Nieuwseditie oktober 2018

03-10-2018

Verpleegkunde: een beschermd beroep?

Een denkoefening voor de volgende decennia

Kan heel ons wettelijk kader niet wat eenvoudiger? Meester Jan Vande Moortel geeft in zijn nieuwe boek stof tot nadenken. Hij is juridisch adviseur van het NVKVV en sinds jaar en dag actief als advocaat en als – onder meer – docent aan de UGent. Hij buigt zich in dit boek over de beroeps- en titelbescherming in de gezondheidszorg in België en Vlaanderen. Zijn doctoraat voor het behalen van de graad van doctor in de rechten lag aan de basis van deze publicatie.

Welke handeling is een verpleegkundige handeling? En wie mag ze stellen? Een verpleegkundige, vroedkundige, zorgkundige, verzorgende, docent, mantelzorger, opvoeder, een ouder….? En waar: in Vlaanderen of in België? De wettelijke basis voor de uitoefening van ons verpleegkundig beroep is behoorlijk ingewikkeld en werd nog gecompliceerder door de opeenvolgende staatshervormingen. Enkele voorbeelden: op basis van de Vlaamse wetgeving mag een verzorgende een bloeddruk nemen maar volgens de federale wetgeving behoort het meten van een biologische parameter tot de verpleegkunde. Mits een mantelzorgattest mag een ouder sondevoeding geven aan een kind, maar die doen dat vaak al jaren zonder. Ze begrijpen niet dat daar nu administratie bij hoort om wettelijk in orde te zijn. En mag een verpleegkundige lasertherapie toepassen? De lijst van de technisch verpleegkundige handelingen is dringend aan een update toe. Of is heel ons wettelijk kader aan een update toe?

Wat kan beter: enkele voorstellen

Jan Vande Moortel pleit voor vereenvoudiging. ‘Laat ons gaan voor duidelijke, heldere wetten en van de kracht van ieders meerwaarde in zijn of haar beroep’, start hij zijn betoog. ‘Hoe zou het recht veel eenvoudiger en leesbaarder kunnen zijn? Laten we beginnen met een duidelijke omschrijving van de woorden en termen die in wetteksten gebruikt worden want de betekenis van bijvoorbeeld het woord ‘vertrouwenspersoon’ krijgt een andere invulling bij euthanasie dan in de wet op de patiëntenrechten. Voor niet-juristen is dat erg verwarrend. We zouden die termen kunnen samenbrengen in een juridisch woordenboek zoals we het Zakwoordenboek der Geneeskunde van Coëlho allemaal kennen.’ Prof. Vande Moortel laat het niet bij dat ene voorstel: ‘Wanneer een wet meermaals naar het hof van Cassatie doorverwezen wordt, is er dan niets mis met die wet? Zou het geen wetmatigheid moeten zijn dat, als een wet voor verschillende interpretaties vatbaar is, die door de wetgevende macht verbeterd, aangepast of herschreven wordt? Dat zou heel wat cassatieverzoeken kunnen vermijden en mensen heel wat energie en kosten kunnen besparen. Daarnaast zou elke nieuwe wet best een doelmatigheidstest ondergaan: is deze wet zinvol, praktisch, oplossingsgericht? Of veroorzaakt ze vooral meer administratie en controles? Tot slot zouden veel fouten in wetteksten kunnen vermeden worden indien, na een wetswijziging door de wetgever, een gecoördineerde tekst wordt goedgekeurd.

