Nieuwe bestuursleden raad van bestuur NETWERK VERPLEEGKUNDE
Eind april werden de nieuwe leden van de raad van bestuur van NETWERK VERPLEEGKUNDE verkozen. Acht personen stelden zich kandidaat voor zes plaatsen. Een mooi bewijs dat we als netwerk een bruisende organisatie zijn met enthousiaste leden. De volgende kandidaten werden verkozen als nieuw lid:
- Inge Luts
- Benjamin Willaert
- Ruth Ieven
- Birgit Van Wambeke
- Micheline Lefèvre
- Veerle Schoeters
Voor de vorige zes bestuurders zat hun maximale mandaat van acht jaar erop. NETWERK VERPLEEGKUNDE wil hen nogmaals bedanken voor hun engagement over die periode. We namen afscheid van:
- Jan Ampe
- Kurt Surmont
- Anne De Bièvre
- Kurt Vandenbussche
- Bram Claeys
- Ivan Bauwmans
Enorm bedankt vanwege alle collega’s.
Straatnaam voor pionier in de verpleegkunde
Op 25 mei 2024 werd het naambord van de Zuster Jules-Marie Heymansstraat ingehuldigd op de vernieuwde Hertogensite in Leuven, alsook een herdenkingsplaat voor ‘de school van zuster Jules-Marie’ op de Kapucijnenvoer. Beide borden zijn een eerbetoon aan de pionier van de verpleegkunde in België. Meer weten over deze Belgische verpleegkundige? Je leest er alles over in het boek van historicus Luc De Munck, voorzitter van de werkgroep geschiedenis verpleegkunde van NETWERK VERPLEEGKUNDE, en op onze website.
Wat verwachten verpleegkundigen van de verpleegkundig specialist?
Met de twee nieuwe koninklijke besluiten over het statuut en de invulling van de nieuwe functie verpleegkundig specialist, staan heel wat veranderingen op til. Eind 2019 organiseerde NETWERK VERPLEEGKUNDE een brede bevraging naar de verwachtingen van verpleegkundigen over de taken van de verpleegkundig specialist die op masterniveau is opgeleid. Toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block creëerde het eerste wettelijke kader voor deze functie. Waar staan we vijf jaar later?
We gaan even terug in de tijd. In 2019 creëerde de toenmalige minister voor het eerst een wettelijk kader voor de verpleegkundig specialist. Deze functie op masterniveau moet wetenschappelijke innovatie vertalen naar de klinische praktijk. Al was de functie in de Vlaamse praktijk niet helemaal nieuw. Verpleegkundig specialisten bouwden al eerder door hun jarenlange ervaring een vertrouwensrelatie op met artsen, verpleegkundigen, andere zorgverleners en zorgvragers. Door deze functie wettelijk te verankeren wilde men kwaliteitsprocessen verbeteren, de autonomie van deze functie juridisch versterken, een aansluitende financiering bekomen en tot slot een bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep.
Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE werd eind 2019 samen met beroepsorganisaties acn en KPVDB een enquête georganiseerd in Vlaanderen, Wallonië en Duitstalig België. De kernvraag: wat verwachten verpleegkundigen van een verpleegkundig specialist? Met 461 respondenten voor de volledige vragenlijst kregen we inzichten om concrete aanbevelingen te doen in de toen aankomende adviezen binnen de Federale Raad voor Verpleegkunde en Technische Commissie voor Verpleegkunde over het statuut van de verpleegkundig specialist.
Waarom het statuut en de invulling van de functie verpleegkundig specialist in de wetgeving belangrijk is?
De functie van verpleegkundig specialist bestond eind 2019 gefragmenteerd in de praktijk en was niet wettelijk geregeld. Uit de bevraging bleek dat verpleegkundig specialisten vaak sterk afgebakende taken kregen met weinig autonomie. Hun wetenschappelijke bagage en expertise werd dus niet altijd optimaal benut. Ze bleven bovendien zeer vaak een actieve rol opnemen in de acute zorg en werden niet altijd vrijgesteld voor de taken en opdrachten die toebehoren aan de functie van een verpleegkundig specialist. Nochtans betekent een arts die niet altijd moet tussenkomen, sneller schakelen en meer continue opvolging van patiënten. Kortom: als verpleegkundig specialist wil je verder specialiseren, meer kennis vergaren. De vraag naar meer autonomie, met bijhorende aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid, was dan ook niet vreemd. Daar moest juridisch de ruimte en de mogelijkheden voor worden voorzien.
