Award van de WHO voor het zorgpersoneel

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) huldigde alle zorgverleners al door 2021 uit te roepen tot het Internationaal Jaar van het Zorgpersoneel. Recent zakte dokter Hans Kluge, regionaal directeur voor Europa bij de WHO, af naar ons land waar hij minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke ontmoette.

Dokter Kluge overhandigde de minister de award, bestemd voor alle zorgverleners. Zo wil de WHO waardering en erkenning tonen voor de inzet die gezondheidsbeoefenaars tijdens de pandemie toonden. 2021 was een bijzonder moeilijk jaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van zorgverleners. Ze werden keer op keer geconfronteerd met een toenemend aantal besmettingen en ziekenhuisopnames en tegelijk rekening houden met de risico’s voor hun eigen gezondheid. De award zal ondergebracht worden in het Galileegebouw in Brussel, waar de drie gezondheidsadministraties zitten.


Hoe beperken we hoge uitstroom bij verpleegkundigen?

Vlaanderen kent al jaren heel wat knelpuntberoepen in de zorg. Vacatures raken niet ingevuld en ook de perceptie over werken in de zorg zit eerder in een negatief daglicht. Daarom werd recent een studie[1] uitgevoerd naar de reden voor de uitstroom en hoe je de werkgelegenheid in de zorg kan bevorderen door in te zetten op duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid.

Werkgeversfederatie Verso bepaalde vijf pistes om de tekorten in de zorg te bestrijden. Zo moet er werk gemaakt worden van een hogere instroom, een opleidings- en competentiebeleid, innovatie en digitalisering, meer arbeidsvolume en lagere uitstroom. Net die lagere uitstroom was het doel van de uitgevoerde studie. Net zoals een meer positieve beeldvorming over de sector en een betere begeleiding van jonge werknemers en herintreders. De wetenschappers stelden namelijk vast dat deze drie factoren mee de uitstroom veroorzaken. Volgens een Belgische studie[2] heeft tien procent van de Vlaamse verpleegkundigen een hoog risico op burn-out en dacht 1 op de 10 er al aan een ander beroep te kiezen. Werkbaar werk is dus een deel van oplossing.

Wat vinden verpleegkundigen belangrijk in hun job?

Voor de studie werden ook elf verpleegkundigen geïnterviewd over hun job. Die antwoorden werden getoetst aan een literatuurstudie. Factoren zoals werklast, persoonlijke situatie, beslissingsruimte, werkrelaties en patiëntenzorg kwamen terug als verklaring voor de uitstroom (zie figuur).

Een goede samenwerking en communicatie bevorderen wel de voldoening die ze uit hun job halen, zowel met directe collega’s als met leidinggevenden en artsen. Teamwerking is dus zeer belangrijk, net zoals kort voor de dienst met elkaar spreken zodat iedereen kan inschatten hoe de dienst zal verlopen en waar de problemen en aandachtspunten zich situeren. Niet verwonderlijk dus dat ook communicatie een grote rol speelt. Zeker wanneer er nieuwe regels en richtlijnen hun intrede doen. Van een leidinggevende verwachten verpleegkundigen vooral dat die betrokken is bij het team en af en toe ook een luisterend oor biedt.

Daarnaast vinden de deelnemers dat verpleegkundigen meer autonomie mogen krijgen, gelinkt aan vertrouwen. Dat kan op verschillende manieren worden ingevuld, zoals mee nadenken over richtlijnen, eigen accenten leggen in de zorg, meer vrijheid in werkuren, … Opvallend is dat ze ook het opleiden van nieuwe collega’s als demotiverend aanschouwen. Tijd en middelen ontbreken vaak en de nieuwe collega’s stromen vaak snel uit.

De studie concludeert dat verpleegkundigen vooral de werklast aankaarten als reden voor de hoge uitstroom. Ook samenwerking, erkenning en vertrouwen spelen een rol. Over samenwerken in team vinden ze goede communicatie, autonomie, een duidelijke rolverdeling en doorstroom van ervaring en kennis belangrijk. In de zorg ligt de focus dan weer op patiëntencontacten en spelen de fysieke zwaarte van de job en de vele administratieve taken hen geregeld parten. Liefst tien procent zou door de fysieke zwaarte niet meer terugkeren naar de zorg. Ze erkennen ook dat het niet vanzelfsprekend is om een zorgjob te combineren met een gezinsleven.

