Nieuwseditie november 2018

02-11-2018

Gespecialiseerde verpleegkundige, verpleegkundig consulent, verpleegkundig specialist

Naar een nieuwe functiedifferentiatie

De Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) gaf op 5 mei 2018 advies voor een nieuwe functiedifferentiatie voor verpleegkundigen aan minister Maggie De Block. Kathy De Gussemé toenmalig hoofdverpleegkundige diabetologie UZ Brussel, co-voorzitter van de werkgroep die het advies uitwerkte en lid van de werkgroep diabetesverpleegkundigen NVKVV, legt uit.

Hoe definiëren we een gespecialiseerde verpleegkundige enerzijds en een verpleegkundig specialist anderzijds? Welke specialisatiedomeinen kunnen we onderscheiden? Aan welke erkenningscriteria moeten elke van de functies voldoen, welke competenties moeten ze in huis hebben en onder welke voorwaarden kunnen ze werken? Dat is de vraag die minister De Block in september 2017 stelde aan de Federale Raad voor Verpleegkundigen (FRV). De adviesvraag kadert in een langer traject van een hertekening van de verpleegkundige functies. Maar waarom komt die hertekening er in de eerste plaats?

Kathy De Gussemé: ‘Verpleegkunde is de laatste jaren enorm geëvolueerd. Er ontstaan nieuwe en meer specialistische zorgnoden. Je zou kunnen zeggen dat de verpleegkundigen meegegroeid zijn met de geneeskunde waar ook steeds verder doorgedreven specialisaties ontstaan. Helaas zijn de competentieprofielen van de verpleegkundigen niet meegegroeid.’

Tevens was het de vraag van minister De Block om af te stappen van de vele bijzondere beroepstitels die sinds 2006 ontwikkeld zijn. ‘De achterliggende redenering’, zo stelt Kathy De Gussemé, ‘is dat verpleegkundigen nu zo gespecialiseerd worden dat ze niet meer breed inzetbaar zijn. Iemand met een bijzondere beroepstitel intensieve zorg en spoedgevallenzorg kan je niet op oncologie inzetten zonder dat die verpleegkundige zijn of haar premie verliest. Minister De Block wilde daarom onderzoeken of met name voor de gespecialiseerde verpleegkundige meer generieke specialisatiedomeinen gedefinieerd kunnen worden. Het is een moeilijke oefening, want hoe breed kan die gespecialiseerde kennis gaan? Dat zal de tijd moeten uitwijzen.’ De meer generieke specialisaties die minister De Block wil doorvoeren zijn acute zorg, chronische zorg, geestelijke gezondheidszorg, pediatrische zorg en transversale eerstelijnszorg.

Verschillende functies

Gespecialiseerde verpleegkundige en verpleegkundig specialist: de twee termen lijken erg op elkaar maar gaan wel degelijk over twee verschillende functies en functieniveaus. Wat houden ze precies in en wat is een verpleegkundig consulent?

Voor zowel de gespecialiseerde verpleegkundige als de verpleegkundig specialist geldt dat ze zich meer specialiseren dan de verpleegkundige die algemene zorgen aanbiedt. Maar daarnaast zijn er ook onderlinge verschillen. Kathy De Gussemé: ‘De twee grote verschillen zijn de opleidingsvereisten en het werkterrein. De gespecialiseerde verpleegkundige moet minimum een bachelordiploma hebben, voor een verpleegkundig specialist is een masterdiploma vereist. Deze laatste is wat men internationaal de Advanced Nurse Practitioner noemt, maar we kozen in het advies van de FRV voor de Nederlandstalige benaming. Wat het werkdomein betreft: de gespecialiseerde verpleegkundige zal eerder binnen een bepaald werkterrein of binnen een bepaalde afdeling werken. Terwijl van de verpleegkundig specialist verwacht wordt dat die eerder domeinoverschrijdend zal werken, dat hij of zij bruggen bouwt over de verschillende afdelingen en disciplines heen en een rol gaat spelen in netwerken op nationaal en internationaal niveau.’ Op hetzelfde niveau als de gespecialiseerde verpleegkundige staat ook de verpleegkundige consulent. Kathy De Gussemé: ‘Bij de functie van verpleegkundige consulent ligt de nadruk meer op (afdelingsoverschrijdend) advies geven. Maar advies geven kan ook een rol zijn van de gespecialiseerde verpleegkundige. Daarom zijn we niet al te diep op het onderscheid tussen beide functies ingegaan. Beiden beschikken over dezelfde competenties, maar bij de een zullen bepaalde competenties meer doorwegen dan bij de andere. ’

Verschillende rollen

In het advies van de Federale Raad voor Verpleegkunde worden de diverse rollen van beide functies -gespecialiseerde verpleegkundige en verpleegkundig specialist- opgesomd. Belangrijk is dat de verpleegkundigen in beide functies rechtstreeks met patiënten werken. Daarnaast spelen ze omwille van hun specialisme een belangrijke rol in hun multidisciplinaire team. Bij de verpleegkundig specialist worden deze rollen nog aangevuld met opleiding geven, innovatieprojecten initiëren, en onderzoek doen.