Wat werd op dat moment verwacht van een verpleegkundig specialist door verpleegkundigen zelf?
Kennis opbouwen bleek een belangrijk en zelfs prioritair aspect van de functie te zijn in 2019, zolang die kennis goed werd doorgegeven. Verpleegkundigen zien in een verpleegkundig specialist een mentor voor aanwijzing, expertise, begeleiding en coaching. Een team van verpleegkundigen verkiest om te leren van een verpleegkundig specialist eerder dan van een arts, bleek uit de bevraging. Die verwachting is niet altijd geijkt op afdelingsniveau, maar moet net ook afdelingen overschrijden aangezien coaching en kennis noodzakelijke voorwaarden zijn voor de functie. De verpleegkundig specialist vertaalt kennis naar elk niveau. Nog belangrijk daarbij is de ervaring met zorg aan het bed. Een verpleegkundige met een specialisatie is een verpleegkundige met haar voeten op de grond, die de voeling met de effectieve en acute zorg blijft behouden. Bovendien heb je als verpleegkundige een andere relatie met de patiënt en zijn context. Zo is de verpleegkundig specialist een brug tussen arts en patiënt en vult die een belangrijke leegte in.
Samengevat zagen verpleegkundigen in de functie van de verpleegkundig specialist een belangrijke meerwaarde om zelf mee te zijn met nieuwe inzichten en wetenschappelijke innovaties. Een collega in het team en op hun niveau die hiervoor bevoegd is, ervaarden ze als een grote meerwaarde. Dit biedt kansen tot bijscholing en begeleiding, maar ook tot ethische en sociale innovatie. Facetten die geen luxeproblemen zijn, wel een noodzaak. NETWERK VERPLEEGKUNDE leidde uit de resultaten af dat de functie van verpleegkundig specialist de aantrekking van het verpleegkundig beroep verhoogt. Het statuut zal doorgroeimogelijkheden bieden voor de VVAZ en gespecialiseerde verpleegkundigen. Vijf jaar later is het zover.
Erkenning van de verpleegkundig specialist
De verpleegkundig specialist staat vandaag ingeschreven in de zorgladder met een eigen functie- en competentieprofiel. Sinds 2019 staat ze ook in de Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen (WUG). Die bepalingen worden vandaag aan de hand van twee nieuwe koninklijke besluiten (KB’s) aangevuld. Het eerste KB bepaalt de criteria om als verpleegkundig specialist erkend te worden, het tweede bevat de bevoegdheden van het statuut: de klinische activiteiten en medische handelingen die de verpleegkundig specialist[1] kan stellen. De KB’s werden eind april gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en treden op 1 januari 2025 in werking.
Volgens de wet toont de verpleegkundig specialist ‘een bijzondere deskundigheid in de verpleegkunde en initieert die voortdurende actualisering en vernieuwing van (evidencebased) verpleegkunde om de kwaliteit en veiligheid van verpleegkundige zorg te bevorderen’.
Katrien Vervoort, adviseur volksgezondheid op het kabinet van minister Frank Vandenbroucke, gaat dieper in op enkele belangrijke vragen.
Welke opleiding moet je genoten hebben?
“De verpleegkundig specialist is volgens het nieuwe KB een verpleegkundige verantwoordelijk voor de algemene zorg (VVAZ) met een masterdiploma in de verplegingswetenschap dat voorbereidt op de functie van verpleegkundig specialist en met minstens 3.000 effectieve uren praktijkervaring als VVAZ in een voltijds equivalent binnen een bepaalde zorgcontext of specialisatiedomein.”
Zijn er overgangsmaatregelen?
“Wie al als verpleegkundig specialist werkt maar beschikt over een andere master in de gezondheidswetenschappen, kan vier jaar lang een beroep doen op overgangsmaatregelen om toch het statuut van verpleegkundig specialist te bekomen. Al zal je hier wel je competenties met betrekking tot de rol van verpleegkundig specialist moeten aantonen.”
