Nieuwseditie juni 2017

04-06-2017

De werkgroep geestelijke gezondheidszorg

Streven naar een doorgedreven professionalisering

De vermaatschappelijking van de zorg, patiëntenparticipatie, een transparant kwaliteitsbeleid: psychiatrisch verpleegkundigen krijgen met heel wat nieuwe uitdagingen te maken. De Werkgroep geestelijke gezondheidszorg van het NVKVV wil hen daarin ondersteunen.

Psychiatrisch verpleegkundigen zullen in de toekomst hun opdracht ongetwijfeld complexer zien worden. Zo zal de zorg steeds minder binnen de muren van een ziekenhuis gebeuren, terwijl verpleegkundigen die intramuraal werken met steeds complexere zorgvragen geconfronteerd zullen worden. Patiënten willen een  gelijkwaardige partner in de zorg zijn en de familie wil meer betrokken worden. Bovendien kijken de overheid en de maatschappij kritisch naar hoe de geestelijke gezondheidszorg in de praktijk vorm krijgt. Nu de samenleving steeds diverser wordt, zullen ook steeds meer patiënten met andere culturele achtergronden nood hebben aan geestelijke gezondheidszorg. Dat alles zal de psychiatrisch verpleegkundige voor nieuwe uitdagingen stellen.

Overleg over kwaliteit

Een zo kwaliteitsvol mogelijke verpleegkundige zorg stimuleren, dat is de grote prioriteit van de Werkgroep Geestelijke Gezondheidszorg van het NVKVV. De groep vrijwilligers komt tien keer per jaar gedurende anderhalf uur samen en heeft behoorlijk wat werk op de plank.

Leden van de werkgroep nemen deel aan tal van nationale en internationale fora binnen de geestelijke gezondheidszorg. Neem nu het Vlaams indicatorenproject voor patiënten en professionals in de geestelijke gezondheidszorg.  ‘Dat is een van de initiatieven waar de Werkgroep Geestelijke Gezondheidszorg van het NVKVV actief aan meewerkt’, zegt Maarten Desimpel, voorzitter van de werkgroep en directeur patiëntenzorg in het PZ Bethaniënhuis in Zoersel.

Ook de nota ‘Omgaan met conflict, conflictbeheersing en dwanginterventies’ van de Hoge Gezondheidsraad kreeg de nodige aandacht van de werkgroep. De werkgroep focuste daarbij vooral op fixatie en afzondering, twee zaken die nog al te vaak in de geestelijke gezondheidszorg voorkomen. Maarten Desimpel: ‘Ze vormen een complex probleem. Het heeft enerzijds te maken met de attitude van hulpverleners en hun kijk op zorg – sta je boven je patiënt of ben je gelijkwaardig? – maar het heeft ook te maken met onderfinanciering van de zorg en de onderbestaffing die daarvan het gevolg is. Als er niet voldoende personeel is, grijp je al sneller terug naar dwangmiddelen.’

Daarnaast maken leden van de werkgroep deel uit van het organisatiecomité van het tweejaarlijkse geestelijke gezondheidscongres, ad-hoc werkgroepen van Zorgnet-ICURO, de erkenningscommissie BBT/BBK en zo meer.

Wetenschappelijke verdieping

Zelf organiseert de werkgroep inhoudelijke verdiepingsmomenten en jaarlijks een studiedag tijdens de Week van de Verpleegkunde. In 2016 was dat thema ‘Safety first: veiligheid en vrijheid onder spanning?!?’. De studiedag dit jaar  had als thema ‘Diversiteit?!? Omgaan met anders zijn…’  ‘We hebben diversiteit heel breed opgevat’, legt Maarten Desimpel uit. ‘Er waren onder andere plenaire lezingen over genderspecificiteit – het verschil tussen mannen en vrouwen – in de psychiatrie, de etnische diversiteit in de maatschappij maar bijvoorbeeld ook de diversiteit in het team: wat als een collega een psychisch probleem ontwikkelt? In de namiddag is er op zo’n studiedag telkens veel ruimte voor workshops die good practices belichten.’

Die studiedag wil de werkgroep geestelijke gezondheidszorg in de toekomst koppelen aan verdiepingsmomenten: tweedaagse bijeenkomsten die openstaan voor mensen buiten de werkgroep waarbij in de voormiddag telkens een expert aan het woord is die het thema theoretisch benadert, en in de namiddag de deelnemers in kleine groepjes van gedachten wisselen over deelaspecten van het topic, spanningsvelden daarrond enz. Die groepjes worden begeleid door een verpleegkundig specialist of iemand van de werkgroep. Met het inhoudelijke verslag kunnen deelnemers achteraf in de eigen organisatie aan de slag.