Een juridisch leefbaardere gezondheidszorg, was het vertrekpunt van Jan Vande Moortel bij het uitwerken van zijn boek: ‘In de gezondheidszorg is er een doorgedreven bescherming van de beroepsuitoefening: een verpleegkundige bijvoorbeeld, heeft een eigen lijst handelingen die hij of zij mag stellen. Daarnaast is er een titelbescherming: een wet bepaalt welk diploma of getuigschrift je nodig hebt om op een bepaalde plek in de zorg te werken. Maar is die uitgebreide vorm van bescherming wel nodig of zinvol? Als we vertrekken van de wet op de patiëntenrechten die bepaalt dat een bewuste en bekwame meerderjarige patiënt zelf de regie over zijn gezondheidstoestand in handen mag nemen, dan kan die ook zelf beslissen wie een handeling bij hem uitvoert. Dat kan bijvoorbeeld zijn partner zijn om de wonde aan zijn been te verzorgen, of een arts in een ziekenhuis om een appendix te verwijderen, zonder dat daar meer reglementering voor nodig is. In dat kader zou een patiënt dus ook zorgen kunnen laten uitvoeren door een beroepsbeoefenaar die geen beschermde beroepstitel heeft.’ Is de patiënt er klaar voor, voelt hij zich daar veilig bij, om die regie in handen te nemen en om verantwoorde en veilige keuzes te maken? Jan Vande Moortel: ‘Een bekwame patiënt zal kiezen voor veiligheid en zekerheid. Geef hem die eigenwaarde, dat beslissingsrecht. Hij is daar klaar voor.’

Bescherming

Jan Vande Moortel vervolgt: ‘Anders is het natuurlijk wanneer we spreken over minderjarigen of over ‘onbekwamen’ zoals personen met dementie of psychiatrische patiënten. Daar lijkt het logisch dat zij zorg ontvangen van beroepsbeoefenaars met een beroepstitel. Die titel verkrijg je na het behalen van het diploma zonder dat daar een lijst van handelingen moet bijhoren: die lijsten van handelingen kunnen immers nooit de evolutie in de gezondheidszorg en wetenschap bijbenen.’ Holt het afschaffen of het beperken van de lijst van verpleegtechnische handelingen het verpleegkundig beroep niet uit? Jan Vande Moortel reageert: ‘Het denken in lijstjes en beperkingen is niet meer van deze tijd. Je verdedigt je belangen als verpleegkundige of als zorgverlener door te tonen wat je waard bent, waar je kracht, je zorg, je deskundigheid ligt. Zorg dat je goed bent en erkenning volgt vanzelf.’

En hij vervolgt: ‘In dit hele scenario ontvangt een patiënt – bekwaam, minderjarig of onbekwaam – enkel terugbetaling van medische kosten via de ziekteverzekering wanneer de zorg uitgevoerd werd door een zorgverlener met een beroepstitel. Dat is een stimulans om hem voor goed opgeleide zorgverleners te helpen kiezen. En het is een opdracht voor de overheid om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bewaken door de beroepstitels te beschermen en te controleren of iemand (nog) over de vereiste deskundigheid beschikt om een titel te dragen. Die beroepstitel geldt idealiter in alle Europese lidstaten zodat verpleegkundigen en alle zorgverleners makkelijker over de grenzen heen aan de slag kunnen gaan. Een doorgedreven vereenvoudiging helpt de zorg vooruit.’

De strafrechtelijke bescherming van de beroepsuitoefening in de gezondheidszorg

(On)aanvaardbaar in deze eeuw?

Jan Vande Moortel,

Wolters Kluwer, 2018, 89,04 €

Juridisch advies

Zit je met een juridische vraag in je maag? Het NVKVV helpt je naar antwoorden zoeken en legt je vraag voor aan de Juridische Adviesgroep van het NVKVV. Je vraag wordt vertrouwelijk behandeld en valt onder het beroepsgeheim.

Voor leden van het NVKVV is deze service gratis bij een eerste vraag. Niet-leden betalen een vergoeding.

Op zoek naar juridisch advies? Stuur je vraag naar Ellen De Wandeler, algemeen coördinator van het NVKVV, via e.dewandeler@nvkvv.be.

Meer informatie vind je op de website van het NVKVV: www.nvkvv.be > Juridisch advies > Je vraag

Els Put