Eens een verpleegkundig specialist, altijd een verpleegkundig specialist?
“In het KB staan ook criteria om je erkenning als verpleegkundig specialist te behouden. Om zijn kennis en bekwaamheid te onderhouden en te ontwikkelen en zo verpleegkundige zorg te kunnen verstrekken overeenkomstig de evolutie van de verpleegkundige wetenschap, moet de verpleegkundig specialist een permanente vorming van minstens 80 effectieve uren per periode van vier opeenvolgende jaren volgen. Daarnaast moet je in die vier jaar ook minstens 1.500 praktijkuren werken als verpleegkundig specialist.”
Wanneer mag je bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen stellen?
“Het tweede KB gaat over de klinische activiteiten en medische handelingen die je als verpleegkundig specialist mag stellen, en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn. Deze komen bovenop de handelingen die je als VVAZ mag stellen, worden vastgelegd in een interprofessionele samenwerkingsovereenkomst (IPS) en gelden enkel voor jouw specifieke zorgcontext of specialisatiedomein en voor een bepaalde groep patiënten. Met andere woorden: je erkenning als verpleegkundig specialist is – volgens het eerste beschreven KB – niet gelinkt aan een zorgcontext of specialisatiedomein, de handelingen die je mag uitvoeren wel.”
Hoe zal worden gecontroleerd welke handelingen je mag uitvoeren?
“Je portfolio zal daar een belangrijke rol in spelen, net zoals de IPS die je met alle betrokken partijen ondertekent, waaronder de betrokken arts(en).”
Is er een aparte nomenclatuur voor verpleegkundig specialisten nodig?
“Dat is niet de bedoeling, een hervormde financiering in de verschillende sectoren biedt een meer duurzame vorm van financiering. Nomenclatuurfinanciering is niet de aangewezen financiering voor de verschillende rollen van de verpleegkundig specialist.”
Nieuwe kansen, maar ook mogelijke valkuilen
Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn we ervan overtuigd dat de verpleegkundig specialist in alle zorgdomeinen aan bod moet kunnen komen. Ook in de thuiszorg bijvoorbeeld, waar de verpleegkundig specialist deel kan uitmaken van een breder team en ingezet wordt op basis van de noden in het werkveld. Al mag het ontwerp de verpleegkundig specialist niet reduceren tot een loutere uitvoerder van – al dan niet gefactureerde – medische technieken. Dit is niet wat zowel verpleegkundig specialisten als vertegenwoordigers van de algemene verpleegkunde voor ogen hadden toen ze samenkwamen in de werkgroep Zorgladder en de werkgroep Functiedifferentiatie[2]. Hier gaven zij expliciet te kennen dat de verpleegkundig specialist een sleutelrol toekomt in de ondersteuning en ontwikkeling van het beroep en de collega’s.
Als laatste bevat het ontwerp van de verpleegkundig specialist de bevoegdheid om voor te schrijven. NETWERK VERPLEEGKUNDE ijvert al jaren om de bevoegdheid van ‘voorschrijven’ te laten starten vanaf het niveau van de VVAZ. Dit wordt nu ook zo voorzien maar is nog niet in voege. Hierbij zal het portfolio bepalend zijn voor wat wel en niet door een VVAZ en bijgevolg door een verpleegkundig specialist kan worden voorgeschreven.
De komende jaren zullen we met andere beroepsorganisaties, waaronder ook BVVS in dialoog blijven gaan voor de verdere uitwerking van de uitvoeringsbesluiten.
[1] Dit is een algemene term voor de internationaal erkende profielen van ‘clinical nurse specialist’ of ‘nurse practitioner’. In ons Belgische systeem gebruiken wij één functiebenaming, nl. de ‘verpleegkundig specialist’; wetsontwerp tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, teneinde de hervorming van de verpleegkunde, de afschaffing van de Technische Commissies voor verpleegkunde en de paramedische beroepen en de aanpassing van de taken van de Federale Raden voor verpleegkunde en paramedische beroepen hierin op te nemen, Parl. St. Kamer, 2023-24, nr. 3890/001, 15; https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/3890/55K3890001.pdf.
[2] Kabinet minister Vandenbroucke, 2022-2023.
