Wat betekent de tijdelijke begroting van het RIZIV voor de zorg?

03-02-2025

Op het moment van schrijven is een voorlopige gezondheidsbegroting goedgekeurd in het Algemeen Beheerscomité van het RIZIV, maar nog niet door de federale regering. Hiervoor vond de juridische dienst van het RIZIV een spitsvondig scenario, broodnodig om de continuïteit van de ziekteverzekering te waarborgen.

“Het gaat hier om een voorlopig doorstartscenario voor begin 2025”, zegt Hendrik Van Gansbeke, algemeen coördinator van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen en vertegenwoordiger van verpleegkundigen binnen het RIZIV. “Het voorlopige budget 2025 is gebaseerd op het eerder goedgekeurde globale voorstel van het Verzekeringscomité van het RIZIV, met een groeinorm van 2,5 procent en een indexering van de honoraria met 3,34 procent vanaf 1 januari 2025. Het houdt nog geen rekening met eventuele aanpassingen, budgetten en besparingen die een nieuwe regering op tafel legt.”

Daarnaast zijn er dossiers, projecten en andere aspecten die buiten de gewone begrotingsdoelen vallen. Als de Algemene Raad van het RIZIV beide dossiers niet kan goedkeuren, dan worden de twee delen van de gezondheidszorgbegroting 2025 als onbeslist beschouwd. Dit geldt ook als er geen unaniem akkoord komt van de federale regering.

Maandelijkse budgetten

Beide delen van de gezondheidszorgbegroting 2025 zijn dus op de federale tafel beland. Zolang daar geen definitief akkoord komt, wordt gewerkt met de voorlopige begrotingsdocumenten. “Er is een prefinanciering voorzien met maandelijkse budgetten om de kosten van de verzekeringsinstellingen te dekken”, zegt Hendrik. “Deze voorlopige documenten zijn ook inzetbaar voor de tak gezondheidszorg. Hierdoor kan het Algemeen Beheerscomité de definitieve begroting voor uitkeringen combineren met de voorlopige begroting voor gezondheidszorg. Deze combinatie en berekening met maandelijkse budgetten kunnen worden toegepast in de dienst geneeskundige verzorging tot de federale ministers een definitief akkoord geven. De indexering van de honoraria en de groeinorm zijn al vastgelegd en blijven gegarandeerd. Voor nieuwe maatregelen kunnen de budgetten pas worden gebruikt zodra de regering akkoord is.”

Voor de thuisverpleging zijn deze bedragen voorzien:

  • Transversale gezondheidszorgdoelstellingen – Project Onco@Home (1,4 miljoen euro) en Thuishospitalisatie (5,4 miljoen euro)
  • Honoraria thuisverpleging, inclusief indexering van 3,34 procent vanaf 1 januari 2025 en groeibudget (2.305.440.000 euro).
  • Specifieke tegemoetkomingen diensten thuisverpleging (53,56 miljoen euro)
  • Vroedkundigen (52,3 miljoen euro)

In dit voorstel is nog geen budget voorzien voor nieuwe initiatieven, zoals het structureel financieren van extra of ondersteunende jobs in ziekenhuizen, de thuisverpleging en wijkgezondheidscentra, of maatregelen rond cybersecurity voor gezondheidszorgorganisaties (o.a. ook grotere praktijken in de thuisverpleging). “Er is wel een nota die zaken buiten de reguliere begrotingsdoelstellingen behandelt, inclusiefeen lijst met de zogenaamde artikel 56-projecten. Dat zijn bijzondere modellen van verstrekking of betaling van geneeskundige verzorging. Ook project 120 over de nieuwe financiering voor de thuisverpleging valt daaronder en rekent op een continuïteit van financiële middelen”, licht Hendrik nog toe. “Voorlopig is het nog wachten op een structureel budget voor de initiatieven rond straatverpleging.”

Indexering honoraria toepassen

Zolang er geen regeringsbesluit is, wordt geadviseerd om vanaf 1 januari 2025 de indexering van de honoraria lineair toe te passen Elke alternatieve indexering zal namelijk als nieuw beleid aanschouwd worden. “Het opzeggen van een conventie op sectorniveau heeft nadelige gevolgen. Zo kan de indexering van honoraria vervallen, samen met het recht op extra premies of vergoedingen”, benadrukt Hendrik. “Daarnaast wordt een andere regeling voor remgeld van kracht, wat de kosten voor patiënten aanzienlijk verhoogt.”

Hendrik zegt verder: “De indexering van de honoraria is een eerste stap aan de start van het nieuwe jaar. Al blijft dit theoretisch nog onzeker. De federale regering kan nog steeds beslissen om de begroting af te keuren of bij te sturen. Daarnaast is in de voorlopige begroting geen ruimte voor nieuw beleid, al worden enkele zaken wel blijvend gefinancierd, zoals de New Deal voor de thuisverpleging.”