Verpleegkundigen schuiven eigen leider naar voren
02-09-2024
Uit recent onderzoek over de overwegingen van verpleegkundigen om hoofdverpleegkundige te worden, blijkt dat verpleegkundigen voornamelijk beginnen na te denken over een leidinggevende functie doordat hun collega-verpleegkundigen aangeven een goede hoofdverpleegkundige in hem of haar te zien. Dat blijkt uit een kwalitatief onderzoek in opdracht van de UGent dat liep van juni 2023 tot maart 2024 waarbij vijftien Vlaamse verpleegkundigen geïnterviewd werden die aan het overwegen waren om hoofdverpleegkundige te worden.
De aanmoedigingen door collega’s lijken een belangrijke rol te spelen in het overwegingsproces. Enkele dynamieken tekenen zich af. Ten eerste worden verpleegkundigen aangemoedigd door dezelfde personen aan wie ze later leiding zullen geven. Ten tweede leiden deze aanmoedigingen tot druk. Binnen de groep worden verwachtingen gecreëerd waaraan de nieuwe leider moet voldoen. De kandidaat-hoofdverpleegkundigen ervaren daardoor angst om niet aanvaard te worden door hun toekomstige team. Ten derde vinden ze het lastig om niet meer tot de groep te behoren.
Het lijkt alsof de groep zijn eigen leiders naar voren schuift door hen aan te moedigen en dat de nieuwe leider uit angst om niet aanvaard te worden, zal doen wat de groep van hem of haar verlangt. Hierdoor schikt de nieuwe leider zich naar wat de groep wil en zal de leider niet of minder kiezen voor radicale veranderingen, maar voor een verderzetting van wat er al was. Er gaat hierbij een grote druk uit van de groep, zodat de leider moet passen binnen de huidige teamwerking. De kersverse hoofdverpleegkundige wordt zo eerder een leidinggevende die tussen het team staat en die coachen en begeleiden belangrijk vindt, dan dat deze zich boven het team zet en de hiërarchische positie volledig inneemt. Opvallend in het onderzoek is dat aanvaard worden door de groep als belangrijker wordt ervaren dan de verworven status die deze nieuwe functie met zich meebrengt.
Motivatie en erkenning door collega’s
De invloed van collega’s blijft ook aanwezig in het verdere verloop van het overwegingsproces. Deze invloed kan een positief effect hebben op het zich bekwaam voelen om de job uit te oefenen omdat collega’s de leidinggevende capaciteiten van de hoofdverpleegkundige opmerken en benoemen. Toch kan dit bij de hoofdverpleegkundige ook extra druk creëren waardoor ze zich net minder bekwaam voelen. Zo wordt leiding geven aan oudere verpleegkundigen als extra moeilijk ervaren. Op het definitieve beslissingsmoment gaan ze te rade bij belangrijke steunfiguren om de uiteindelijke knoop door te hakken. Dit kunnen collega’s of leidinggevenden zijn, maar ook mensen uit hun persoonlijke omgeving.
Drempels en discriminatie
Daarnaast valt op dat vrouwelijke verpleegkundigen duidelijk meer drempels ervaren dan hun mannelijke collega’s. Zij getuigen van discriminatie tijdens sollicitatiegesprekken omdat er openlijk gevraagd wordt naar hun kinderwens of krijgen het gevoel dat de recruiters liever een man willen aannemen. Bijkomend ervaren vrouwen druk bij zichzelf en vanuit de maatschappij om de zorg voor hun jonge kinderen op te nemen en hierdoor hun carrièreplannen tijdelijk on hold te zetten. Dit kan gedeeltelijk verklaren waarom er beduidend minder vrouwelijke hoofdverpleegkundigen zijn. Het is duidelijk dat de gelijke kansen voor vrouwen beter gewaarborgd moeten worden en dat de discriminerende praktijken moeten stoppen.
Frederik Demeyer is net afgestudeerd als Master in het Management en het Beleid in de Gezondheidszorg en werkt in het Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge als stafmedewerker op de personeelsdienst. Hij was voorheen twaalf jaar als verpleegkundige en elf jaar als hoofdverpleegkundige actief.