Wat zijn de bevoegdheden van een verpleegkundig specialist?
Als verpleegkundig specialist krijg je volgens dit nieuwe KB vijf bevoegdheden, die opgenomen moeten worden in de IPS, samen met afspraken rond overleg, patiëntenbespreking en rapportering.
- Beslissingen over de diagnostiek, behandeling en opvolging in de totaalzorg van de patiënt, na een primaire of door de arts gestelde diagnose.
- Doorverwijzen van patiënten naar andere zorgprofessionals.
- Voorschrijven van geneesmiddelen en gezondheidsproducten.
- Opstellen van medische attesten.
- Beslissen over de opname en het ontslag van patiënten.
Aan deze bevoegdheden zijn wel enkele voorwaarden gekoppeld. Zo mag de verpleegkundig specialist dit enkel autonoom doen als het om geroutineerde klinische activiteiten of handelingen gaat van een beperkte complexiteit en waarvan de risico’s te overzien zijn. Die complexiteit en waarschuwingscriteria worden eveneens vastgelegd in de IPS. Dat IPS vraagt bovendien periodieke evaluatie en bijsturing.
Operatie Alert
Seksueel en intrafamiliaal geweld is ook in België een belangrijk volksgezondheidsprobleem. Ongeacht leeftijd, gender, seksuele oriëntatie, achtergrond en opleidingsniveau kan iedereen op een dag geweld meemaken. Dat kan een zeer grote impact hebben op de fysieke, psychische, seksuele en reproductieve gezondheid van slachtoffers, maar ook van hun omgeving. Daarom lanceert de overheid een nieuwe campagne: Operatie Alert. Daarmee leren zorgverleners signalen van seksueel en intrafamiliaal geweld, en vrouwelijke genitale verminking herkennen en bespreken.
Operatie Alert biedt ziekenhuismedewerkers een brede waaier aan gratis opleidingen en tools, die helpen de vicieuze cirkel van geweld te doorbreken. Op operatiealert.be vind je e-learnings, instrumenten, flowcharts en checklists rond vijf thema’s:
- Wat zijn verschillende vormen geweld en wat zijn de gevolgen?
- Hoe communiceer je bij en over geweld?
- Zelfzorg
- Wat houdt holistische en traumasensitieve zorg in na geweld?
- Hoe bied je diversiteitssensitieve zorg voor specifieke kwetsbare groepen?
Advies over de gespecialiseerde verpleegkundigen
De Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) bracht op verzoek van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke een advies uit over de gespecialiseerde verpleegkundige. De FRV heeft een lijst opgesteld van gespecialiseerde verpleegkundigen en van de zorgcontext waarin deze zorgprofessionals moeten worden opgenomen.
De gespecialiseerde verpleegkundige is een verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg die een bijkomende opleiding gevolgd heeft in een specifiek zorgcontext, en hierdoor bevoegd is om zijn praktijk uit te oefenen als deskundige in een gespecialiseerd domein. Deze nieuwe context van verpleegkunde wordt gekenmerkt door de groeiende complexiteit van zowel intra- als extramurale beroepsuitoefening en de noodzaak aan interdisciplinaire samenwerking.
Ze worden ingedeeld in een van de zes zorgcontexten die worden aanbevolen in een gezamenlijk advies van de Federale Raad voor Verpleegkunde (2023-04 van 14 maart 2023) en van de Technische Commissie voor Verpleegkunde (2023-05 van 30 maart 2023) betreffende de zorgladder. Zo zijn er gespecialiseerde verpleegkundigen in:
- acute en kritieke zorg
- chronische zorg
- zorg voor kind en gezin
- zorg voor de oudere
- geestelijke gezondheidszorg
- transversale zorg
Lees het volledige advies hier.
Nieuwe campagne over gebruik psychofarmaca
Psychofarmaca worden verontrustend vaak gebruikt. Een op vier Belgen nam in 2022 ten minste één psychofarmacon. Om gezondheidsprofessionals te ondersteunen ontwikkelde de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in samenwerking met expertengroep BelPEP (Belgisch Psychotropics Experts Platform) een gloednieuwe portaalwebsite met nuttige en evidencebased informatie over het onderwerp.
