VVS komt met breed standpunt rond kwalitatieve stages in de zorgsector

06-05-2024

Nadat in april 2023 het stagemisbruik in de zorg in de media kwam, stelde Vlaanderen een werkgroep samen met verschillende partners uit het werkveld. Een ervan is de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS), die een uitgebreid standpunt uitwerkte rond de stages voor alle zorgberoepen. Robbe Van Leemput, bestuurder bij de VVS en voorzitter van de Werkgroep Studenten Verpleegkunde van NETWERK VERPLEEGKUNDE, licht het rapport toe.

Onvoldoende begeleiding, lange shifts, taken uitvoeren zonder aanwezigheid van een verantwoordelijke, steeds taken toegewezen krijgen met weinig opleidingswaarde, … De lijst met klachten van Vlaamse en Brusselse studenten in de zorg was lang. Reden dus voor minister Crevits om in 2023 een werkgroep in het leven te roepen. Als vertegenwoordiger van alle studenten aan de Vlaamse en Brusselse hogescholen zat de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) mee aan tafel. Eind vorig jaar publiceerde de VVS hun adviesrapport rond stages in de zorg. “Vanuit onze rol wilden we een duidelijk en breed standpunt formuleren voor alle zorgberoepen. Van geneeskunde tot verpleegkunde en van ergotherapie tot radiotherapie”, steekt VVS-bestuurder Robbe Van Leemput van wal. “Om tot dit standpunt te komen, zaten we met heel wat betrokkenen samen. Denk aan studenten, hogescholen, universiteiten en zorginstellingen, zoals het UZ Leuven en Antwerpen. Zo verzamelden we inzichten en good practices van wat kwalitatieve stagebegeleiding inhoudt.” Het resultaat is een uitgebreid document met 32 aanbevelingen om stages in de zorg anders aan te pakken, zodat ze een echte meerwaarde vormen voor zowel de student als de onderwijs- en zorginstelling.

Oprichten van meldingspunten

Dat de studenten van vandaag de verpleegkundigen, artsen, kinesitherapeuten, … van de toekomst zijn, is voor Robbe een essentieel uitgangspunt om in te zetten op betere stagebegeleiding. “We willen garanderen dat studenten hun enthousiasme voor het zorgberoep verder versterken tijdens de stage”, zegt hij. “Hierbij zijn kwaliteit, feedback en een helder verwachtingskader een absolute noodzaak. Duidelijkheid over de rol van de stagementor is eveneens noodzakelijk.”

Een eerste aandachtspunt is dat het voor heel wat stagiairs niet duidelijk is welke gedragingen toegestaan zijn tijdens een stage en wat als professioneel gedrag kan beschouwd worden. De VVS pleit dan ook voor het opstellen van meldingspunten. “Bepaalde situaties worden als normaal ervaren, terwijl ze eigenlijk helemaal niet oké zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan studenten verpleegkunde die medicatie klaarzetten zonder toezicht van een verantwoordelijke, maar ook aan situaties waarbij grenzen niet gerespecteerd worden. Het is dus absoluut noodzakelijk dergelijke zaken te kunnen aftoetsen, bijvoorbeeld bij een contactpersoon binnen de hogeschool of de zorginstelling.”

Evalueren van de stage

Een ander punt dat regelmatig naar boven komt, is dat stagiairs vaak dezelfde evaluatievragen krijgen over hun stage maar dan vanuit verschillende hoeken: vanuit de onderwijsinstelling, de stageplek, … “De discrepantie tussen de verschillende stageplekken is groot. We moeten evolueren naar een Vlaanderen-brede en wetenschappelijke bevraging”, gaat Robbe verder. “Zo kunnen we garanderen dat stageplaatsen op dezelfde manier geëvalueerd worden, op zowel positieve punten als werkpunten. We hopen tot een soort kwaliteitslabel te komen op basis van vijf criteria: de begeleiding, het aanbod van leerkansen, een passende taakinhoud, de interactie met zorgverleners en sfeer op de werkvloer, en tot slot het ontvangen van constructieve feedback.”

Het belang van de stagementor

De VVS ziet een taak weggelegd voor een objectieve stagecoach die de stagiair gedurende het hele opleidingstraject opvolgt. Een vertrouwenspersoon bij wie de student met al zijn vragen, twijfels en feedback terechtkan. “Stagementoren maken het verschil voor de student op de werkvloer. Zij verdienen dan ook meer appreciatie en erkenning”, benadrukt Robbe. “Zo moeten ze voldoende tijd en ruimte krijgen om die extra rol in te passen in hun drukke agenda. Elke stagementor zou verplicht de mentorcursus moeten volgen en om de drie jaar een opfrissing ervan krijgen. Daarnaast streven we er vanuit de VVS ook naar dat studenten verpleegkunde al in het eerste jaar eens stage kunnen lopen in een ziekenhuis of grotere zorginstelling, en niet steevast in een woonzorgcentrum.”

Tot slot wil de VVS dat er aan een aantal minimumvoorwaarden wordt voldaan voor elke student (zie kader). “Met ons standpunt willen we waarborgen dat studenten zich veilig en nuttig voelen op hun stageplaats en dat ze correct en kwalitatief begeleid worden. Hoe beter een stage verloopt, hoe lager de kans op vroegtijdige uitstroom. Uit de literatuur weten we namelijk dat zo’n 21 procent van de studenten uitvalt op stage omwille van te weinig zelfvertrouwen. Dat is een bijzonder grote groep en dus een gemiste kans. Door de communicatie op de stageplaats, maar ook de interactie tussen onderwijs- en zorginstellingen te verbeteren hopen we het niveau van de stageplaatsen over heel Vlaanderen op te krikken.”

Dit adviesrapport werd voorgelegd aan de Vlaamse werkgroep, aan de partners binnen Zorg en Welzijn en aan de Werkgroep Gezondheidszorg van de Vlaamse Hogescholenraad eind maart 2024. Die laatste wil concreet met het rapport aan de slag gaan en bespreekt mogelijke stappen in de volgende werkgroep. Hoe dit verder wordt geïmplementeerd en of dit input is voor een Vlaams charter met rechten en plichten voor de student in de zorgsector, ligt momenteel ter bespreking bij de verschillende actoren.

Het uitgebreide standpunt vind je hier.

Minimumvoorwaarden voor elke stagiair

De VVS streeft naar volgende minimumvoorwaarden voor elke stagiair:

  • een vergoeding van het vervoer naar de stageplaats
  • gratis en voldoende nabijgelegen parking
  • betaalbare maaltijden
  • de mogelijkheid tot overnachting
  • een uniform krijgen