[1] van de Veerdonk W, Smets J. (2021). Rapportage (deel) WP3: Uitstromen uit het zorgberoep. Matchen de factoren uit de internationale literatuur met de Vlaams/Nederlandse praktijk? Thomas More December 2021.

[2] Geuens N, Van Bogaert P, Franck E. Vulnerability to burnout within the nursing workforce -The role of personality and interpersonal behaviour. J Clin Nurs. 2017 Dec;26(23- 24):4622-4633. doi: http://doi.org/10.1111/jocn.13808. Epub 2017 Jun 28. PMID: 28295750.


Rode Kruis Vlaanderen bundelt nuttige tips voor eerste hulp

Geen Stayin’ Alive, wel 10.000 luchtballonnen. Dat is het deuntje dat je in achterhoofd moet houden wanneer je iemand reanimeert. De reden? Met 103 beats per minuut (bpm) is Stayin’ Alive aan de trage kant. Het ideale tempo ligt op 100 à 120 bpm, of zoals in het geval van K3 op 107 bpm. Dit soort tips bundelt het Rode Kruis Vlaanderen in het handboek Help! Eerste hulp voor iedereen.

Het handboek telt 996 pagina’s vol nuttige informatie over eerste hulp. Ideaal voor wie zijn kennis even wil opfrissen of voor wie praktische tips binnen handbereik wil hebben. Er staan eerstehulprichtlijnen in, maar ook achtergrondinformatie, preventietips, … Het dient ook als overzichtelijk naslagwerk bij ongevallen of ziekte. Aan de hand van enkele duidelijke stappen wordt tekst en uitleg gegeven bij meer dan 300 soorten letsels en aandoeningen. Van een schaafwonde of verstuiking tot een insectenbeet. Je bestelt het boek via de website van het Rode Kruis Vlaanderen of via je boekhandel.


Ongezonde voeding en overgewicht in Vlaamse scholen

Uit een studie van Sciensano blijkt dat fastfoodrestaurants, takeaways, snoepwinkels, … steeds meer opduiken in de buurt van Vlaamse scholen. En dan vooral in de buurt van scholen met een hoog percentage aan kwetsbare leerlingen. De onderzoekers stelden een verband vast tussen de aanwezigheid van die handelszaken en het gewicht van kinderen.

Overgewicht of obesitas bij Vlaamse kinderen van 2 tot 17 jaar komt vaker voor bij kinderen die opgroeien in armoede. Ook de opleiding en herkomst van de ouders spelen mee. Uit cijfers blijkt dat 16 procent van de kinderen met overgewicht kampt en 5 procent met obesitas. Ongezonde eetgewoonten (snacks, geen groenten, frisdrank, …) en te weinig beweging zijn de voornaamste oorzaken. Een recente studie van Sciensano toont aan dat deze trend extra uitgesproken is voor scholen met een hoog percentage leerlingen waarvan de moeder laagopgeleid is en scholen met een hoog percentage leerlingen waarvan de thuistaal niet Nederlands is. De studie stelde ook een positief verband vast tussen de densiteit van fastfood, afhaal en bezorgoutlets, de densiteit van gemakswinkels en het gewicht van kinderen jonger dan 6 jaar en kinderen tussen 6 en 12 jaar. Dat verband is er niet voor jongeren van 13 tot 18 jaar. Scholen stimuleren de laatste jaren gezonde voeding op school. Uit een rondvraag van het Instituut Gezond Leven vzw in 2019 blijkt ook dat het aanbod aan gezonde tussendoortjes de goede kant opgaat. Heel wat scholen bieden ook al gratis water aan of plaatsen geen frisdrankautomaten meer. Een positieve evolutie dus.

Waar gaat het dan fout? Net buiten die schoolmuren. Sciensano en Gezond Leven onderzochten de voedselomgeving rond Vlaamse basis- en secundaire scholen. Die blijken gezonde voeding alles behalve te stimuleren. Op 500 meter van de schoolpoort zou zich namelijk een fastfoodrestaurant of een snoepwinkel bevinden. En dat brengt de verleiding van een snelle, ongezonde hap zeer dichtbij, klinkt het bij de onderzoekers. Ze spreken van echte obesogene buurten of voedselmoerassen waar een groot aanbod calorierijk voedsel te vinden is. Of voedselwoestijnen, waar verse groenten en fruit niet te bespeuren zijn. Dit type omgevingen stellen onze wilskracht danig op de proef.