Gezondheidsprofessionals spelen de belangrijkste rol in een bewust gebruik van psychofarmaca. Hun taak is ruimer dan de diagnosestelling en het voorschrijven van de medicatie. Je hebt ook de verantwoordelijkheid om het gebruik ervan nauwgezet op te volgen en patiënten voldoende te informeren, sensibiliseren, motiveren, ondersteunen en waar nodig door te verwijzen. Daarom ontwikkelde de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in samenwerking met expertengroep BelPEP (Belgisch Psychotropics Experts Platform) een gloednieuwe portaalwebsite. Daarmee heeft elke zorgverlener toegang tot betrouwbare, recente en evidencebased bronnen over het voorschrijven, het gebruik, de aflevering en de opvolging van psychofarmaca. De website kwam tot stand met de ondersteuning van de beroepsorganisaties Domus Medica, SSMG, APB, UPPCF en de VVKP.
“De verandering voor ons beroep is ingezet met uitzonderlijke opportuniteiten en doorgroeikansen”
12 mei, internationale dag van de verpleegkundige. Dit jaar hebben we als verpleegkundigen ‘geen stilstand meer’ te vieren. De vele hervormingen en wetswijzigingen die op ons beroep afkomen stoten soms op weerstand tegen verandering, maar toch zijn ze hoognodig. Er ligt nog heel wat werk op de plank naar praktische uitvoering toe, waarbij de inspraak van alle verpleegkundigen uiterst belangrijk is. NETWERK VERPLEEGKUNDE roept daarom alle verpleegkundigen op om samen met hun leidinggevenden in dialoog te gaan.
Er zijn grote, belangrijke stappen gezet in de laatste maanden van 2023 en in het eerste deel van 2024. Het zijn fundamentele wettelijke bouwstenen om de verschillende verpleegkundige taken van de toekomst vorm te geven. De duidelijke functieladder, de wetswijzigingen in het kader van het gestructureerde zorgteam en de koninklijke besluiten (KB’s) rond de bekwame helper en ADL stuwen ons beroep richting nieuwe opportuniteiten en houden het werkveld terecht bezig. “Het onderwerp leeft, zoveel is duidelijk uit de vele reacties die we bij NETWERK VERPLEEGKUNDE van leden en niet-leden ontvangen”, zegt algemeen coördinator Ellen De Wandeler. “Er is dan ook een duidelijke nood om de versnipperde informatie die vandaag circuleert en soms ook onjuist is opnieuw te stroomlijnen. Daar ligt een belangrijke taak voor NETWERK VERPLEEGKUNDE weggelegd. We zijn verpleegkundigen. We dragen dezelfde achternaam ongeacht onze plaats van tewerkstelling. Het is belangrijk dat we als een familie, met één stem spreken. Er mag geen hiërarchie zijn. Elkaar ondersteunen is een bouwsteen van onze beroepsorganisatie.”
Klaarstomen voor komende uitdagingen
De onderlinge samenwerking tussen verpleegkundigen, en bij uitbreiding tussen zorgprofessionals algemeen, is nodig. De demografische uitdagingen die op ons afkomen zijn namelijk niet min. Zeer concreet staat de vergrijzing voor de deur. Maar wat betekent dit precies? Vanaf 2025 zijn er in Vlaanderen voor het eerst in onze geschiedenis minder min-18-jarigen dan 67-plussers. In 2023 was 19,75 procent van de Belgische bevolking ouder dan 65 jaar. Dit neemt de komende vijftig jaar toe met 57,5 procent.
“De arbeidskrapte vandaag, maar ook die van de komende jaren, vraagt onze aandacht en bewustwording”, zegt Ellen. “Willen we kwaliteitsvolle zorg blijven garanderen aan de huidige en komende generaties, dan moeten we vooruitdenken aan een nieuwe, toekomstgerichte rol voor de Verpleegkundige Verantwoordelijk Algemene Zorg (VVAZ). Die moeten we dan ook op korte termijn durven opnemen. Al in de jaren 70 lagen de geplande hervormingen op tafel. Die komen nu in een stroomversnelling. De weg is nog lang, maar de start is gegeven. De verandering is ingezet en hierbij zie ik voor ons beroep uitzonderlijke opportuniteiten en doorgroeikansen.”