Het is een goede zaak, vindt Kathy De Gussemé, dat het werk van de verpleegkundig specialisten ook in de eerste plaats gericht is op de zorg bij de patiënt. ‘Vandaag hebben we op de werkvloer maar weinig masters, die gaan immers eerder naar posities als hoofdverpleegkundige of stafmedewerker. Dat in de toekomst meer masters rechtstreeks met patiënten zullen werken, zal tot een enorme verbetering in de kwaliteit van de zorg leiden. Complementair aan de arts zullen verpleegkundig specialisten autonoom bepaalde taken kunnen opnemen, zoals bijvoorbeeld een verpleegkundig spreekuur binnen zijn of haar specialisatie.’

Een aantal vragen blijven in het advies van de Federale Raad voor Verpleegkundigen nog onbeantwoord. Zo is er nog geen specifieke verloning uitgewerkt en dus ook niet de overstap naar het huidige IFIC-systeem. Ook hoe de registratie zal gebeuren is nog niet bepaald.

Het standpunt van NVKVV

Het NVKVV sluit zich volledig aan bij het advies van de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) over de verpleegkundig specialist. Dat advies (het functie- en competentieprofiel) werd op 8 mei 2018 unaniem goedgekeurd door alle betrokken partijen, de vertegenwoordigers van het onderwijs, de vakbonden en zorgkundigen incluis. We kunnen dus stellen dat het advies over de taalgrenzen heen door de gehele sector waar verpleegkundigen werkzaam zijn, gedragen wordt. Goed nieuws dus!

Vandaag is het aantal verpleegkundig specialisten beperkt, bestaat de functie enkel in de ziekenhuizen en is deze functie in Wallonië bijna niet gekend. Hopelijk komt met het advies hier snel verandering in en worden verpleegkundig specialisten in alle sectoren ingebed. Plaats voor de verpleegkundig specialist zal voor het verpleegkundig beroep in de toekomst een bijzondere meerwaarde betekenen.

Het is van belang hierbij te benadrukken dat het advies verpleegkundig specialist van 8 mei 2018 gefundeerd is op het advies van de FRV inzake het beroep- en competentieprofiel van de basisverpleegkundige. In de betrokken beleidsorganen FRV, TCV (Technische Commissie Verpleegkunde) en AUVB (Algemene Unie van Verpleegkundigen van België) is de consensus zeer duidelijk dat iedere verpleegkundige dezelfde competenties moet verwerven, alleen is het niveau van verdieping, complexiteit en uitvoering verschillend.

NVKVV-leden in de werkgroep van de FRV

  • Kathy De Gussemé: hoofdverpleegkundige ASZ Aalst, lid van de werkgroep diabetesverpleegkundigen NVKVV, co-voorzitter van de werkgroep van de FRV, verpleegkundig specialist diabetes
  • Marion Boriau: zorgzonemanager Moeder en kind / Geestelijke gezondheidszorg / Zintuigen, O.L.V. Ziekenhuis Aalst. Tot 2014: verpleegkundig specialist digestieve oncologie
  • Caroline Dolieslager: voorzitter werkgroep kinderverpleegkundigen NVKVV, hoofdverpleegkundige Zorgprogramma Pediatrie, UZ Gent, verpleegkundig specialist xxxx
  • Koen Van Landeghem: lid werkgroep pijnverpleegkundigen NVKVV, verpleegkundig specialist pijn, UZ Gent
  • Diego Backaert: lid raad van bestuur NVKVV, voorzitter werkgroep thuisverpleegkundigen NVKVV en secretaris werkgroep diabetesverpleegkundigen NVKVV, zelfstandig thuisverpleegkundige, diabeteseducator en verpleegkundig wondzorgconsulent regio Aalst

Vereiste studies en ervaring*

Gespecialiseerde verpleegkundige Verpleegkundige consulent Verpleegkundig specialist
Opleiding   Opleiding
Bachelor in verpleegkunde Bachelor in de verpleegkunde Bachelor in verpleegkunde
  Diploma gespecialiseerde verpleegkunde  
Minimum 20 ECTS in de specialisatie overeenkomstig niveau 6, waarvan tenminste 200 uur professionele stage in de specialiteit. Tenminste de helft van de uren professionele stage moet worden uitgevoerd in direct contact met de patiënt die onder de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de organisator van de vorming en de plaatsen van stage wordt verzorgd. 20 ECTS in de specialisatie overeenkomstig niveau 6, waarvan tenminste 200 uur professionele stage in de specialiteit. Tenminste de helft van de uren professionele stage moet worden uitgevoerd in direct contact met de patiënt die onder de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de organisator van de vorming en de plaatsen van stage wordt verzorgd. Master in 2 jaar (120 ECTS) overeenkomstig niveau 7, waarvan tenminste 200 uur professionele stage in de specialiteit. Tenminste de helft van de uren professionele stage moet worden uitgevoerd in direct contact met de patiënt die onder de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de organisator van de vorming en de plaatsen van stage wordt verzorgd.
Vereiste professionele ervaring
2 jaar 3 jaar 3 jaar

*Advies van de Federale Raad voor Verpleegkunde betreffende de gespecialiseerde verpleegkundige, de verpleegkundige consulent en de verpleegkundig specialist

Author: Isabelle Rossaert