aan bijscholing en gaf zelf heel vaak vormingen over allerlei onderwerpen. “Als geen ander wist hij hoe hij firma’s kon rekruteren om de congresweek te sponsoren”, zegt Michel. “We gaven dat uithanden aan een ander bedrijf, maar Marc vond dat hij dat beter kon. En gelijk had hij. Zijn commerciële ingesteldheid en warme persoonlijkheid trokken heel wat sponsors en standhouders over de streep. Hij gaf zichzelf al snel de titel van logistiek verantwoordelijke. Die heeft hij 48 jaar lang met recht en rede gedragen. De Week creëerde voor het NVKVV, vandaag NETWERK VERPLEEGKUNDE, een jaarlijks terugkerende financiering waardoor onze beroepsorganisatie kon groeien, personeel kon aanwerven en een patrimonium kon uitbouwen.”
Michel Foulon was van 1988 tot 2014 directeur van het Vervolmakingscentrum van het NVKVV. Van 1991 tot 2014 nam hij ook de rol van algemeen coördinator op zich. In die jaren en in die functies werd zijn band met Marc steeds hechter. “Dat was vooral om de Week te organiseren. We hebben heel wat nevenactiviteiten op poten gezet toen. Ik denk dan aan een cartoonfestival of een kunstgalerij waar verpleegkundigen hun hobby konden tentoonstellen. Het hoogtepunt was misschien wel het nachtcongres, dat dit jaar een terugkeer maakte. We nodigden een groep uit die de pauzes opluisterde met muziek en zang.” Ook huidig algemeen coördinator Ellen De Wandeler kijkt vol bewondering terug op Marc zijn inzet: “Hij motiveerde sprekers, sponsors, vrijwilligers, deelnemers en standhouders. Vandaag heeft de Week een bestaansreden die nooit in vraag zal gesteld worden. En dat hebben we te danken aan Marc zijn bijzondere kracht en steeds vernieuwende blik. Hij deed het vele werk voor onze beroepsorganisatie met heel zijn hart. En hij zou het zo opnieuw doen.”
Vrijwilligers motiveren
Naast zijn werk voor de beroepsorganisatie zette Marc zich nog in voor tal van andere organisaties. Zo gaf hij opleidingen over diverse onderwerpen, organiseerde hij Lourdesreizen samen met vrijwilligers. “Hij was een meester in het inspireren van die vrijwilligers. Met een groot luisterend oor, een humoristische toets en een immer goedlachse houding sprak hij zijn uitgebreide netwerk probleemloos aan”, vertelt Michel. “Binnen het NVKVV was hij ook betrokken bij de werkgroep Geestelijke Gezondheidszorg, hij was voorzitter van de regionale afdeling en zetelde in de raad van bestuur. Na de Week nodigden we alle vrijwilligers uit op een post-congresdag met een cultureel bezoek en een etentje. Daarnaast organiseerde hij de laatste bijeenkomst van het Erefonds voor gepensioneerde en chronisch zieke verpleegkundigen.”
Dat Erefonds werd opgestart door juffrouw Ghislaine Van Massenhove, de vrouw achter het statuut van de verpleegkundigen, zoals Marc haar omschrijft in een artikel van Luc De Munck. Hij werkte met haar samen voor de Week, maar ze hadden al vroeger kennis gemaakt. “Ik leerde haar kennen in 1971, toen ik als pas afgestudeerd psychiatrisch verpleegkundige actief was in de afdeling Roeselare-Tielt-Ieper-Poperinge van het NVKVV. Onder invloed van de studentenrevoltes op het einde van de jaren zestig liet ik me kritisch uit tegenover de werking van de afdeling: ik vond dat het NVKVV te veel een zaak van religieuzen en juffrouwen was en dat mannelijke verpleegkundigen te weinig kansen kregen, en schreef daarover een brief naar Van Massenhove. Ze antwoordde dat ik dan maar zelf verantwoordelijkheid moest opnemen en mijn kandidatuur als voorzitter van de afdeling stellen. Zo werd ik in 1971 eerder onverwacht verkozen en leerde ik haar beter kennen. Ze was een zeer krachtige en gedistingeerde vrouw, die een ruggengraat gaf aan het NVKVV. Ik was onder de indruk van haar pleidooi voor voortdurende vorming waardoor ze ervoor zorgde dat de verpleegkunde in België op een hoger niveau werd getild. In 1973 ging ik zelf de kaderschool volgen en daarbij heb ik zeer veel van haar