Werk aan de winkel dus. Niet alleen voor de scholen, ook voor de lokale besturen en overheden in ons land. In het buitenland zijn daar al enkele voorbeelden van te vinden. Zo heeft Londen uitsluitingszones voor afhaalzaken rond scholen. Ze beperken ook de openingsuren van ongezonde voedingszaken in de buurt van scholen. Een andere mogelijkheid is dit type verkooppunten verplichten een minimum aan gezonde voeding aan te bieden en dit ook meer zichtbaar te maken.

Raadpleeg de studie “Naar gezonde voedselomgevingen rond scholen in Vlaanderen” via sciensano.be of via yeswecare.be.

https://www.sciensano.be/nl/biblio/naar-gezonde-voedselomgevingen-rond-scholen-vlaanderen


Verpleegkunde grootste knelpuntberoep in 2022

Zowel verpleegkundigen, als hoofdverpleegkundigen en gespecialiseerd verpleegkundigen operatiekwartier zijn ook in 2022 opgenomen als knelpuntberoep. Die lijst wordt jaarlijks opgesteld en gepubliceerd door de Vlaamse overheidsdienst VDAB op basis van statistische analyses, expertenadvies en advies van sectororganisaties. Bovenaan de lijst van 2022: verpleegkundigen.

Voor verpleegkundigen waren er in 2021 zo’n 9.666 openstaande vacatures[1], voor hoofdverpleegkundigen ging het om 971 vacatures en voor gespecialiseerd verpleegkundigen operatiekwartier om 253 vacatures. De VDAB spreekt over een knelpuntberoep door kwantitatieve redenen. Met andere woorden: er zijn te weinig werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Ook de specifieke arbeidsomstandigheden zoals hoge fysieke en psychische belasting, onregelmatige uren en weekend- en avondwerk spelen volgens de Vlaamse overheidsdienst een rol. Bij gespecialiseerd verpleegkundigen operatiekwartier komt daar ook nog de bijzondere beroepstitel bij.

De arbeidsreserve van verpleegkundigen is zeer klein, maar ook de vergrijzing en vraag naar zorg neemt toe. Bovendien gaan veel verpleegkundigen binnenkort zelf met pensioen. Door covid kreeg de sector de voorbije twee jaar ook met extra uitdagingen te maken en dat maakte het vinden van (hoofd)verpleegkundigen, zorgkundigen en verzorgenden extra moeilijk.

[1] Cijfers via vdab.be/trendsdoc/beroepen


Word ook expert valpreventie

Valpreventie.be, het expertisecentrum val- en fractuurpreventie in Vlaanderen, lanceert een nieuwe vierdaagse opleiding van “Expert valpreventie bij ouderen”. De opleiding loopt vindt plaats op 14 maart, 14 juni, 17 oktober en 5 december, telkens van 9 tot 17 uur. Professionele zorgverleners delen er hun multidisciplinaire en praktijkgerichte kennis en vaardigheden rond valpreventie bij ouderen op een interactieve manier. Er is ook ruimte voor wetenschappelijke studies, casussen, groepsdiscussies en heel wat praktijkvoorbeelden. Na de opleiding treed je toe tot het Expertennetwerk Valpreventie. Inschrijven kan via Valpreventie.be. Valpreventie.be organiseert dit jaar ook de elfde Week van de Valpreventie van 25 april tot en met 1 mei 2022. De vijf Vlaamse provincies en Brussel zullen opnieuw de strijd aangaan om de titel van beste valpreventieprovincie van 2022 binnen te halen.


Eerste Hulp bij Dementie

Steunpunt Mantelzorg lanceert een nieuwe publicatie: Eerste Hulp bij Dementie. Het is een interactief schrijf-, doe- en denkboekje voor personen met dementie en hun mantelzorgers. Steunpunt Mantelzorg ontwikkelde het samen met mantelzorgvereniging Coponcho. Het werd ook afgetoetst bij mantelzorgers en bij het Expertisecentrum Dementie.

Met dit boekje wil Steunpunt Mantelzorg personen met dementie en hun mantelzorgers ondersteunen in de dagelijkse omgang met dementie aan de hand van tips, verhalen, voorbeelden en eenvoudige oefeningen. Zo vind je er heel wat hulplijnen voor info, advies of ondersteuning in terug, maar ook tips en technieken op het vlak van communicatie, geheugen, routine, weerstand, gedrag en hygiëne. Voor mantelzorgers is het een bewustwording van hun situatie: welke rollen nemen ze op, hoe kijk je naar een persoon met dementie, op wie kan je rekenen? Met een checklist kan je de situatie van de persoon met dementie evalueren. Deze checklist kan je dan vervolgens meenemen naar een consultatie met een professionele zorgverlener.

