“Gevangenen hebben recht op cola en suikerwafels, maar goede zorg wordt hen ontnomen”
03-10-2023
Groeiend aantal personen met diabetes in de gevangenis
In België kampt ongeveer zeven procent van de bevolking met een vorm van diabetes. Dat is bijna een derde meer dan tien jaar geleden. Dat merken ze ook in de gevangenis, vertelt Pieter Dejaeger, verpleegkundige bij de federale overheidsdienst Justitie. De vergrijzing van de bevolking speelt hierin een rol, maar vooral voor diabetes type 2 zijn overgewicht, ongezonde voeding en te weinig beweging nefast. En laat deze combinatie net in gevangenissen een grote boosdoener zijn.
Wereldwijd stijgt het aantal personen met diabetes. Ook in minder voor de hand liggende situaties zoals in gevangenissen. Die verschuiving merkt ook Pieter Dejaeger op verpleegkundige in de gevangenis van Sint-Gillis. “Het aantal gevangenen met diabetes neemt sterk toe. Vroeger waren het vooral oudere gevangenen, maar steeds vaker zien we jongere gedetineerden die bij aankomst al afhankelijk zijn van diabetesmedicatie of insuline. Daarnaast spelen ook de ongezonde gewoontes in de gevangenis zelf een grote rol.”
De dagelijkse gevangeniskost bestaat al lang niet meer uit water en brood. Gedetineerden hebben het recht om verschillende voedingsmiddelen te bestellen voor eigen gebruik in de cel. Pieter: “Alle gevangenen krijgen drie maaltijden per dag: ’s morgens en ’s avonds brood met beleg, ’s middag een warme lunch. Deze maaltijden worden in de mate van het mogelijke aangepast aan bepaalde diëten of voorkeuren, maar dat is eerder beperkt. Veel verder dan zoutarme diëten, een magere yoghurt in plaats van vanillepudding of een vegetarische maaltijd gaat het niet. Daarnaast kunnen gedetineerden met voldoende financiële middelen via een kantinelijst zelf dranken en voedingsmiddelen voor eigen gebruik in de cel aankopen. Het moet je niet verbazen dat de gedetineerden geen appelen of bananen kiezen. Redbull, frisdranken en suikerwafels zijn hier heel populair. De combinatie met minder beweegmogelijkheden is voor veel gevangenen dan ook nefast voor hun gezondheid.”
Nieuwe diabetestoepassingen beperkt in gevangenis
Die hogere diabetescijfers vereisen een uitgebreide medische opvolging. Bovendien worden insulinesensoren en -pompen steeds innovatiever maar daar zijn gevangenissen niet op voorzien. “De evoluties in de diabeteszorg buiten deze muren is verregaander dan de zorg die we hier kunnen bieden. Het systeem op zich is superinteressant omdat de persoon met diabetes niet zelf moet instaan voor zijn insuline, maar aan de juiste materialen geraken is voor ons wel problematisch. Dit zijn heel dure, complexe systemen en de gevangenis moet dit zelf financieren.”
Voor veel patiënten wordt daarom in de eerste plaats teruggegrepen naar reguliere metingen zoals een vingerprik. Gevangenen met diabetes worden tijdens de eerste twee weken na aankomst intensief opgevolgd. Op vier vaste momenten wordt hun glycemie opgemeten en er wordt nagegaan in hoeverre ze hun eigen insulinegehalte correct kunnen regelen of hun eetpatroon afstemmen op hun behoeften. Gedetineerden houden een prikboekje bij en de verpleegkundigen volgen hun spuitschema’s op. Gevangenen die dit niet zelfstandig doen, blijven gedurende hun straf dagelijks een beroep doen op het verplegend personeel. Voor personen met een ernstiger diabetesverloop is deze werkwijze niet mogelijk en zelfs gevaarlijk. Zij moeten daarom worden ondergebracht in gevangenissen met een geïntegreerd ziekenhuis zoals Brugge, Sint-Gillis en Lantin waar wel voldoende medische zorg beschikbaar is.
Nood aan preventie en zelfredzaamheid
Deze zorgverleners zetten naast de intensieve opvolging van gevangenen met diabetes ook sterk in op preventie en zelfredzaamheid. “Bij de personen die we opvolgen, maar ook algemeen in de gevangenis, moedigen we gezonde keuzes zoveel mogelijk aan. Maar er is zeker een bijkomende nood aan een betere diabeteseducatie. Nu hangen we posters op en gaan in gesprek met hen, maar dat is onvoldoende. In sommige gevangenissen worden workshops georganiseerd, maar daarvoor heb je genoeg personeel, tijd en ruimte nodig. Toch blijft het een heel belangrijke pijler in diabeteszorg om patiënten zo zelfstandig mogelijk te leren omgaan en leven met diabetes, zowel in de gevangenis als voor wanneer ze vrijkomen.”
Beperkte vrijheid en nijpend personeelstekort belemmert zorg
Autonome zorg ontbreekt voor een groot stuk in de gevangenis. Gedetineerden met diabetes zijn sterk afhankelijk van vaste eetmomenten en van de hulp van bewakers en verpleegkundigen. “Alle zorgpersoneelsleden hebben een basisopleiding rond diabetes genoten en enkelen zijn opgeleid als diabeteseducator, maar die zijn niet altijd aanwezig. Per shift zijn we in Sint-Gillis momenteel met twee personen voor 560 gevangenen. ’s Nachts is er bij ons enkel een dokter van wacht beschikbaar. In de nieuwe gevangenis in Haren zal dat neerkomen op een medisch team van negentien mensen voor 1.250 gevangenen, verdeeld over verschillende shifts en afdelingen. Dat is veel te weinig. Daardoor moeten gevangen die zich niet goed voelen of in nood verkeren vaak te lang wachten op de hulp van bewakers of verpleegkundigen. De zorg in gevangenissen kan dus absoluut beter”, besluit Pieter. “Maar als verpleegkundige is werken in de gevangenis heel moeilijk. Wij moeten inpassen in een systeem tussen bewakers en gevangenen. We zoeken het evenwicht tussen de meest menselijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg in een strenge, beperkte en zo veilig mogelijke setting voor alle betrokkenen.”