Effect van een reanimatieplank op in-hospitale CPR

03-10-2023

CPR is meest kwalitatief op een harde ondergrond[1]. Toch spelen in-hospitale arresten zich veelal af op een matras in bed. De borstcompressiekwaliteit in deze context is vaak suboptimaal[2]. Wetenschappelijke evidentie over de effectiviteit van een reanimatieplank is schaars en tegenstrijdig. Deze oefenpopstudie evalueerde het effect van een reanimatieplank op compressiediepte, -frequentie en thorax terugvering. Geslacht, BMI, leeftijd en dienst werden beschouwd als potentiële predictoren.

Methode

Via een CPR zelfleerstation op de vloer werden bij de start van de studie verpleegkundigen bijgeschoold om een minimale gecombineerde compressiescore te behalen. Deze gecombineerde score bestond uit ≥ 70 procent compressies met een diepte van 50-60 mm, ≥ 70 procent compressies met volledige loslating van de thorax (≤ 5 mm) en een gemiddelde compressiefrequentie van 100-120 bpm. Participanten werden vervolgens at random en zonder medeweten toegewezen aan een groep met en zonder reanimatieplank en voerden twee minuten een CPR-test uit in bed. De primaire uitkomstmaat betrof het verschil in percentage deelnemers met een gecombineerde compressiescore van ≥ 70 procent tussen beide groepen.

Wie zijn wij?

Zara Cuvelier (26) is verpleegkundige Spoed in het UZ Gent. Ruben Houthoofdt (28) is verpleegkundige IZ in het AZ Damiaan Oostende. Ze studeerden beide respectievelijk af aan de UGent in 2020 en 2021. Trots kijken ze terug op dit slotwerk van hun studies, dat hun beide een internationale publicatie[1] opleverde. Onderzoek met een beduidende praktijkrelevantie triggert verpleegkundigen om een kritische blik te werpen op de huidige zorgstandaard, vinden Zara en Ruben.

 

 

 

[1] Cuvelier, Z., Houthoofdt, R., Serraes, B., Haentjens, C., Blot, S., & Mpotos, N. (2022). Effect of a backboard on chest compression quality during in-hospital adult cardiopulmonary resuscitation: a randomised, single-blind, controlled trial using a manikin model. Intensive and Critical Care Nursing, 69, 103164. doi: 10.1016/j.iccn.2021.103164.

Resultaten

In totaal werden 120 verpleegkundigen nagenoeg evenredig toegewezen aan een interventiegroep en controlegroep met gelijke demografische kenmerken. Het percentage deelnemers met een gecombineerde compressiescore van ≥ 70 procent was niet significant verschillend en suboptimaal in beide groepen: 47,5 procent (reanimatieplank) versus 41 procent (controle). Kortom, ondanks recente CPR-training (max. 14 weken geleden) haalde meer dan de helft in beide groepen de gewenste compressiekwaliteit niet. Kwaliteitsvolle compressies bij CPR-training op de vloer garandeerden geen kwaliteitsvolle compressies tijdens CPR op een matras in bed. Onderzoek toont aan dat CPR-skills al vervallen binnen enkele maanden na training[3].

De leeftijdscategorie ≥ 51 jaar was geassocieerd met een lagere kans op het behalen van de gecombineerde compressiescore ≥ 70 procent. Dienst, BMI en geslacht waren geen significante voorspellers voor een gecombineerde compressiescore van ≥ 70 procent.

Conclusie

Een reanimatieplank had in deze studie geen significante meerwaarde voor de borstcompressiekwaliteit tijdens volwassen CPR op een traagschuimmatras in bed. Leeftijd was een significante predictor voor de geleverde borstcompressiekwaliteit. In beide groepen werd een belangrijk verval van compressievaardigheden geobserveerd. Dit onderstreept het belang van frequente hertraining, met name in sommige leeftijdsgroepen. Verder onderzoek is nodig om het effect in kaart te brengen op klinische uitkomstmaten als ROSC, overleving en gunstige neurologische uitkomst[4].

Gevolgen voor de praktijk

·         Borstcompressies onderbreken voor het plaatsen van een reanimatieplank is niet aanbevolen. Evalueer aandachtig of deze interventie gerechtvaardigd is als standard of care op het matrastype van de instelling.

·         Stimuleer frequente CPR-training, ook bij verpleegkundigen met anciënniteit. Jaarlijks trainen volstaat potentieel niet.

·         Reflecteer over het CPR-trainingsbeleid van de instelling: CPR-training standaard voorzien in bed eerder dan op de vloer?

 

[1] Perkins, G. D., Handley, A. J., Koster, R. W., Castren, M., Smyth, M. A., Olasveengen, T., . . . automated external defibrillation section, C. (2015). European Resuscitation Council Guidelines for Resuscitation 2015: Section 2. Adult basic life support and automated external defibrillation. Resuscitation, 95, 81-99. doi:10.1016/j.resuscitation.2015.07.015.

[2] Monsieurs, K. G., Nolan, J. P., Bossaert, L. L., Greif, R., Maconochie, I. K., Nikolaou, N. I., . . . Group, E. R. C. G. W. (2015). European Resuscitation Council Guidelines for Resuscitation 2015: Section 1. Executive summary. Resuscitation, 95, 1-80. doi:10.1016/j.resuscitation.2015.07.038.

[3] Greif, R., Lockey, A. S., Conaghan, P., Lippert, A., De Vries, W., Monsieurs, K. G., . . . Collaborators. (2015). European Resuscitation Council Guidelines for Resuscitation 2015: Section 10. Education and implementation of resuscitation. Resuscitation, 95, 288-301. doi:10.1016/j.resuscitation.2015.07.032.

[4] International Liaison Committee on Resuscitation ILCOR. (2020). Firm Surface for CPR (BLS): Systematic Review. Retrieved from https://costr.ilcor.org/document/firm-surface-for-cpr-tfsr-costr