De PIT moet een ziekenhuisfunctie blijven
08-01-2024
Eind 2022 verscheen een programmawet[1] in het Belgisch Staatsblad die de wettelijke basis legt voor de invoering van de PIT (Paramedisch Interventieteam). In zijn toelichting[2] geeft minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke aan dat de PIT-functie zijn vertrekplaats kan hebben buiten een ziekenhuis(campus) en dat er een 200-tal PIT-wagens zullen voorzien worden. Zowel de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (FRZV) als de Belgian College of Emergency Physicians (BeCEP) brachten daarop elk een eigen advies uit. Volgens hen moet de PIT een ziekenhuisfunctie blijven om de beschreven positieve effecten ervan te bestendigen.
In 2007-2008 is de PIT-functie gestart als een pilootproject van een beperkt aantal algemene ziekenhuizen. De PIT (Paramedisch Interventieteam) omvat een ambulance waarvan de bemanning bestaat uit minstens één verpleegkundige met een BBT spoed en intensieve zorg. Naar aanleiding van de programmawet voor de invoering van de PIT-functie en de toelichting ervan door minister Vandenbroucke, brachten de FRZV en BeCEP elk een advies uit. Hierin kaarten beide raden een aantal bezorgdheden en aandachtspunten aan om de positieve effecten van de PIT-functie te vrijwaren.
Verbondenheid met ziekenhuis
Voor zowel de FRZV als de BeCEP bestaat er geen twijfel dat de PIT een ziekenhuisfunctie is en moet blijven. Om de kwaliteit ervan te garanderen moet de PIT een onderdeel zijn van de spoedgevallendienst. De ziekenhuisomgeving biedt namelijk een relevante context voor permanente vorming, begeleiding en toezicht op de zorgkwaliteit. Enkel in een erkende functie spoedgevallen worden de hoogopgeleide verpleegkundigen, die de PIT bemannen, voldoende blootgesteld aan allerhande pathologieën die ze ook binnen de PIT-functie kunnen opvangen. Net daardoor biedt de PIT-functie een toegevoegde waarde. Wanneer de permanente en gesuperviseerde expertise op spoed wegvalt, verdwijnt ook die meerwaarde.
De verbondenheid met het ziekenhuis staat volgens de FRZV en BeCEP ook garant voor de kwaliteit van de PIT. De urgentie-arts die de staande orders ondertekent, is medeverantwoordelijk voor de opleiding en de geleverde kwaliteit van de PIT-verpleegkundige. Bij een extramurale PIT-functie moet een urgentie-arts permanente controles uitoefenen op de competenties en de uitvoering van staande orders buiten het ziekenhuis waar hij werkzaam is. Dit is niet evident en leidt ongetwijfeld tot extra werklast. Een continue opleiding met dagelijkse supervisie, evaluatie en bijsturing door de urgentie-arts is dan ook noodzakelijk om PIT-verpleegkundigen voldoende vertrouwen en expertise te geven. Tot slot zijn een intensieve samenwerking tussen de verschillende zorgverleners in de zorgketen en het kennen van hun manier van werken cruciaal voor de kwaliteit van de PIT. Een intramurale PIT garandeert een continuïteit tussen de prehospitaalopvang en de intramurale voorzetting van zorg voor de patiënt.
Tekort aan spoedverpleegkundigen
Net zoals in andere domeinen is er ook op de spoedgevallendienst een tekort aan verpleegkundigen, en al zeker aan verpleegkundigen met een BBT spoed en intensieve zorg. Wordt de PIT-functie intramuraal opgezet, dan worden deze verpleegkundigen efficiënter ingezet, want ze kunnen helpen bij de opvang van patiënten op de afdeling spoed wanneer ze niet op PIT-interventie zijn. Daarnaast vrezen de FRZV en de BeCEP dat de uitstroom van verpleegkundigen op de afdeling spoed verder zal toenemen door het creëren van een extramurale PIT.
Verder haalt de BeCEP ook aan dat de PIT-functie de MUG-ritten niet zal vervangen. Een PIT-opleiding is geen vervanging van een doorgedreven geneeskundige specialistische opleiding van de arts. Het tekort aan artsen kan ook niet opgevangen worden door spoedverpleegkundigen, aangezien ook hier een groot tekort is. Zowel de FRZV als de BeCEP wensen meer toelichting te krijgen over het creëren en toewijzen van bijkomende PIT’s. Al leidt het voor hen geen twijfel: de functie moet intramuraal worden opgezet, tenzij dit geografisch niet mogelijk is.
Bronnen:
Advies van de FRZV over de PIT als ziekenhuisfunctie (overlegorganen.gezondheid.belgie.be/nl/documenten/frzvd571-1-advies-van-de-frzv-over-de-pit-als-ziekenhuisfunctie)
Visienota BeCEP betreffende de PIT-functie
[1] Art. 78 van de Programmawet van 26.12.2023 (Belgisch Staatsblad 30.12.2022). Numac: 2022043127.
[2] DOC 55 3015/001; Ontwerp van programmawet 24.11.2022