De verdiepingsdagen van dit jaar stonden in het teken van patiëntenparticipatie. Maarten Desimpel: ‘Patiëntenparticipatie vraagt een andere kijk op verpleegkundige zorgverlening. Verpleegkundige en patiënt gaan samen op weg: de verpleegkundige als professional, de patiënt als deskundige van zijn eigen leven, met zijn eigen verhaal, waarden en normen en bronnen van zingeving. Bovendien dient ook de familie betrokken te worden als een belangrijke partner in het verhaal. ’

Openheid naar het andere

Maarten Desimpel ziet nog enkele andere grote uitdagingen op de geestelijke gezondheidszorg afkomen. De superdiversiteit is er een van. ‘Onder onze patiënten zijn nog maar zeer weinig mensen van een andere etnische origine. Het zou natuurlijk kunnen dat in andere culturen anders omgegaan wordt met psychiatrische problemen. Maar dat kan niet de enige verklaring zijn. Neem nu de vluchtelingenstroom: de stress en de trauma’s die deze mensen hebben moeten doorstaan, kan niet anders dan gepaard gaan met een hoger risico op psychische problemen. Dat mensen van een andere etnische origine moeilijker in de psychiatrische zorg terechtkomen, kan ook te maken hebben met hoe we die zorg organiseren. Ons therapeutisch aanbod is bijvoorbeeld erg verbaal gericht. Je moet je dus al goed in het Nederlands kunnen uitdrukken om die therapie te kunnen volgen. De vraag is dus: hoe kan je de geestelijke gezondheidszorg toegankelijk maken voor mensen die onze taal niet machtig zijn? En verder heeft het ook met attitude te maken: de vaardigheid om met open vizier mensen met een ander normen- en waardenkader in contact te treden.’

De baan op

De vermaatschappelijking van de psychiatrische zorg zal wellicht de grootste impact hebben op het werk van psychiatrische verpleegkundigen. Maarten Desimpel: ’De overheid heeft beslist om psychiatrische zorg zoveel mogelijk buiten de muren van het ziekenhuis te organiseren.  Psychiatrische ziekenhuizen  mogen een deel van hun financiële middelen herbestemmen, zodat middelen en mankracht kunnen worden ingezet in een bepaald werkingsgebied. Dat moet leiden tot gemeenschapsgerichte geestelijke gezondheidszorg. Daarbij moeten nieuwe functies uitgebouwd worden waaronder ambulante intensieve behandelteams voor zowel acute als chronische psychische problemen. In een mobiel team voor chronische psychische problemen zal een verpleegkundige niet altijd iemand in de buurt hebben om mee te overleggen en moeten ze vaker autonoom beslissen, wat anders is dan in een ziekenhuis. Verpleegkundigen moeten daarvoor goed toegerust zijn. Anderzijds horen we ook dat ze die autonomie vaak wel fijn vinden.’ Het NVKVV heeft de voorbije maanden gewerkt aan een vormingsprogramma geestelijke gezondheidszorg in de thuiszorg. Deze vorming gaat in 2017 nog van start.

Ook het werk in de ziekenhuizen zelf zal door de vermaatschappelijking van de zorg veranderen, weet Desimpel: ‘De mensen die opgenomen worden, zullen meer acute complexe problemen hebben, dat is niet altijd makkelijk voor verpleegkundigen om mee om te gaan. Als vooral ernstig zieke patiënten intramuraal opgenomen worden, zullen we ook in ziekenhuizen gespecialiseerde verpleegkundigen nodig hebben. En moeten we zorgen dat we de veerkracht van de verpleegkundigen kunnen vergroten.’

Goede opleidingen gevraagd

Gespecialiseerde  verpleegkundigen, daar knelt het schoentje wat, nu er voor gekozen is om de opleiding van verpleegkundigen algemeen te houden en de bachelor na bachelors af te schaffen. Het belang van het promoten van psychiatrische verpleegkunde in de opleidingen is dan ook een van de deeltaken van de werkgroep geestelijke gezondheidszorg. Maarten Desimpel: ‘Vorig jaar hebben we contact genomen met hogescholen met de vraag om het belang van geestelijke gezondheidszorg voldoende op de voorgrond te zetten in de bacheloropleiding verpleegkunde. Ook is het belangrijk dat voldoende studenten-verpleegkunde stages komen doen in psychiatrische ziekenhuizen. Want vaak is het door die stages dat ze uiteindelijk ervoor kiezen om in de geestelijke gezondheidszorg te werken.’

Er is nog plaats in de werkgroep geestelijke gezondheidszorg!

Momenteel maken vooral lectoren van de hogeschool, hoofdverpleegkundigen en directeuren patiëntenzorg deel uit van de werkgroep geestelijke gezondheidszorg en geen mensen die zelf verpleegkundig werk doen. Dat is jammer, zegt voorzitter Maarten Desimpel. ‘Ik wil graag een oproep doen aan verpleegkundigen om onze werkgroep te versterken.’

De actieve leden van de werkgroep geestelijke gezondheidszorg zijn:

  • Liesbet Van Bos, lector Thomas More
  • Els Vandaele, hoofdverpleegkundige, PTC Rustenburg, Brugge
  • Shalini Matthijs, directeur patiëntenzorg, PTC Rustenburg, Brugge
  • Greet Croenen, directeur patiëntenzorg, AZ Turnhout, Turnhout
  • Kris Vaneerdewegh, hoofd nursing, OPZC Rekem
  • Riet Willems, verpleegkundig specialist, OPZ Geel
  • Frank Van Cauwenbergh, hoofdverpleegkundige, Sans Soucis, Brussel
  • Servaas Sierens, coördinator, PZ Onze Lieve Vrouw, Brugge
  • Maarten Desimpel, directeur patiëntenzorg, Bethaniënhuis, Zoersel

Wie interesse heeft om lid te worden kan contact opnemen met Marijke op administratie@nvkvv.be of 02 737 97 83.

author: Isabelle Rossaert