Mantelzorgers en personen met dementie kunnen het boekje gratis bestellen via steunpuntmantelzorg.be, info@steunpuntmantelzorg.be of 078 77 77 97. Aan zorgverleners en organisaties wordt een bijdrage van 1,50 euro gevraagd?


Prijs Sociale Gezondheidswetenschappen 2021 voor lid werkgroep GGZ

Op 24 oktober mocht Hanne Vandewiele, Verpleegkundig Specialist Psychiatrie (Dienst Psychiatrie) en lid van de werkgroep GGZ van het NVKVV, de prijs Sociale Gezondheidswetenschappen 2021 ontvangen.

Dit is een prijs die om de vijf jaar door de opleiding Master of Science Verpleegkunde en Vroedkunde van het Universitair Centrum voor Verpleegkunde en Vroedkunde (UCVV), Universiteit Gent wordt uitgereikt aan de meest verdienstelijke alumnus. Hanne kreeg deze prijs toegekend voor haar inzet en inspirerend(e) (samen)werk(ing) binnen de geestelijke gezondheidzorg zowel binnen als buiten onze ziekenhuismuren. In de klinische praktijk als via wetenschappelijk onderzoek en beleidswerk draagt ze bij tot de verdere professionalisering van de verpleegkunde en de verbreding van het maatschappelijk draagvlak voor de zorg voor mentaal welzijn. Proficiat, Hanne!


Inschrijvingen verpleegkunde zitten in de lift

De opleidingen gezondheidszorg deden het goed in 2021. Het aantal inschrijvingen voor professionele bachelors steeg, met 66 procent zelfs ten opzichte van 2008. Ook de professionele bachelor en HBO5 verpleegkunde tonen positieve evoluties.

“Verpleegkunde heeft het goed gedaan”, zegt een tevreden Vlaams Zorgambassadeur Lon Holtzer. “Samen met de opleiding medische laboratoriumtechnologie, die een boost kreeg door COVID-19, zitten zij bij de stijgers. Met 2,4 procent tegenover vorig jaar. De andere zorgopleidingen zijn min of meer gelijk gebleven. De professionele bachelor verpleegkunde ging van 7.817 inschrijvingen in 2020 naar 8.227 inschrijvingen, een stijging van 5,2 procent.”

Positieve beeldvorming

Het aantal studenten in HBO5 daalde daarentegen licht, met 0,7 procent ten opzichte van 2020. “Daar zit de onzekerheid over het HBO5-statuut zeker voor iets tussen”, vertelt de Zorgambassadeur toe. “Verpleegkunde genoot heel wat positieve beeldvorming in de media tijdens de coronacrisis. Mensen kregen een heel ander beeld van de job van een verpleegkundige. Het is nu duidelijk bij de bevolking dat verpleegkunde een leidinggevende job met verantwoordelijkheid is. Ook artsen in talkshows en tv-programma’s spraken met veel bewondering en respect voor verpleegkundigen. Dat vertaalt zich naar deze inschrijvingscijfers.”

Tot slot licht Lon Holtzer nog de gemiddelde leeftijd van de studenten verpleegkunde toe. In HBO5 is dat 28 jaar, in de professionele bachelor 26 jaar. “Dit wijst op een significante zijstroom, want je zou verwachten dat de leeftijden op 21 en 22 jaar liggen”, zegt ze. “Toch merken we dat het aantal generatiestudenten ook gestegen is met maar liefst 7 procent.”


Een gameverslaving pak je niet met de gamer alleen aan

Schermen zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Of het nu televisie, tablet of consoles zijn. Voor sommigen een aangename ontspanning, voor anderen een uit de hand gelopen hobby. Vanuit hun eigen ervaring met een gameverslaving staken Matthias Dewilde en Bavo Vroman in 2019 de koppen bij elkaar. Het resultaat is GameChangers, een erkende coöperatie die gezinnen, jongvolwassenen en scholen ondersteunt en begeleidt bij problematisch gamegedrag.