Klinisch verpleegkundige expertise
Het heeft bijzonder veel inspanningen gevraagd om de VVAZ als enige beroep in de coördinerende rol binnen het gestructureerd zorgteam te houden. De coördinatie van zorg is dan ook een taak die vaak ook andere zorgberoepen zich willen toe-eigenen. “Het is een logische en absolute vereiste dat de klinisch verpleegkundige expertise voldoende aanwezig is, zowel bij de VVAZ als diens directe leidinggevenden. We hebben een coördinerende rol gevraagd aan het beleid, nu moeten we deze ook samen door de inzet van verpleegkundig leiderschap waarmaken.”
“We moeten onze verantwoordelijkheid als verpleegkundige groter durven plaatsen binnen een maatschappelijke context. Welke zorg willen we aanbieden als verpleegkundigen binnen de beperkte middelen van de toekomst? Ons verbergen en niet het woord durven voeren op de hoogste echelons van onze gezondheidszorg en zorginstellingen moet echt tot de verleden tijd gaan behoren. Als verpleegkundigen zijn we met veel. We moeten in die mate ook de nodige inspraak verwerven.”
Relatieve versus absolute tekorten
De rapporten van de OESO tonen aan dat in ons land 112 verpleegkundigen per 10.000 inwoners actief zijn. Voor Vlaanderen ligt dat cijfer op 118 verpleegkundigen, voor Wallonië op 109. Ter vergelijking: het gemiddelde van die OESO-landen is 88 verpleegkundigen per 10.000 inwoners. Toch blijkt uit een gesprek met Sabine Stordeur (zie pagina’s 18 tot 20 van dit magazine), directrice-generaal van het directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, dat er nuancering bij de cijfers nodig is, zeker voor wat betreft het aantal verpleegkundigen per 10.000 inwoners.
“Zo liet de FOD ons weten dat als we kijken naar de landen die het dichtst bij België liggen, dan het gemiddelde in West-Europa 124 verpleegkundigen en in Noord-Europa 135 verpleegkundigen per 10.000 inwoners bedraagt. Met 111 verpleegkundigen per 10.000 inwoners zit België dus onder deze twee cijfers. Hier moeten we gepast mee omgaan en dat vraagt de nodige inspanningen.”
Hoopvol voor de toekomst
“De verandering is ingezet”, besluit Ellen. “We zijn hoopvol over de stappen die op beleidsniveau gezet worden. Het maakt dat we er tijdens onze vijftigste Week van de Verpleegkundigen in Oostende echt een feesteditie van kunnen maken. We mogen best fier zijn op de evolutie die we als verpleegkundigen samen mee in gang hebben gezet. Als beroepsorganisatie zijn we ook trots op onze vele leden en vrijwilligers in de werkgroepen en regionale netwerken. Hun expertise en praktijkervaringen zijn voor onze organisatie van onschatbaar belang.”
“Waar de komende legislatuur absoluut werk nog van moet gemaakt worden is de noodzaak aan en de toegang tot opleiding en specialisaties en een correcte verloning binnen IFIC. We maken ons de komende maanden klaar met een memorandum die voor en na de verkiezingen zal dienen om ons beroep verder te professionaliseren. Er is nog veel werk aan de winkel. Als we ons blijven verenigen en samen toewerken naar die verandering, dan komen we er samen wel.”
Leden hebben toegang tot een digitaal platform waarop de webinars rond de nieuwe wetgeving zijn ondergebracht. Ben je lid en wil je toegang tot dit kanaal? Mail naar vorming@netwerkverpleegkunde.be.
Wat is NETWERK VERPLEEGKUNDE?
NETWERK VERPLEEGKUNDE is een pluralistische, niet-gesubsidieerde beroepsorganisatie met 7.400 betalende leden die zich richt tot alle verpleegkundigen. De organisatie heeft mandatarissen in diverse raden en commissies op federaal en gemeenschapsniveau. NETWERK VERPLEEGKUNDE vertegenwoordigt basisverpleegkundigen, HBO5-verpleegkundigen, verpleegkundigen verantwoordelijk algemene zorg (bachelor), gespecialiseerde verpleegkundigen (met inbegrip van verpleegkundig consulenten), verpleegkundig specialisten (master) en verpleegkundigen klinisch onderzoeker (PHD).
De leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn aanwezig op alle domeinen van het verpleegkundige werkveld. We maken geen onderscheid in specialisatie of plaats van tewerkstelling. Verschillende visies en standpunten stroomlijnen in zo’n grote groep is geen evidentie. Vooruitgang betekent inzetten op de visie van de meerderheid. En die meerderheid hebben we door de gedragenheid van de leden uit de verschillende werkgroepen en regionale netwerken van onze beroepsorganisatie.
De werkgroepen binnen NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn:
- diabetesverpleegkundigen
- thuisverpleegkundigen (zelfstandigen en in dienstverband)
- directies verpleegkunde
- verpleegkundigen gehandicaptenzorg
- verpleegkundigen geestelijke gezondheidszorg
- hoofdverpleegkundigen en middenkader
- informaticasysteemverpleegkundigen
- kinderverpleegkundigen
- verpleegkundigen ouderenzorg
- verpleegkundigen palliatieve zorg
- pijnverpleegkundigen
- verpleegkundigen spoed en intensieve zorgen
- verpleegkundigen juridisch expert
- verpleegkundigen infectiebeheersing
- begeleidingsverpleegkundigen
- verpleegkundigen medische beeldvorming
- verpleegkundigen maatschappij en gezondheid
- studenten verpleegkunde
- wetenschappelijke ethiek
- geschiedenis verpleegkunde
Zin om deel uit te maken van deze werkgroepen? Contacteer administratie@netwerkverpleegkunde.be.
Opstart project voor nationale dataset benchmark spoed
Om spoedgevallendiensten te optimaliseren is er nood aan een duidelijk inzicht in de werking ervan. Een diepgaande analyse van beschikbare gegevens leidt tot meer effectiviteit en een datagedreven besluitvorming. In België ontbreekt momenteel een gestandaardiseerde aanpak voor het verzamelen van proces- en uitkomstgegevens. Daarom werken NETWERK VERPLEEGKUNDE, de Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg (VVVS) en de Association Francophone des Infirmiers d’Urgence (AFIU) aan een nationale dataset voor proces- en uitkomstgegevens van spoedgevallendiensten in België. Het doel? De operationele efficiëntie en effectiviteit van spoeddiensten aanzienlijk te verbeteren en datagedreven benchmarking te faciliteren.
Datagedreven besluitvorming en benchmarking zijn cruciaal in een tijdperk van toenemende gegevensbeschikbaarheid. Zo nemen organisaties weloverwogen beslissingen op basis van feitelijke bevindingen. Dat resulteert in een betere operationele efficiëntie en een meer gerichte, strategische benadering. Op spoedgevallendiensten in België ontbreekt momenteel een gestandaardiseerde aanpak voor het verzamelen van proces- en uitkomstgegevens. Daar moet een nationale dataset voor proces- en uitkomstgegevens van spoedgevallendiensten in België verandering in brengen. Die komt tot stand door een samenwerking tussen de werkgroep Kritieke Diensten van NETWERK VERPLEEGKUNDE, de Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg (VVVS) en de Association Francophone des Infirmiers d’Urgence (AFIU).
Het initiatief wil een nationale dataset voor proces- en uitkomstgegevens ontwikkelen met als doel de operationele efficiëntie en effectiviteit van spoeddiensten aanzienlijk te verbeteren. Via een gevalideerd Nederlands codeboek voor een meer gestroomlijnde databank faciliteert het project een uniforme, nauwkeurige gegevensverzameling en -analyse. Door aan benchmarking te doen evalueren en vergelijken organisaties hun werking met die van anderen. Ze identificeren hun zwakke punten en ontdekken hun best practices. Daardoor kunnen organisaties een holistische benadering hanteren om hun concurrentievermogen te versterken en langetermijndoelstellingen te bereiken.
Het project zal na de zomermaanden van 2024 door VVVS, AFIU en NETWERK VERPLEEGKUNDE uitgebreid gepresenteerd worden aan hun leden en relevante stakeholders.