geleerd. Ze had ook goede contacten op beleidsvlak, wat zeer nuttig bleek bij haar jarenlange inzet voor het statuut van de verpleegkundige. In 1975 betrok ze me als West-Vlaming zeer nauw bij de organisatie van de eerste Week van de Verpleegkunde, die in het Kursaal van Oostende werd georganiseerd, en waar ik vandaag nog steeds bij betrokken ben. Ze had een grote dossierkennis waardoor ze op alle niveaus respect afdwong. Ze zorgde ervoor dat ze in alle voor de verpleegkundigen relevante organisaties en raden aanwezig was, waar ze dan het standpunt van het NVKVV met vuur kon verdedigen.”[1]
Inspiratie doorgeven
Het woord bourgondiër komt vaak terug wanneer over Marc gesproken wordt. Hij genoot dan ook van lekker eten en een verfijnde wijn. “Het was een plezier om samen met zo’n positief persoon weg te gaan”, zegt Michel nog. “Nochtans kende hij ook enkele tegenslagen. Zijn tweelingbroer Rik overleed veel te vroeg aan botkanker. Hij kwam, net als de rest van de familie, vaak helpen tijdens de Week. Ook zijn echtgenote Roos was vaak aanwezig, zijn dochter Annemie was aanwezig als verpleegkundige en zijn zoon Bart transporteerde als vrachtwagenchauffeur al het materiaal van Brussel naar Oostende. Marc zelf was doordrongen van de christelijke waarden en kon goed filosoferen. Bijvoorbeeld over leven en dood. Toch dacht hij tijdens zijn ziekte niet aan sterven. Hij bleef genieten. Ik heb de indruk dat hij pas een klop kreeg toen hij in een rolstoel belandde. Bovenal wil ik me Marc blijven herinneren als een man die steeds open stond voor nieuwe ideeën. Die overal inspiratie vond en anderen op zijn beurt wist de inspireren en motiveren om steeds beter te doen. Hij kon goed luisteren en je vertrok steeds met een goed gevoel. Hij zal door iedereen die hem liefhad ontzettend gemist worden.”
[1] Ghislaine Van Massenhove, een leven ten dienste van de verpleegkunde. Luc De Munck, p79.
Nancy Boucquez overleden
In juni namen we afscheid van Nancy Boucquez, lid van regionaal netwerk West-Vlaanderen en al 26 jaar actief bij Hogeschool VIVES. Ze begon haar carrière als lector verpleegkunde. Hierna werkte ze als opleidingscoördinator verpleegkunde. Tot slot nam ze tien jaar lang de rol van studiegebieddirecteur verpleegkunde en vroedkunde op. Haar collega’s, vrienden en familie herinneren Nancy als een vrouw met enorme drijvende kracht, onuitputtelijk enthousiasme en inspirerende woorden. Ook bij NETWERK VERPLEEGKUNDE wordt ze gemist.
Het KCE wil patiënten meer betrekken bij onderzoek
Het betrekken van patiënten bij onderzoek op het gebied van volksgezondheid, organisatie van de zorg, sociaal beleid, … is een trend die overal ter wereld wordt waargenomen. In België was het KCE de eerste federale onderzoeksinstelling die dit deed. Vandaag is een volgende stap gezet met de publicatie van twee brochures voor geïnteresseerde patiënten.
Het onderzoek van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft als doel de gezondheidszorg te verbeteren. Iedereen is dus betrokken partij: mensen met een ziekte of handicap, hun familieleden en verzorgers, maar ook alle gezonde mensen en alle burgers die belastingen betalen om onze gezondheidszorg te financieren.
Bij zijn onderzoek doet het KCE uitgebreid beroep op deskundigen en belanghebbenden om inzicht te krijgen in de verschillende dimensies van de bestudeerde vraagstukken. Patiënten (of hun familieleden) maken hier een natuurlijk deel van uit, aangezien zij een unieke ervaring en kijk op zorg hebben. Zo worden de koepelorganisaties van patiëntenverenigingen jaarlijks uitgenodigd om te bespreken bij welke projecten van het KCE patiënten zeker betrokken moeten worden. Om de mogelijkheden om als partner bij het onderzoek betrokken te worden toe te lichten publiceerde het KCE nu twee brochures.
Klik hier om de korte brochure (4 blz.) te raadplegen.
Klik hier om de gedetailleerde brochure (16 blz.) te raadplegen.