Zes jaar geleden startte Matthias Dewilde met lezingen rond problematisch gamen. Hij was toen al een paar jaar bezig om zichzelf terug op de kaart te zetten. “Door het gamen raakte ik meer en meer geïsoleerd, zodanig dat ik veel sociale angsten had. Mijn studies, mijn sociale contacten, mijn gezondheid, de relatie met mijn ouders … alles leed eronder”, vertelt Matthias. Hij verdiepte zich in de materie en besloot er zijn beroep van te maken. Begin maart bracht hij zelfs het ‘Game Over’ boek uit. Bij Bavo Vroman horen we een gelijkaardig verhaal. “Bij mij liep het fout in mijn thesisjaar. Ik was bijna afgestudeerd als psycholoog. Een jaar lang heb ik alles laten varen, gezondheid incluis. Ik voelde me zo slecht en schuldig dat ik schrik had om onder de mensen te komen, of zelfs maar mijn mails te lezen. Na een jaar maakte ik schoon schip, werkte mijn thesis af en startte kort daarna mijn eigen praktijk.” In 2018 kwam hij Matthias tegen en samen besloten ze om vanuit hun eigen ervaring anderen te helpen.

Vatbare jongeren

Niet elke gamer slaagt erin eigenhandig zijn of haar gameverslaving te overwinnen. “Je moet al erkennen dat het er is. Vaak kloppen de ouders bij ons aan. Voor kinderen met heel uiteenlopende leeftijden, van 10 tot 25 jaar”, legt Matthias uit. “Ze zien problematisch gedrag of zijn bezorgd over veranderingen bij hun kind.” Door middel van individuele coaching en workshops biedt GameChangers handvaten om het gamegedrag aan te pakken, maar ook de onderliggende problematiek. “Problematisch gamen is meestal een gevolg van iets anders. Uitstelgedrag, gepest worden, onzeker of introvert zijn. Een bepaalde groep is hier gevoeliger voor. Denk aan tienerjongens of kinderen met specifieke gedragskenmerken, zoals een autismespectrumstoornis, ADHD of hoogbegaafdheid. De gamewereld biedt een veilige cocon.” GameChangers pakt die oorzaken ook aan, zowel met het kind als de ouders. Want de ouders spelen hierbij een cruciale rol en houden de verslaving vaak in stand. “Wat tolereren ze? Bakenen ze de game- of schermtijd af? Vragen ze hun kind te participeren in het huishouden?”

Balans tussen on- en offline

Het doel van GameChangers is niet om compleet te stoppen met gamen, wel om er op een verantwoorde manier mee om te gaan en actief deel te nemen aan het leven. “Sommige gamers nemen totaal geen initiatief meer. Dus is het een kwestie van een goede balans tussen de online en offline wereld te vinden. De focus ligt op je beter in je vel te voelen. Zo keert de rust terug in huis”, zegt Bavo. Een traject bij GameChangers is volledig afgestemd op de unieke context van de persoon. “Het aantal sessies die nodig zijn, hangt van zoveel factoren af. Soms vraagt de jongere of jongvolwassene zelf om nog even door te gaan. Sowieso bouwen we de begeleiding steeds geleidelijk af, door de intervallen tussen sessies te vergroten. Gaat het dan toch weer mis, dan kunnen we snel schakelen. Een traject is pas geslaagd als iedereen tevreden is met het eindresultaat.”

Tips voor ouders / partner

Wat kan je als ouders of partner doen als een zorgvrager of dierbare neigt naar een gameverslaving?

  • Toon interesse en veroordeel het gedrag niet.
  • Baken duidelijke grenzen af wanneer gamen wel en niet toegelaten is.
  • Help je dierbare stappen vooruit te zetten, maar doe het niet voor hen.
  • Toon het goede voorbeeld door zelf je schermtijd te beperken bijvoorbeeld.
  • Wacht niet tot het problematisch is, neem tijdig contact op.

Tips voor de zorgverlener

Wat je als zorgverlener doen als een zorgvrager neigt naar een gameverslaving?

  • Verwijs de (ouder/partner van een) zorgvrager door naar de site van GameChangers om een test in te vullen (gamechangers.be/test).
  • Ga in gesprek met de partijen die de situatie in stand houden.
    • Woont de jongere nog thuis?
    • Heeft hij of zij 24/7 toegang tot internet?
    • Wordt alles voor hem/haar gedaan en staat er geen enkele verantwoordelijkheid tegenover?
  • Schakel zo snel mogelijk gespecialiseerde hulp in, zoals GameChangers, en verwijs de zorgvrager door.