Nieuwe KB’s zijn een feit
Ze zijn lang aangekondigd, er is veel over geschreven en er is vooral zeer hard aan gewerkt. Nu is er eindelijk witte rook, want de koninklijke besluiten rond de bekwame helper en de activiteiten uit het dagelijkse leven (ADL) en een aanpassing van het KB 1990 zijn in het Staatsblad gepubliceerd op 29 februari 2024.
Het KB over ADL bepaalt de concrete voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om bepaalde activiteiten binnen de gezondheidszorg niet langer door verpleegkundigen, maar door niet-gezondheidszorgbeoefenaars te laten uitoefenen op een legale manier.
Het KB van de bekwame helper geeft dan weer een wettelijke context over de technische verpleegkundige handelingen die gedelegeerd worden naar een mantelzorger of bekwame helper. Het bevat een lijst van technische verstrekkingen en de voorwaarden voor de uitoefening ervan, net zoals de vereiste opleidingsvoorwaarden.
Tot slot werd ook het KB van 18 juni 1990 aangepast. Dit is een lijst met verpleegkundige handelingen die door een arts of tandarts aan verpleegkundigen worden toevertrouwd, net zoals de manier van uitvoeren en de kwalificatievereisten die nodig zijn om de handelingen te mogen uitvoeren. Dit KB kreeg een update.
Marc Van Bouwelen stopt als voorzitter TCV
Op 8 februari zwaaide Marc Van Bouwelen, Mavabo voor de vrienden, af als voorzitter van de Technische Commissie voor Verpleegkunde (TCV). Dit was meteen de laatste keer dat de TCV samenkwam, aangezien deze binnenkort samenvloeit met de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV). De Federale Raad geeft aan de minister advies over de algemene ontwikkeling van het beroep, de Technische Commissie over de handelingen van de verpleegkundigen.
Marc zetelde al in de TCV sinds 2001 en leidde de verpleegkunde door enkele woelige wateren. Daarin nam hij steeds een verbindende rol op, met een neutrale blik op de standpunten die op tafel lagen. Dit maakt dat hij zowel door alle leden als door de betrokken beroepsorganisaties zeer gerespecteerd werd.
Op de afscheidszitting had Marc voor elk lid van de TCV een cadeautje mee: een koffietas met de lamp van Florence Nightingale en TCV erop gedrukt. Zo attent is hij sinds zijn aanstelling als voorzitter in 2007 altijd geweest. Toen nam hij de fakkel over van Thierry Lothaire (FNIB, 2001-2007), die hem op zijn beurt overnam van Rene Tytgat (NVKVV 1995-2001). In de bijna vijftig jaar van de Commissie werden regelmatig verantwoordelijken van NVKVV als voorzitter verkozen.
Op professioneel vlak is Marc al enkele jaren met pensioen. Al valt daar in de praktijk niet veel van te merken. Hij blijft actief als verpleegkundige in een woonzorgcentrum, is vertaler voor het Koninklijk Legermuseum in Brussel, neemt zijn kleinkinderen op sleeptouw (of andersom) en is met het Rode Kruis op verschillende festivals te vinden.
Binnen onze beroepsorganisatie zet hij zich al jaar en dag, met hart en ziel, in als lid en secretaris van de Juridische Adviesgroep. Samen met professor Marc Sabbe (KU Leuven) en Defensie ontwikkelde hij ook de opleiding rampenmanagement. Niet geheel onlogisch als je weet dat hij jarenlang actief was als spoedverpleegkundige in het Stuivenbergziekenhuis (Antwerpen) en zijn kennis doorgaf in een aantal onderwijsinstellingen.
Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn we ontzettend dankbaar voor de onvermoeibare inzet van Marc en zijn sterke bijdrage aan de ontwikkeling van het verpleegkundige beroep. We zetten hem dan ook graag eventjes letterlijk in de bloemetjes. Bedankt, Marc!
De TCV wordt voortaan opgenomen in de FRV als een vaste werkgroep. Het werk is dus nog niet gedaan. Edgard Peters was als voorzitter van de FRV aanwezig op de laatste zitting van de TCV als zelfstandig orgaan. Hij beloofde alvast de leden onder zijn hoede te nemen wanneer de werkgroep verder vorm krijgt.